‘Ik ben echt heel goed bevriend geraakt met een Pool,’ appte mijn zoon (17) deze zomer opeens vanuit de taalschool op Malta. ‘Hij heeft letterlijk dezelfde interesses. Hij speelt ook veel toneel.’ En even later: ‘Hij heeft me verteld van de Best wel mis in Polen nu.’

Omdat mijn zoon volgens zijn leraar Engels tot de ‘Houdini’s’ van de school behoort – de categorie die door hard werken in de laatste twee maanden van het schooljaar tóch telkens weer weet over te gaan – leek het een goed idee om in de zomer voor zijn eindexamen zijn Engels bij te spijkeren op een talencursus.

Na enig zoeken kwam de taalschool uit Malta uit de bus. Gek genoeg beter betaalbaar dan een cursus in het Verenigd Koninkrijk en, belangrijk vond mijn zoon, géén gastgezin. Na een slechte gastgezinervaring van zijn broer – twee Poolse Londenaren die amper Engels spraken en je na een blik ravioli om halfzeven ’s avonds in je kamer opsloten – leek het hem een stuk aantrekkelijker om een slaapzaal te delen met tien jongens uit verschillende landen waar hij ‘s avonds ook mee op het strand kon gaan zitten.

Volgens de folder zou hij niet alleen beter Engels leren, maar zou de omgang met ‘internationale leeftijdgenootjes’ een ‘onvergetelijke ervaring’ worden. Dat laatste bleek, enigszins tot mijn verbazing, echt waar. Zo waar dat ik vond dat ik er een stuk over moest schrijven. Ik had namelijk niet gedacht dat mijn zoon na twee weken taalschool zoveel zou leren, juist door de omgang met ‘internationale leeftijdsgenootjes.’

Wat hij allemaal leerde

Zo heeft zijn nieuwe Poolse vriend hem opeens doen realiseren wat persvrijheid nou écht betekent en waarom het zo belangrijk is. Dat drong tot me door toen hij me verontwaardigd en verbaasd uitlegde hoe de – voor hem tot dan toe onbekende - conservatief nationalistische PiS-partij in Polen opereert. En hoe het volgens zijn Poolse vriend kan dat een partij, die de persvrijheid inperkt en de rechterlijke macht naar haar hand zet, tóch nog zoveel aanhangers kan hebben.

Mijn zoon hoorde dat Duitse kinderen die naar Nederland komen nog steeds meemaken dat er ‘Heil Hitler’ naar ze geroepen wordt

Inzichtgevend, volgens mij, was ook het gesprek dat hij had met een Rus die fervent Poetin-aanhanger was. Nadat hij eerst op de vingers werd getikt omdat hij de Ray-Ban-zonnebril van deze jongen had aangeraakt – ‘in Russia we ask first’ – vroeg mijn zoon hem of hij geen moeite had met het weinig democratische en weinig sociale beleid van Poetin. De jongen haalde zijn schouders op: ‘I don’t care. For me he’s good. I am rich.’

Van een ietwat melancholische vijftienjarige jongen uit Oekraïne leerde hij hoe oorlog eruit kan zien. De jongen, die last had van heimwee, liet foto’s zien van zijn familie. En vertelde hoe zijn oom van top tot teen verbrand was toen hij tegen de Russen vocht op de Krim. ’s Avonds liet deze jongen de fles wodka zien die hij de slaapzaal in had gesmokkeld. De volgende ochtend was de fles leeg.

Ook interessant waren de inzichten die hij opdeed over ‘de Nederlanders.’ Die kwamen vooral van de Duitsers die hij ontmoette. Naast het onschuldige ‘You ztupid Dutch are always blocking ze German highways wiz your ztupid caravans’ leerde hij óók dat Duitse kinderen die naar Nederland komen nog steeds meemaken dat er ‘Heil Hitler’ naar ze geroepen wordt.

Waarom dat zo waardevol is

Ik vind dit stuk voor stuk waardevolle doorkijkjes die je beeld van de wereld erg verruimen. Vooral omdat je ze hoort van een leeftijdsgenoot. Ik merk dan ook dat ik er onbedwingbare missionarisneigingen van krijg: spoor kinderen of leerlingen vooral aan gebruik te maken van de mogelijkheden die er zijn om tijdens de middelbare school een internationale ervaring op te doen. Dat hoeft niet per se zo’n talenreis te zijn. Daar kleven ontegenzeggelijk ook nadelen aan. Ze zijn best duur (ook de goedkopere reizen) en versterken op die manier de tweedeling in het onderwijs. Maar er zijn gelukkig wel goede alternatieven. Het door de EU gesubsidieerde bijvoorbeeld, of schoolprogramma’s als

Bereid je er wel op voor dat, tegelijk met die verbrede blik, een aantal stereotypen versterkt kan worden. Ik ben nog steeds bezig om mijn zoon ervan te overtuigen dat niet alle Spanjaarden slapen als ‘hobby’ hebben. ‘Ze komen na de lunch met een hele groep een slaapzaal binnen en gaan op willekeurige bedden liggen, dus ook op het jouwe,’ vertelde hij. En dat niet álle Russische mannen vrouwen als seksobjecten zien, terwijl deze jongens je wél steeds foto’s laten zien van hun halfnaakte vriendin die in uitdagende poses zwoel de camera inkijkt – ‘in Russia that’s normal.’

Verder moet ik ook nog erg mijn best doen om hem ervan te overtuigen dat niet alle Oostblokmeisjes ‘keiharde bitches’ zijn omdat een Servisch meisje in de klas tegen hem zei dat hij er voor Servische begrippen uitziet als een homo (geen gemillimeterd haar en met een oorbel) en haar Georgische vriendin voet bij stuk bleef houden dat de Goudse kaas uit Georgië komt en hem even later uitschold voor ‘a retarded ten-year-old idiot that can’t sit still on a chair for five minutes.’

Maar ook dit soort discussies achteraf zijn hartstikke leuk. En leerzaam. Ik weet nu bijvoorbeeld dat Hongaarse jongens ‘altijd’ hun haar föhnen.

Lees ook:

Wat een tweede taal je over jezelf kan leren In een tijd van apps, robots en Easy Alles vraag ik me deze zomer af: welke dingen zijn de moeite waard juist doordat ze moeite kosten? Vandaag: het leren van een nieuwe taal. Het mag ook Engels zijn. Lees het verhaal van Philip Huff hier terug Jason (12) mag niet naar het vwo. Pech voor de maatschappij Als Nederlandse kinderen twaalf zijn, wordt al bepaald of ze naar de universiteit mogen of beter een beroepsopleiding kunnen volgen. Iets waar de OESO ons al tien jaar voor op de vingers tikt. Met twaalfjarigen sprak ik over hun toekomstbeeld. Lees mijn reportage hier terug De oplossing voor alle dyslecten, faalangstigen en laatbloeiers: een tussenjaar Het rendementsdenken in het onderwijs heeft nadelige gevolgen voor laatbloeiers en leerlingen uit lagere sociaaleconomische milieus. Dat constateert de Onderwijsraad. In Arnhem hebben ze hier al sinds 1958 een zeer succesvolle oplossing voor: een tussenjaar tussen basis- en middelbare school. Wanneer volgt de rest van Nederland? Lees mijn verhaal hier terug