Deze essayist biedt je hoop in donkere tijden
Juist in tijden van grote onzekerheid is er hoop. Dat schrijft Rebecca Solnit in een groot essay dat we vandaag publiceren. In dit verhaal vertel ik wie Solnit is, waarom we dit essay hebben laten vertalen, en wat je nog meer van haar kunt lezen.
Niets menselijker dan de krant lezen en moedeloos worden. Deze week trof vooral Rusland me:
- Eerst ontkenden de Russen alle implicaties van het strafrechtelijk onderzoek naar MH17.
- Toen las ik dat een Russische meubelmaker sinds deze week kinderbedjes in de vorm van BUK-rakketten verkoopt.
- En tot slot breidt Poetin zijn interventiemacht in Syrië uit: hij stuurt een hypermodern raketsysteem naar het front.
In de krant lees je meestal niet over de hoopgevende ontwikkelingen die zich tegelijkertijd afspelen, overal ter wereld. Maar ze zijn er wel. Om er eentje te noemen: de opkomst van duurzame energie ondermijnt beetje bij beetje het fundament waarop de macht van petrostaten zoals Rusland is gebaseerd. Het verlangen naar een vreedzaam en schoon energiesysteem brengt dagelijks talloze mensen in beweging.
Over het op waarde schatten van zulke hoopgevende bewegingen gaat het boek Hope in the Dark van Rebecca Solnit. Vandaag publiceren wij een vertaling van de proloog die ze schreef voor de nieuwe editie. Het is actueler dan ooit.
Ik wil jullie in dit stukje graag aan Rebecca Solnit voorstellen en enkele prikkelende verhalen tippen die je verder nog van haar kunt lezen. Geef me een paar minuutjes – eerst wil ik vertellen waarom ik haar essay zo goed vind dat ik het voor jullie heb laten vertalen.
Waarom we dit essay vertaalden
Als het ergens aan ontbreekt in progressieve kringen, dan is het zelfvertrouwen. Dat is niet zo vreemd. Zoals collega Marc Chavannes laatst al schreef: ‘links bestaat nauwelijks meer in Europa.’ De rechtse populisten en nationalisten rukken op, de macht van de multinationals lijkt alleen maar te groeien. Tegenover zulke ontwikkelingen staan progressieven - en dan met name wat collega Rutger Bregman de ‘verliezerssocialisten’ noemt – gevoelsmatig altijd op achterstand.
Neem je niet alleen politieke ontwikkelingen, maar bijvoorbeeld ook het milieu en het klimaat in ogenschouw, dan is het moeilijk om optimistisch te blijven over de toestand van de wereld. Fatalisme of wegkijken wordt verleidelijk.
Juíst in tijden van onzekerheid moeten we ons realiseren dat de toekomst een verhaal is dat we samen maken
Het essay van Solnit is zo goed, omdat ze je beter leert kijken en daarmee de ultieme remedie tegen fatalisme biedt. Ze citeert de theoloog Walter Brueggemann, die heeft gezegd dat ‘herinneringen hoop creëren, zoals geheugenverlies wanhoop creëert.’
Als we onszelf eraan herinneren hoe vaak de wereld al ten goede is veranderd, kunnen we redenen voor hoop vinden, schrijft Solnit. Júist in tijden van onzekerheid moeten we ons realiseren dat de toekomst een verhaal is dat we samen maken. Elke dag vechten talloze mensen voor een leefbare wereld. We kunnen nooit precies weten wat de consequenties van onze handelingen zijn, en tóch handelen we.
De geschiedenis heeft zich nimmer lineair of eenduidig ontwikkeld, is nooit vol geweest van vooruitgang óf achteruitgang, en dat zal de toekomst evenmin zijn. Dat inzicht formuleert Solnit als geen ander, en het biedt inderdaad een goede grond voor hoop.
We publiceerden Solnit al eerder
Het is overigens niet de eerste keer dat we Solnit op De Correspondent mogen publiceren: eerder vertaalden we een essay waarin zij de opwarming van de aarde als een vorm van geweld karakteriseert. Klimaatverandering is geweld dat wordt uitgeoefend door de mensen die de CO2 uit de aarde halen en vervolgens in de atmosfeer brengen, terwijl vooral armen en ontheemden de gevolgen te verduren krijgen.
Het is een kenmerkend essay voor Solnit: ze heeft nul tolerantie voor vage, verhullende taal. We zijn allemaal medeverantwoordelijk voor een probleem dat op korte en lange termijn de levens van vele mensen gaat verstoren en ontwrichten. Dat openlijk erkennen is stap één voor wie het tij wil keren. ‘De opstand tegen de meedogenloosheid begint met een opstand tegen de taal die deze meedogenloosheid verhult,’ schrijft Solnit.
Hieronder heb ik een lijst gemaakt van nog een aantal essays van Solnit, voor wie meer wil lezen. Maar eerst zal ik haar nog even voorstellen.
Wie is Rebecca Solnit?
Sinds eind jaren tachtig werkt Rebecca Solnit aan haar oeuvre, dat inmiddels uit negentien boeken en vele tientallen essays bestaat. Ze publiceerde bij uiteenlopende (online) media als Harpers, The Nation, Orion en TomDispatch. De plaatsen en de onderwerpen in haar essaybundel The Encyclopedia of Trouble and Spaciousness geven een goede indicatie van haar bereik: ze strekken van Antarctica en IJsland tot Detroit en Silicon Valley, van de Arabische Lente tot de Mexicaanse drugsoorlogen. Solnits literaire stijl en haar uitgesproken engagement houden haar werk bij elkaar.
Solnit leerde dat objectiviteit niet bestaat, eerlijkheid wel
Solnit studeerde journalistiek, maar zonder al te veel succes. ‘I could never attain that perfectly flat voice that I think is as affected a style as any but that’s supposed to be the style of objectivity,’ zei ze eens tegen Colombia Journalism Review. Ze leerde dat objectiviteit niet bestaat, eerlijkheid wel.
Ze vond haar eigen stem toen ze in 1988 afreisde naar een gebied in Nevada waar atoomproeven waren gehouden. De reis was een idee van haar jongere, meer activistische broer. Ze kampeerde samen met antikernenergieactivisten in een gebied dat mogelijk radioactief was, waar de autoriteiten hen niet wilden hebben, maar waar de sterrenhemel schitterend was en waar bij het kampvuur country werd gezongen. Die ervaring was verbroederend én confronterend, politiek én persoonlijk. Het deed Solnit inzien dat ze verschillende genres moest combineren om recht te doen aan de werkelijkheid.
Een unieke stem
Ze begon persoonlijke verhalen, politiek commentaar, activisme en geschiedenis te combineren. Ze brak met lineaire vertelvormen en had de literaire verfijndheid om haar associaties en waarnemingen zo goed te vatten, dat ze iedere conventionele structuur kon laten varen. De stijl die ze vond, wordt steevast – ook door haarzelf – omschreven als meanderend. ‘My sentences kind of curve around and enclose more description and opinion. My work is very meandering, not in the sense of not knowing where it’s going, but in making scenic detours and connecting up things that might not be connected in a linear narrative.’
Ze maakte naam met haar boek over de Amerikaanse fotograaf Eadweard Muybridge en met haar werken over wandelen en over ‘de diepe symbiose tussen mens en natuur.’ Haar boek over de verbroedering die optreedt na natuurrampen, A Paradise Built in Hell, werd internationaal veel besproken. Met name na de aardbeving in Haïti, toen Solnit zich fel keerde tegen de manier waarop westerse media verslag deden van de zogenaamd ‘plunderende’ menigtes.
In Nederland kreeg in 2014 haar bundel Men Explain Things To Me veel aandacht. Daarin ontwaart ze een patroon dat haar in de loop van de jaren was gaan opvallen: mannen leggen haar dingen uit, of ze nou weten waar ze het over hebben of niet. ‘Uitleggende mannen,’ schrijft Solnit, ‘gaan ervan uit dat ik een leeg omhulsel ben, dat gevuld moet worden met hun wijsheid en kennis.’
Wat ikzelf misschien nog wel het mooiste vind aan Solnits werk is haar nadruk op het belang van taal, woorden en verhalen. In A Paradise Built in Hell laat ze overtuigend zien hoe gemankeerd ons zelfbeeld is. De westerse mens is wijsgemaakt – al sinds Thomas Hobbes – dat onze ‘standaardinstelling’ concurrentie en naijver is, en dat we, zo gauw het zogenaamd ‘dunne vernislaagje’ van de beschaving wegvalt, zullen vervallen in anarchie en geweld.
Volledig ten onrechte, want in feite komen mensen in de moeilijkste situaties – bijvoorbeeld na een plotselinge natuurramp – juist samen om elkaar te helpen en de gemeenschap weer op te bouwen. Wie een beeld neerzet van slachtoffers als ‘rellende plunderaars,’ doet de werkelijkheid onmetelijk geweld aan. Solnit sloot haar kritiek op de verslaggeving van de ramp in Haïti af met het cruciale inzicht: ‘We live and die by words and ideas, and it matters desperately that we get them right.’