Hoe de muziekindustrie onze vrijheid van meningsuiting en informatie bedreigt
Op 14 september stelde de Europese Commissie een herziening van het auteursrecht voor. Volgens de muziekindustrie had er een schepje bovenop gemogen. Volgens anderen is het internet zoals we het kennen in gevaar. Wat staat er voor de gewone internetgebruiker op het spel?
Stel, je zet een liedje van Taylor Swift onder een aerobicsvideo uit 1989 en uploadt het resultaat naar YouTube. Maar Taylor blijkt helemaal niet te willen zingen in een aerobicsvideo uit 1989. Wat gebeurt er als ze protesteert?
Antwoord: dan moet YouTube het filmpje verwijderen of, als Swift dat wil, advertenties bij het filmpje plaatsen en haar laten delen in de winst. Zolang YouTube dat doet, valt hun niets te verwijten.
Volgens een wet uit 2001 zijn internetbedrijven als YouTube en Facebook namelijk niet direct aansprakelijk voor wat hun gebruikers uploaden. Daardoor zijn mensen vrij alles te delen wat ze willen. Het nadeel voor de muziekindustrie: beperkte controle en vergoedingen voor haar artiesten.
Daarom lobbyt de muziekindustrie in Brussel om techbedrijven wél direct aansprakelijk te maken voor alles wat op hun servers komt. Aan het begin van de zomer interviewde ik Buma/Stemra’s lobbyist Robbert Baruch hierover. De strekking: YouTube is de meest gebruikte streamingdienst voor muziek, verdient daar veel geld aan, maar levert muzikanten nog minder op dan vinyl.
Op 14 september deed de Europese Commissie een voorstel om techbedrijven te verplichten alles wat mensen uploaden te filteren op auteursrechtelijk beschermd materiaal. Bij ieder liedje, filmpje of plaatje zouden de Googles en Facebooks vóór plaatsing moeten kijken of, en onder welke voorwaarden, het online mag.
Volgens velen in de muziekindustrie is het voorstel een goede eerste stap. Elders gaan stemmen op dat Europa een gevaarlijke koers inslaat.
Wat er gevaarlijk aan het voorstel is
‘Giftig voor Europese vrijheid van meningsuiting, bedrijvigheid en creativiteit,’ noemt digitale-mensenrechtenorganisatie EDRi de voorstellen in een persbericht. In plaats van het schip voor zinken te behoeden ‘is de Commissie bezig geweest de dekstoelen op de Titanic te herordenen,’ zegt COMMUNIA op zijn site.
De woorden van COMMUNIA staan voor een veelgehoorde kritiek: dat de lobby van de muziekindustrie de status quo van vóór het internet probeert te herstellen, ten koste van de vooruitgang en het potentieel van technologie.
‘Dit plan zou het einde kunnen betekenen van het internet zoals we dat nu kennen. Mensen delen nieuws door een link te posten dat een kort stukje tekst of een foto van een nieuwsbericht bevat. Dat zou illegaal kunnen worden tenzij ze op voorhand een licentie krijgen van een uitgever,’ schrijft Europees Parlementslid Marietje Schaake (D66) op haar blog.
Volgens EDRi is de Commissie niet bezig met de rechten en waarden van burgers, maar met de belangen van een paar lobbyende partijen. Ook denktank Kennisland maakt zich hier zorgen over. Houden de muziekbedrijven wel genoeg rekening met kleine bedrijven en burgers?
Wie verliezen er als het voorstel wet wordt?
Stel dat YouTube en Facebook direct aansprakelijk zijn voor alles wat gebruikers uploaden. Alles wat je wilt delen, moeten ze dan eerst filteren om te zien of er auteursrechtelijk beschermd materiaal tussen zit. Dat betekent het filteren van foto’s, filmpjes, muziek, oftewel een groot deel van waar het internet uit bestaat.
Volgens Google, de eigenaar van YouTube, is dit onwenselijk omdat het het internet verandert ‘in een plaats waar alles dat wordt geüpload moet worden goedgekeurd door advocaten, voordat het een publiek kan vinden.’
Momenteel heeft YouTube al een systeem om auteursrechtelijk beschermd materiaal te herkennen: Content ID. Over de effectiviteit van dit systeem zijn Google en de muziekindustrie het (uiteraard) oneens. Maar YouTube is dus best goed uitgerust voor de toekomst die de Commissie voorstelt.
Kennisland gaf in een reactie dan ook aan bezorgd te zijn dat met name kleine bedrijven onder strengere regels zouden lijden. Niet dat het per se duur is om beschermd materiaal te herkennen. Volgens Andrus Ansip van de Europese Commissie hoeft technologie die vergelijkbaar is met YouTubes Content ID niet meer dan 500 dollar per jaar te kosten.
Maar directe aansprakelijkheid voor wat gebruikers uploaden betekent ook dat nieuwe start-ups die van de content van gebruikers leven gelijk licenties af moeten sluiten en overal voor moeten betalen, terwijl daar in het begin meestal nog geen geld voor is.
Nu verdienen Google en Facebook miljarden, maar onder de voorgestelde wet waren ze niet eens ontstaan. Als de toetredingsbarrières voor nieuwe partijen te hoog worden, kunnen we nieuwe innovaties mislopen en worden Google en Facebook des te machtiger.
Naast start-ups kunnen ook gewone internetgebruikers erop achteruitgaan. De vrijheid om informatie te delen staat op het spel, niet alleen met betrekking tot vermaak, maar bijvoorbeeld ook educatie. Zo vreest COMMUNIA dat het moeilijker wordt auteursrechtelijk beschermd werk ter educatie op scholen te laten zien.
Dus?
Over één ding zijn alle partijen het eens: het auteursrecht is verouderd en moet veranderen. EDRi pleit ervoor dat vergoedingen voor auteursrechtelijk beschermd werk voor een groter deel naar makers gaan, in plaats van tussenpartijen als platenlabels en uitgevers.
In het pre-internettijdperk waren organisaties als Buma/Stemra onmisbaar om de geldstromen van muziek te beheren en controleren. Nu gaan er stemmen op om die geldstromen op een andere manier digitaal te regelen. Bijvoorbeeld met blockchain, de technologie achter Bitcoin, in wezen een gedecentraliseerde financiële database.
Ook de muziekindustrie wil meer geld voor makers, maar volgens haar moet dat geld van internetbedrijven komen. Ergens klinkt die roep naar directe controle ouderwets. Kan je het duveltje dat het internet is in het doosje terugstoppen, zonder het kind met het badwater weg te gooien? Waarschijnlijk niet.
Want eigenlijk is het internet de natuurlijke vijand van het auteursrecht. Het laagdrempelig delen van content is de kern. Giganten als YouTube gebruiken dit om artiesten onder te betalen voor content waar ze zelf rijk van worden. Dat is onwenselijk.
Tegelijk is het ook onwenselijk om het internet te ‘breken.’ De restricties die de Commissie voorstelt kunnen een onmogelijk hoge drempel voor start-ups leggen en een einde maken aan de vrije verspreiding van informatie die we zo belangrijk vinden aan het internet.
Een voorbeeld. In 2014 bedacht Alex Zhu een educatieve app waar experts op allerlei gebieden korte video’s konden maken en delen. De app heette Cicada en was een totale mislukking. In een laatste poging om er wat van te maken maakte Cicada een doorstart als Musical.ly, een sociaal medium dat draait om muziekvideo’s van vijftien seconden.
In twee jaar kreeg de app 95 miljoen gebruikers, voornamelijk tieners die hits playbacken. Het is dus een groot succes. Alleen: Musical.ly heeft nog geen verdienmodel. Maar goed, dat gold in het begin ook voor YouTube en Facebook.
Inmiddels is het potentieel van Musical.ly zo duidelijk dat een van de grootste platenlabels al met de oprichters in zee is gegaan. Als het voorstel van de Europese Commissie wet wordt, komt de volgende Musical.ly waarschijnlijk niet eens uit de startblokken.