‘De avond na Sams ongeluk zei ik tegen Julia dat er te veel liefde was om gelukkig te zijn. De liefde voor mijn jongen was groter dan mijn vermogen lief te hebben, maar ik had niet de liefde lief. Want die was te overweldigend. Want die was noodzakelijk onbarmhartig. Want die paste niet in mijn lichaam en raakte daarom vervormd tot een soort martelende hyperwaakzaamheid die iets ingewikkelds maakte van datgene wat juist het minst ingewikkeld hoorde te zijn: verzorgen en spelen. Maar het was te veel liefde om gelukkig te zijn.’

Aan het woord is Jacob Bloch, hoofdpersoon van Jonathan Safran Foers grote, joodse roman, Jacob is de man van Julia, de vader van Sam, Max en Benyi, de zoon van Irv en de kleinzoon van Isaac Bloch, die ooit vanuit Polen naar Amerika kwam. Het familiedrama van de Blochs speelt zich grotendeels af in Washington D.C. en Foer laat alle familieleden er hun gerelateerde, maar unieke problematiek op nahouden.

Halverwege het boek breekt ook op wereldschaal de pleuris uit – een Arabische invasie van Israël dreigt. Maar de kern van Foers tragikomedie is het gestage verdwijnen van de intimiteit tussen Jacob en zijn echtgenote - te midden van twee auto’s, drie kinderen en een incontinente hond.

Geen seks, schrijft Foer, was niet het ergste. ‘Ze kwamen elkaar steeds nader op het gebied van doen – het combineren van de steeds uitgebreidere dagelijkse routine, steeds meer praten en sms’en in de loop van de dag, samen afruimen wat ze samen hadden gekookt – en dreven qua gevoel steeds verder uit elkaar.’

Thematiek: Het denken tussen de vele woorden door

Veel wordt op die manier uitgelegd in deze roman. Een inmiddels veelgehoorde kritiek is dan ook dat het een boek met te veel woorden is. Te breedsprakig, te vol met onbeduidende details. Toch zullen we tussen die vele regels door moeten lezen wat er precies misgaat binnen het gezin Bloch, want daarvan zijn de betrokkenen zelf ook niet zeker en Foer is romanschrijver genoeg om het niet helemaal op een presenteerblaadje te geven.

Illustratie: Johan Kleinjan

De hierboven geciteerde passage is veelzeggend. Als Hier ben ik een sitcom zou zijn – het boek is daar door de gelikte dialogen vaak mee vergeleken –, dan zou Jacob Bloch de typische neurotische, joodse protagonist zijn. Iemand die zijn hoofd niet uit kan zetten en zichzelf voortdurend in onmogelijke posities denkt. Maar wat hij denkt over zijn liefde voor zijn zoon is meer tragisch dan komisch. Hier wordt iets ingewikkeld gemaakt, wat niet ingewikkeld hoort te zijn.

Dat vele denken wordt in Hier ben ik meermaals in verband gebracht met het joodse geloof. ‘Sommige religies leggen de nadruk op innerlijke rust, andere op het vermijden van zonden, weer andere op de eredienst. Het jodendom legt de nadruk op intelligentie – in woord, in riten, in cultuur. Alles is leren, alles voorbereiding, een onafgebroken vullen van de mentale gereedschapskist totdat we voorbereid zijn op elke situatie (en die te zwaar is om te dragen).’

Personages: Kunnen die het jodendom dragen?

Te zwaar om te dragen. ‘Verantwoordelijkheid’ is een veelvoorkomend woord in Hier ben ik. Jacob lijkt af en toe bijna te bezwijken onder de vele verantwoordelijkheden die hij zichzelf toedicht.

Maar de ene verantwoordelijkheid is uiteraard de andere niet. Zo moet de verantwoordelijkheid voor het voor zijn overleden grootvader ‘worden afgewogen tegen de verantwoordelijkheid van de gastvrijheid tegenover de Israëliërs’ - namelijk Jacobs neef Tamir uit het beloofde land, die samen met zijn zoon bij de Blochs op familiebezoek komt.

De proef op de som komt in de vorm van een aardbeving in Israël, die de regio destabiliseert. Oorlog dreigt, en joden uit heel de wereld worden opgeroepen om hun ‘thuisland’ te komen verdedigen. Wanneer zijn stoere, mannelijke en minder zelfbewuste neef erop aandringt dat ook Jacob zijn koffers pakt om te gaan vechten in Israël, blijkt vooral dat de crisis in zijn gezin hem meer aan het hart gaat dan de crisis in zijn zogenaamde thuisland.

Dat hij besluit om toch naar Israël te gaan, heeft meer te maken met zijn gevoel van impotentie tegenover zijn vrouw en gezin dan met liefde voor het joodse vaderland, lijkt het. Hoewel zijn vader een rabiate verdediger van Israël is, blijkt zionisme voor Jacob – zoals voor vele joden – dus geen essentieel deel van het jodendom.

Wat onderscheidt Jacob en zijn familie dan wel nog als jood? Zijn taligheid, zijn neiging alles te willen verklaren, zijn liefde voor woorden. En, zoals de rabbijn op Isaacs begrafenis stelt: ‘Het jodendom heeft een bijzondere relatie met woorden. Als je iets een woord geeft, komt het tot leven. ‘Laat er licht zijn,’ zei God, ‘en er was licht.’ Geen tovenarij. Geen opgeheven handen en donderslagen. Het uitspreken ervan was genoeg. Het is wellicht het machtigste joodse denkbeeld: verwoorden is scheppen.’

‘Het jodendom heeft een bijzondere relatie met woorden. Als je iets een woord geeft, komt het tot leven’

Wellicht blijft het om die reden tamelijk lang in het midden of Jacobs buitenechtelijke affaire, die hem en Julia het laatste zetje geeft, echt heeft plaatsgevonden. Even wordt er geïmpliceerd dat het slechts bij woorden is gebleven (een serie seks-sms’jes op een geheime telefoon), later verklaart Jacob dat de daad ook bij het woord gevoegd is en weer later neemt hij het weer terug. De implicatie is misschien dat het niet uitmaakt. Woorden wekken dingen tot leven.

De kern: Het streven ernaar kan vernietigend zijn

Wat is dan nog echt? En maakt dat enig verschil? De oudste Bloch-zoon Sam brengt aanzienlijke delen van zijn dag door op een Second life-achtig platform, Other-life, waar hij aan zijn eigen imperium bouwt. De passages waarin we hem volgen op zijn virtuele omzwervingen zijn zo geschreven dat ze lijken te vervloeien met zijn echte leven – logisch ook, Sam neemt zijn iPad overal mee naartoe.

Foer is minder uitgesproken sceptisch over dit soort ontwikkelingen dan collega’s als en van wie we recente romans kunnen lezen als kritieken op het internettijdperk. Sams online activiteiten worden door Foer serieus genomen en invoelbaar gemaakt. Maar de groeiende dominantie van nieuwe culturele vormen is wel een thema in de roman.

Illustraties: Johan Kleinjan

Zo is Jacob zelf van romanschrijver een serieschrijver geworden. En hoewel dat niet veroordeeld wordt (het boek heeft zelf veel aspecten die aan series doen denken, zoals de dialogen), lijkt Jacob er zelf minder tevreden mee te zijn.

Toch ligt er in zijn bureaula geen dikke roman te wachten, maar een autobiografisch scenario voor een serie. De bijbehorende ‘Bijbel’ - zoals in de scenariowereld wordt gerefereerd aan het document waarin alle achtergrondinformatie van de personages en verhaallijnen - is, Jacob eigen, zo ongeveer eindeloos. Hij probeert álles uit te leggen, tot aan de manier waarop zijn personages precies door acteurs gespeeld moeten worden aan toe.

Een document van een controlfreak, dat moge duidelijk zijn. Ook het werk van iemand die tegen de bierkaai op probeert om in woorden – veel, veel woorden – tot een waarheid, een kern, te komen (‘bijbel’ is nog niet zo’n gekke term, in dat opzicht).

In een gesprek met zijn psychiater blijkt dat halfreligieuze verlangen naar ‘Waarheid’ dan ook ten grondslag te liggen aan veel van Jacobs grieven. Laat in zijn leven vraagt hij zich af wat er toch steeds misging in zijn relaties. Aan zijn therapeut verklaart hij dat het hem nooit lukte om in volledige eerlijkheid met zijn geliefdes samen te zijn:

‘Het is erg lastig om zo te leven, zei [dokter Silvers], ‘Volledig eerlijk.’

‘Weet ik.’

‘Op die manier zul je erg gekwetst worden en tegelijk ook anderen erg kwetsen.’

Ook dat blijkt Jacob dus als een van zijn verantwoordelijkheden te beschouwen: volledige eerlijkheid. Maar als er iets is wat Foers boek probeert te laten zien, is het wel dat volledige eerlijkheid zowel onmogelijk als ongewenst is.

Het streven ernaar kan vernietigend zijn.

Schrijf je in voor de boekenclub Wil je meelezen? Meediscussiëren? En als eerste horen welk boek we komende maand gaan lezen? Schrijf je deze week in voor de boekenclub, en ontvang het nieuws en de updates in je mailbox.
Naar het aanmeldformulier
Dit is de boekenclub van De Correspondent in dertien veelgestelde vragen De veellezer klaagt dat hij hoogstens één roman per week leest. De weiniglezer klaagt dat hij alleen nog maar op vakantie leest. Voor beide groepen ben ik de leesclub van De Correspondent begonnen. Ruim 2.700 lezers werden al lid. Lees je mee? Lees hier hoe de boekenclub werkt


Meer uit de boekenclub?

Wat voor een schrijver is Jonathan Safran Foer? De leesclub bespreekt Hier ben ik van Jonathan Safran Foer. In zijn derde roman betoont hij zich misschien nog wel het meest een joodse schrijver, maar ook een kind van zijn generatie en een beetje een braverik. Wat is volgens jullie typisch Foer? En bevalt dat? Lees het stuk hier terug Deze maand in de boekenclub: de langverwachte nieuwe Jonathan Safran Foer Elf jaar na Extreem luid en ongelooflijk dichtbij is er een nieuwe roman van Jonathan Safran Foer. We bespreken Hier ben ik in de boekenclub van De Correspondent. Ditmaal laat de auteur het mogelijke begin van een Derde Wereldoorlog uitbreken in Israël. Lezen en discussiëren jullie mee? Lees het stuk hier terug