Waarom pseudoniemen bij de ene schrijver wel werken en bij de andere niet

Dries Muus
Journalist, gespecialiseerd in literatuur
Illustratie: David Rosel (voor De Correspondent)

In de Boekenclub van De Correspondent lezen we deze maand Kwellende liefde van Elena Ferrante. Dé vraag: heeft die roman zijn succes te danken aan het volledig ontbreken van enige biografische informatie over de auteur?

Hun redenen om zich van de buitenwereld af te sluiten mogen dan verschillen - Roberto Saviano wordt al jaren door de maffia bedreigd, Elena Ferrante heeft geen zin in publicitair geneuzel - hun Napolitaanse achtergrond en verborgen leven hebben de schrijvers aardig gemeen.

Illustratie: David Rosel (voor De Correspondent)

Saviano en Ferrante delen dan ook een geloof. Allebei vinden ze dat je een auteur het beste leert kennen via zijn of haar werk. De relatie lezer-schrijver is zo intiem dat het nergens voor nodig is de auteur ook nog in vlees en bloed te leren kennen.

Saviano schreef dat vorig jaar in een aan Ferrante, gepubliceerd in de Italiaanse krant La Repubblica. Hij vroeg de schrijfster ook of hij De geniale vriendin – het eerste deel van – mocht voordragen voor de Premio Strega, Italiës meest prestigieuze literaire prijs.

Ferrante nuchter dat ze Saviano, zijn boeken en de nominatie waardeerde, maar dat hij haar niet om toestemming had hoeven vragen. Zij had het boek weliswaar geschreven, maar vervolgens mogen alle lezers ermee doen wat ze willen – of ze De geniale vriendin nou willen nomineren voor een grote prijs, of de roman willen gebruiken ter ondersteuning van een afgebroken tafelpoot.

Is Ferrantes nadrukkelijke non-imago niet juist het ultieme imago?

Ferrantes nominatie leidde tot een kleine literaire rel in eigen land: successchrijver, oud-Stregawinnaar en jurylid Sandro Veronesi was tegen de nominatie. Hij noemde de zorgvuldig afgeschermde identiteit van Ferrante een marketingtruc: ‘Als je besluit om niet te bestaan, dan kun je ook niet meedoen aan de prijs.’ Hij dreigde zelfs zich terug te trekken uit de jury – een dreigement dat hij niet waarmaakte toen Ferrante alsnog genomineerd werd (ze won overigens niet).

Veronesi heeft kennelijk heel andere ideeën over de rol en verantwoordelijkheid van de schrijver dan Ferrante en Saviano. Dat hij zijn dreigement niet uitvoerde, maakt zijn driftige woorden misschien iets moeilijker serieus te nemen. Maar zijn vraag – marketingtruc of niet? – blijft hangen. Niet alleen bij juryleden, maar ook bij lezers van Ferrantes werk.

In de reacties op de eerdere stukken van deze Boekenclub stelden meerdere lezers vergelijkbare vragen. Is Ferrantes nadrukkelijke non-imago niet juist het ultieme imago? Of is haar succes juist het ultieme bewijs dat pr er niet toe doet, als je maar goed genoeg schrijft? Kunnen we haar succes los zien van haar mysterie?

Alleen een mysterieus imago is niet genoeg

Om met die laatste vraag te beginnen: ik geloof van wel. Natuurlijk, Ferrantes weigering in het openbaar te verschijnen heeft iets romantisch: met een beetje goede wil kun je het zien als een triomf van de inhoud, van puur talent, de nobele schrijfster die alleen via haar werk gekend wil worden, en zich niet bekommert om wat er met haar boeken gebeurt, die zich durft te verzetten tegen de dwang van zichtbaarheid en zelfpromotie.

Maar dat romantische, rebelse, pure imago is hoogstens een prikkelende bijzaak. Op zichzelf kan zo’n mysterie nooit genoeg zijn voor zo’n enorm succes. Dat zien we bijvoorbeeld bij een literair mysterie dichter bij huis.

Illustratie: David Rosel (voor De Correspondent)

In het najaar van 2014 werd er in Nederland een roman aangekondigd waar een Ferrante-achtig mysterie omheen hing: De harpij van A.N. Ryst. Het promotiemateriaal meldde dat A.N. Ryst twintig jaar in stilte had gewerkt aan zijn debuutroman en die stilte bij publicatie ook niet wilde doorbreken: ‘Het verhaal zocht een verteller en heeft mij daarvoor uitgekozen. Het is daarom dat ik niets zal verklaren voor een microfoon of een camera (mocht men dit van mij vragen).’

Ryst scheen te wonen en werken in Amsterdam. Meer biografische gegevens werden niet prijsgegeven. Wel werd door de uitgever gesuggereerd dat het een pseudoniem was van een bekende schrijver.

Een ambitieuze debuutroman – een soort fantasy-epos van zevenhonderd pagina’s –, een goed georkestreerd, nieuwsgierigmakend mysterie, een bekende onbekende schrijver – alles wees erop dat dit weleens een literaire sensatie zou kunnen worden.

Dat werd het niet. Thomas de Veen van was onder de indruk, Daniëlle Serdijn was in tamelijk kritisch, ikzelf schreef een overwegend negatieve recensie in Het Parool. Veel meer aandacht was er niet, en de roman was ook geen commercieel succes.

Een paar maanden na verschijning werd wie er achter het pseudoniem zat, misschien in een poging om alsnog een bescheiden mediacircus op gang te brengen. A.N. Ryst bleek een pseudoniem van kinderboekenschrijver Daan Remmerts de Vries. Dat was nauwelijks nieuws, de interesse was al verdampt.

Wat A.N. Rysts kortdurende mysterie laat zien? Dat een spannende promotiestunt niet genoeg is om een toch wat teleurstellend boek tot een succes te maken.

Waarom het bij Ferrante wél werkt

Ferrantes succes komt in de eerste plaats door haar zeldzaam krachtige, originele romans. En haar relatief late grote doorbraak verstevigt de indruk dat Ferrante zich écht niet heeft willen bekommeren om de ontvangst van haar boeken.

Illustratie: David Rosel (voor De Correspondent)

Ferrante debuteerde in 1991. Haar enorme succes en haar status als literair fenomeen in binnen- en buitenland is betrekkelijk recent. Pas met James Woods lovende, uitgebreide profiel in waarin de nadruk overduidelijk lag op het werk, kwam Ferrante internationaal op de kaart te staan.

De elkaar snel opvolgende, verbluffende Napolitaanse romans besmetten de wereld definitief met de ongeneeslijke Ferrante fever. De grote internationale ontdekking bracht Ferrantes werk ook in haar eigen land weer onder de aandacht. Daarvóór speelde haar verborgen identiteit, de mythe van de teruggetrokken auteur, lang niet zo’n grote rol. In 1991 werd Ferrantes debuutroman en ons boek van de maand, óók genomineerd voor de Premio Strega. Die nominatie zorgde destijds helemaal niet voor opschudding, geen dreigementen van juryleden en er werden geen triomfantelijke speurtochten gehouden om de schrijfster te ontmaskeren.

Het enige wat Ferrante in dit stadium nog meer aandacht zou kunnen opleveren, is een goed getimede onthulling

Al die tijd lichtte Ferrante nog geen tipje van de sluier op. Inmiddels wordt ze zoveel gelezen dat elk nieuw boek een garantie voor enorme media-aandacht is. Het enige wat Ferrante in dit stadium nog meer aandacht zou kunnen opleveren, is een goed getimede onthulling. Dit zou hét moment zijn.

Dat die onthulling uitblijft, en dat de inmiddels wereldberoemde schrijfster koppig blijft vasthouden aan haar onbekendheid, versterkt de indruk dat ze de waarheid sprak, toen ze bij het verschijnen van Kwellende liefde aan haar uitgever schreef dat ze onbekend wilde blijven. Dat boeken, als ze iets te zeggen hebben, vroeg of laat vanzelf wel lezers vinden, en dat ze hun auteurs niet nodig hebben.

Eerder in deze Boekenclub: