Kijken: ingenieur laat minipapegaai met veiligheidsbril door laserlicht vliegen. Hij hoopt op betere drones
We bouwen graag vliegende robots (drones!) en vaak bouwen we dan insecten of vogels na. Maar hoe houden dierlijke vleugels die beestenlijfjes eigenlijk in de lucht? Dat is onduidelijk.
De huidige liftkrachtmodellen voor vogelvlucht zijn vrij onnauwkeurig. Dronebouwers die deze modellen gebruiken bij het ontwerp van dronevleugels, werken dus met suboptimale vergelijkingen en maken zo suboptimale drones.
Ter verbetering van de modellen bedacht de Nederlandse ingenieur David Lentink, met zijn studenten aan de Stanforduniversiteit, een opstelling van laserlicht, stofdeeltjes en camera’s die bewegingen van vliegende vogels en ontstane luchtvortexen heel precies vastlegt.
Minipapegaaien zoals ‘Obi’ (naar Jedi-MeesterObi-Wan Kenobi) vliegen daartoe op commando heen en weer door de opstelling. Om hun kraaloogjes te beschermen tegen het laserlicht dragen ze speciaal ontworpen ge-3D-printe veiligheidsbrillen.
Aan de hand van vandaag gepubliceerde papegaaivluchtgegevens kunnen vluchtmodellen totaal worden herzien. Ten faveure van de drones, hoopt Lentink.
Lentink is al langer geïnteresseerd in vliegbots. In 2008 ontwikkelde hij aan de TU Delft de DelFly Micro, een ijzeren minivlieg met camera aan boord, met een spanwijdte van 10 centimeter en een gewicht van drie gram.
Veel onderzoeksgroepen wereldwijd puzzelen aan de constructie van robotvliegers, vertelt Lentink me in 2012. ‘Maar die halen het qua mogelijkheden en energie-efficiëntie nog lang niet bij insecten of vogels. Misschien lukt dat wel nooit.’
Dankzij Obi zijn we nu in elk geval weer een stap dichterbij.
Lees vooral ook dit persbericht van de Stanforduniversiteit: ‘Birds flying through laser light reveal faults in flight research, Stanford study shows’