Volgens de auteurswet is mijn hele generatie crimineel. Wat nu?
Iedere dag zetten we miljarden plaatjes online, vaak zonder toestemming. Het is de gewoonste zaak van de wereld en toch hartstikke illegaal. Ik vroeg een expert hoe we deze bizarre situatie moeten begrijpen en verbeteren.
‘Je hebt een leuk fotootje op internet gevonden en zet dat op Facebook. Of je bent bezig met een blog en haalt een plaatje van Google Afbeeldingen. Het zijn dingen die we dagelijks doen. Het zijn ook ernstige inbreuken op het auteursrecht, misdrijven waar tot vier jaar op staat.’
Aan het woord is ict-jurist Arnoud Engelfriet. In de board room van Engelfriets adviesbureau ICTRecht interview ik hem over auteursrecht. Daar is iets vreemds mee aan de hand: er is een enorme kloof tussen wat we denken te mogen en wat de wet toestaat.
Wie illegaal een plaatje deelt, kan even zwaar bestraft worden als bedrijven die bewust de wet overtreden. De auteurswet stamt namelijk uit een tijd voordat gewone burgers op grote schaal content konden delen. Engelfriet geeft voorbeelden uit de fotografie en beeldende kunst. Maar dezelfde principes gelden voor muziek, film en literatuur.
‘Mensen zien plaatjes als een soort grondstof voor het internet. Denken dat je ze gewoon kunt pakken. Google en andere partijen maken dat ook heel makkelijk. Mensen zijn ermee opgegroeid en ontdekken dan dat het niet mag. Daar moeten we wat mee.’
Wat er kan gebeuren als je ‘gewoon’ iets deelt
In Nederland kan je voor het overnemen van een plaatje in theorie vier jaar celstraf krijgen. In de praktijk krijg je eerder een factuur van de fotograaf. Dat gebeurt vaker dan je misschien denkt. Internet maakt niet alleen het uploaden van plaatjes makkelijk, maar ook het opsporen via diensten als Google Afbeeldingen en TinEye.
Het bedrag op de factuur hangt af van wat de fotograaf normaal gesproken rekent. Vaak worden er nog extra kosten voor de inbreuk op het auteursrecht en opsporingskosten toegevoegd, maar de basis is het standaardtarief van de specifieke fotograaf.
‘Sommige fotografen vragen 50 euro, andere 500 euro. Weer andere vragen 500 euro per maand. Als jij die foto dan twaalf maanden op je site zet, kom je theoretisch aan bij 6.000 euro. Wel even slikken voor een fotootje waarvan jij dacht, ‘dat is gewoon een pinguïn.’’
Wanneer mag je een foto dan wél uploaden?
‘Er zijn een paar situaties waarin je andermans foto’s mag delen. De eerste is als je een parodie maakt. De tweede is het citaatrecht, dat je de foto echt nodig hebt om een inhoudelijk punt te maken. Wel moet je dan de fotograaf noemen. Als het alleen versiering is, een plaatje tussen een lap tekst om het leuker te maken, dan heb je toestemming nodig.’
Zelfs als mens kan je soms moeilijk inschatten: is het een grap, of zijn ze gewoon heel slecht?
Hoe zit dat met video’s op YouTube?
‘Bij YouTube hebben ze een technologie ontwikkeld, Content ID. Daar hebben ze een grote database met muziek en films. Ze kijken of jouw upload ergens overeenkomsten vertoont met die database. Bijvoorbeeld: ‘Daar zit tien seconden in, dat is die clip van Taylor Swift. Mevrouw Swift heeft gezegd dat wil ik niet hebben, dus die gaat offline of het geluid gaat uit’.’
‘Het vervelende is dat Content ID alleen kan zeggen of iets op iets anders lijkt. De beoordeling of het een parodie is, is nog steeds iets wat een mens moet doen. En zelfs als mens kan je dat soms moeilijk inschatten: is het een grap, of zijn ze gewoon heel slecht?’
Mag je volgens de wet wel links delen?
‘Alleen linken naar iets is geen inbreuk op het auteursrecht. Behalve als je als consument wist of moest weten dat de bronfoto illegaal online staat. Daar is heel recent een uitspraak over geweest.’
‘Dat was de zaak van GeenStijl die naaktfoto’s van Britt Dekker heeft gepubliceerd. Het Hof van Justitie heeft recent gezegd dat je als professioneel mediabedrijf gewoon moet weten dat die foto’s illegaal online stonden.’
‘Voor een consument ligt de bewijslast andersom, maar als jij bijvoorbeeld erbij zou zetten ‘dit mag eigenlijk niet, maar ik link er even naar,’ dan is het bewijs dus gegeven [dat je wist dat de foto illegaal online stond, RK].’
Hoe de kloof tussen wat we gewoon vinden en wat mag ontstond
‘De wet maakt geen onderscheid tussen de consument die een plaatje deelt op Facebook en een groot bedrijf dat het op de cover van een bestseller zet. Juridisch is dat dezelfde situatie.’
Dat lijkt vreemd. Maar als je bedenkt dat de kern van de auteurswet uit 1912 stamt, wordt de wet een stuk begrijpelijker. Destijds was er geen manier voor burgers om grootschalig auteursrechtelijk beschermd materiaal te delen.
‘Als jij platen uit ging brengen, dan had je een groot bedrijf met een fabriek nodig, dat ze stampte. Dan had je twintig man in dienst en kon je ook wel een jurist inhuren. Die zei: ‘Ik ga even met Buma/Stemra bellen en kijken of deze rechten bij Polygram liggen, of bij die en die’.’
‘Het was geconcentreerd. Je wist: er staat een platenperserij in Den Haag en een in Arnhem. Dat was het wel zo’n beetje. Je kende je pappenheimers.’
Net als vroeger de opa die altijd boos werd als er een bal bij ‘m in de tuin kwam. Áls hij dan een keer zo’n bal te pakken had, dan ging die ook lek
Tegenwoordig heb je niet één bedrijf dat iets heel vaak kopieert, maar een heleboel mensen die iets één keer delen.
‘Klopt. Het is heel diffuus, dus die mensen moet je dan allemaal hebben. Ik heb zelf het gevoel dat er nogal wordt geredeneerd van: ‘Áls ik dan een keer eentje heb, moet die het maar eens voelen.’ Soms wordt zelfs expliciet gezegd: ‘We gaan de boete of de schadevergoeding maar eens wat verhogen ter afschrikking van anderen.’
‘Dus dan krijg jij een hogere schadevergoeding opgelegd, omdat andere mensen foto’s jatten. Net als vroeger de opa die altijd boos werd als er een bal bij ‘m in de tuin kwam. Als hij dan een keer zo’n bal te pakken had, dan ging die ook lek.’
Wat we eraan kunnen doen
Is de auteurswet achterhaald?
‘Ik denk dat de wet uitgaat van een manier van werken die vandaag niet meer bestaat.’
Hoe komen wijzigingen in de auteurswet tot stand?
‘Bijna alle wetten en veranderingen op dit gebied komen van de Europese Unie. De Europese Commissie doet een voorstel, het Europese Parlement discussieert en stemt erover. In dat proces luister je als parlementariër naar alle betrokkenen.’
‘In de huidige praktijk is er vooral heel veel lobby vanuit de rechthebbenden. Die vinden eigenlijk dat alles niet moet kunnen en dat alles hun toestemming vereist. Er is wel een opkomende lobby van tussenpersonen zoals Google en Facebook. Die vinden dat als hun klanten iets doen, zij er als bedrijf niet aansprakelijk voor zijn.’
‘Maar er zijn heel weinig partijen die zeggen dat gewone mensen het recht moeten hebben om niet-commercieel dingen te doen met foto’s die op internet staan, of dat mensen teksten moeten kunnen gebruiken.’
‘Je hebt bijvoorbeeld de Piratenpartij die wél zegt dat het auteursrecht helemaal anders moet, maar dat is nog een relatief kleine stem in het geheel. Daarnaast heb je burgerrechtenorganisaties als EDRi en Bits of Freedom. Die roepen: ‘Kijk uit, de handhaving van auteursrecht moet niet zover gaan dat burgerrechten met voeten worden getreden’.’
Hoe denk jij dat die situatie verbeterd kan worden?
‘Ik denk dat we op z’n minst richtprijzen moeten krijgen voor niet-commercieel gebruik. Maar misschien moet je op een gegeven moment ook zeggen: voor niet-commercieel gebruik staan we dingen eerder toe. Daar hoeft dan geen schadevergoeding voor te worden betaald, maar als de rechthebbende zich meldt, moet je het gebruikte materiaal meteen weghalen.’
‘Ik wil vooral dat er een discussie over komt. Dat het niet alleen maar is, ‘je moet geen beeld overnemen van andere mensen.’ Dat vind ik een heel achterhaald standpunt. Het gebeurt nou eenmaal. Hoe wil je daarmee omgaan?’
‘Ik maak wel eens de analogie met fietsers. Die rijden door rood licht rechtsaf en ‘s nachts zonder licht. We hebben op een gegeven moment in de wet gezet dat rechtsaf door rood moet kunnen, want het risico is nihil. Maar fietsen zonder licht vinden we gewoon heel gevaarlijk. Dus dat handhaven we.’
‘Wat je vaak ziet is dat in grote steden lampjes worden uitgedeeld. Dan word je aangehouden door iemand met een hesje die zegt, ‘hier, doe nou een lampje op.’ Gratis en voor niks. Pas een maand later gaan ze écht handhaven. Dan heb je ook geen verhaal meer. ‘We hebben drie weken lampjes staan uitdelen en nou fiets je nóg zonder licht.’ Dan krijg je gewoon 50 euro boete.’
‘Vinden wij dit soort fotogebruik rechtsaf door rood, of zonder licht fietsen?’