Op een feestje van de FARC ontdek ik: echte vrede begint laag bij de grond
Een referendum leek roet in het eten te gooien, maar er wordt hard gewerkt om het vredesakkoord dat Colombia’s president deze week de Nobelprijs opleverde alsnog te redden. Ik bezocht een conferentie van de FARC en ontdekte: duurzame vrede komt er pas als de toegang tot land - en de rijkdommen daaronder - eerlijker wordt georganiseerd. Want daar ligt de echte voedingsbodem van het conflict dat dit akkoord wilde oplossen.
Het doet me nog het meest denken aan bevrijdingsdag. Voor een groot podium wordt uitbundig gedanst terwijl vrolijke salsamuziek de open Colombiaanse vlakte vult. Kinderen en ouderen kijken lachend vanaf hun stoeltjes toe.
Een feest als dit is niet wat ik verwachtte toen ik hier naartoe kwam. Ik ben aanwezig op de zogenoemde Nationale Guerrilla Conferentie van de FARC, ’s lands oudste en grootste guerrillagroep. Deze conferentie, waar de hoogste rebellenleiders bij elkaar zijn gekomen om over het vredesakkoord te stemmen, vormt het slotstuk van jaren intern debat. Na 52 jaar oorlog kiest de FARC ervoor de wapens neer te leggen. De stemming is euforisch. Er is nog niets te merken van de schok die door het land - en de wereld - zou gaan toen de Colombiaanse bevolking het vredesakkoord vorige week met slechts 0,4 procent verschil verwierp. Elke avond schalt het door het kamp: Viva las FARC! Viva Colombia! Viva la Paz!
Voor Yeisson (33) en zijn kameraden van Front 27 is de uitslag van het referendum dan ook een klap in het gezicht. ‘Ik zou na het einde van de oorlog graag een eigen boerderij beginnen,’ vertelt de guerrilla terwijl we genieten van een sterke kop Colombiaanse koffie op zijn provisorische bed van takken en bladeren. ‘In elk geval liggen we niet meer onder vuur,’ zegt hij met een zekere berusting.
En hij (‘Ik heb dagen meegemaakt dat we in een constante loodregen zaten’) kan het weten: hij is kind van de oorlog. Zijn ouders werden vermoord door rechtse paramilitairen toen hij twaalf jaar oud was. Drie ooms ontfermden zich over hem, maar kwamen een halfjaar later zelf om in een aanval van het regeringsleger. Zijn broers en zussen heeft hij nadien nooit meer gezien.
Voor de jonge Yeisson (een nom de guerre), en met hem vele anderen, was het haast vanzelfsprekend zich na dit trauma aan te sluiten bij de rebellen van de FARC. Die beweging, die strijdt voor de rechten van kleine boeren als Yeissons ouders, nam hem in haar gelederen op. Zo werd een slachtoffer strijder, die zelf weer nieuwe slachtoffers maakte: de vicieuze cirkel van geweld die Colombia al decennia in zijn greep houdt.
En zo belandde Yeisson in El Diamante, het FARC-kamp op de snikhete savanne van Yari, waar zo’n 1.500 rebellen zijn samengekomen om te praten over het vredesakkoord. Een week voor de onverwachte referendumuitslag reis ik hier naartoe om te begrijpen wat nu de oorzaak is van een van de oudste gewapende conflicten ter wereld. En leer ik wat er nodig is om tot een werkelijke, duurzame vrede te komen.
Wat er na het referendum gebeurde
Maar eerst de recentste ontwikkelingen. De onverwachte uitslag van het referendum heeft Colombia in een politieke chaos gestort. President Juan Manuel Santos hoopte er brede maatschappelijke steun mee te krijgen voor zijn akkoord, maar nam daarmee ook een grote gok: de bevolking is zeer verdeeld over de vraag of en hoe er vrede met de FARC moet worden gesloten.
Onder aanvoering van oud-president Álvaro Uribe, die altijd een groot tegenstander van onderhandelingen met de FARC was, voerde de conservatieve oppositie bovendien intensief campagne tegen het akkoord. Zij wist in te spelen op het breed gedragen sentiment dat er weinig rechtvaardigheid voor de slachtoffers is nu de rebellen er zonder straf vanaf lijken te komen.
Maar nu ligt Uribe zelf onder vuur nadat uitlekte dat hij bewust campagne heeft gevoerd op basis van foutieve informatie. Verschillende mensenrechtenadvocaten en slachtoffergroepen hebben de voormalige president daarom aangeklaagd voor verkiezingsfraude. Ondertussen kreeg Santos vorige week de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. Hiermee is de huidige president nog meer op een voetstuk komen te staan als de grote voorvechter van vrede in Colombia.
Zou Santos’ akkoord ook echt de achterliggende oorzaken van het conflict oplossen?
Maar zou zijn akkoord ook echt de achterliggende oorzaken van het conflict oplossen? Om werkelijk ‘blijvende en stabiele vrede’ te krijgen, zoals het in het referendum werd verwoord, moeten de sociaal-economische problemen op het Colombiaanse platteland aangepakt worden. Daar ligt namelijk de basis voor het geweld van de FARC.
En wanneer we bekijken hoe de regering-Santos daar in al haar beleid mee omgaat, doemen grote belemmeringen voor de eventuele toekomstige naleving van het vredesakkoord op. Want hoewel dit akkoord afgeschoten is, zijn de president én de FARC vastbesloten een nieuw verdrag te sluiten. Reden om die achterliggende problemen eens onder de loep te nemen.
Waar het conflict vandaan komt...
‘Campesinos [de kleine boeren, BC] hebben altijd moeten lijden in dit land. Zij werden gedood door de grote landeigenaren of hun land werd hun met geweld ontnomen. Dat is een van de belangrijkste redenen geweest om onze strijd te beginnen. Wij zijn beschermers van de campesinos. Want we zijn zelf allemaal campesino.’
Het zijn de woorden van Adrian Reyes, een van de afgevaardigden van het zestiende front van de FARC naar de guerrilla-conferentie. Woorden ook die typerend zijn voor de FARC, van oudsher een gewapende boerenpartij die opkomt voor de rechten van zelfvoorzienende boeren met slechts enkele hectaren grond.
Hoe is dat zo gekomen? Een antwoord komt van politicoloog en FARC-kenner Juan Carlos García Lozano. Hij omschrijft de FARC als een ‘ subalterne, rurale en gewapende groepering.’ De FARC is altijd een groep van marginale, arme boeren geweest, vertelt hij, die letterlijk aan de rand van de samenleving stond: in verafgelegen bosgebieden tegen de grens met Ecuador, Brazilië of Venezuela vond zij haar sociale basis onder de boerenbevolking. Daar kwam zij vanaf de jaren zestig in gewapend verzet tegen gedwongen deportaties van duizenden kleine boeren die van overheidswege plaats moesten maken voor moderne, industriële landbouwmethodes.
Het alternatief van de FARC was een communistisch, agrarisch ontwikkelingsmodel. Ook politiek is de rebellengroep daarom altijd een marginale partij geweest. Voor haar links-marxistische gedachtegoed is jarenlang geen plek geweest in het politieke bestel van Colombia, dat traditioneel gedomineerd wordt door de conservatief-liberale elite van Uribe en Santos.
...en wat het akkoord daaraan wilde doen
Deze strijd om een plek voor de campesino-boeren in het moderniserende landbouwsysteem van Colombia is nog altijd de bestaansreden voor de FARC. Dit is dan ook het belangrijkste thema waarover afspraken moesten worden gemaakt in het haast driehonderd pagina’s tellende Vredesakkoord van Havana.
De regering-Santos en de FARC spraken daarin onder meer af dat er een grote plattelandshervorming moet komen. De komende tien jaar zou er 3 miljoen hectare landbouwgrond herverdeeld worden onder campesinos, guerrilla’s en slachtoffers van het conflict met geen of te weinig eigen grond. Daarnaast zou ook nog eens 7 miljoen hectare landbouwgrond officieel geregistreerd gaan worden.
Het opnemen van deze hervormingen was een belangrijke overwinning voor de FARC. Meer dan vijftig jaar na het uitbreken van het conflict is de landverdeling in Colombia nog steeds extreem ongelijk. Volgens cijfers van USAID bezit slechts 0,4 procent van de bevolking 62 procent van het beste land in Colombia. Oxfam International meldt dat 80 procent van de Colombiaanse grond in handen is van slechts 14 procent van alle landeigenaren. En deze ongelijkheid is sinds het begin van de strijd alleen maar toegenomen, aldus USAID, onder meer dankzij belastingvoordelen en overheidssubsidies voor grote landeigenaren.
Colombia heeft zijn problemen met de verdeling van landbouwgrond nooit goed opgelost
‘Colombia heeft zijn problemen met de verdeling van landbouwgrond nooit goed opgelost,’ verklaart Pablo Catatumbo, FARC-commandant en lid van het Secretariaat van de FARC, tijdens een persbijeenkomst op de guerrillaconferentie. ‘In bijna alle Latijns-Amerikaanse landen heeft ooit een of andere democratische hervorming van grondbezit plaatsgevonden. Colombia is het enige Latijns-Amerikaanse land waar men dergelijke hervormingen nooit heeft toegelaten.’ Met het afgewezen vredesakkoord leek daar, voor het eerst in de Colombiaanse geschiedenis, verandering in te gaan komen.
Wat het akkoord niet op zou lossen: problemen met de mijnbouw
Deze decennia durende strijd om een eerlijkere verdeling van grond heeft niet alleen betrekking op de landbouw. Colombia heeft ook een relatief grote mijnbouwsector. Olie en steenkool behoren tot de belangrijkste exportproducten van het land, waar een groot deel van de staatsinkomsten uit voortkomt. De strijd om land en grond zoals de FARC die voert richt zich daarom ook tegen dit model. Catacumbo: ‘In het akkoord is helaas niets over de mijnbouw opgenomen. Maar wanneer de vrede gesloten is kunnen we de politieke strijd tegen dit model wel voortzetten.’
Beikos Bioho, lid van het Centrale Hoge Commando van de FARC, praat hier gepassioneerd over. ‘70 procent van de mijnbouw in het departement Chocó is kleinschalig handwerk door lokale gemeenschappen. Als FARC hebben wij altijd met hen samengewerkt. Deze mensen werken en leven daar tenslotte al decennia.’ Met name de goudwinning in dit gebied vindt op illegale, kleineschalige wijze plaats.
De vrees bestaat dat mijnbouwbedrijven van de jonge vrede gebruik zouden maken om hun activiteiten uit te breiden in de - voorheen te gevaarlijke - voormalige conflictgebieden. Bioho is bang dat de rijkdommen in olie, steenkool of goud straks naar de grote bedrijven vloeien, ten koste van de bevolking en het milieu.
‘De regio’s met de grootste aanwezigheid van militairen zijn de regio’s met de grootste ecologische destructie door mijnbouw. Hoe leg je dat uit?’ vraagt Bioho fel. Nu al leidt de oliewinning in Colombia vaak tot conflicten met inheemse gemeenschappen, beaamt ook García Lozano, en dat zal naar verwachting alleen maar toenemen.
En: bedreiging door de agro-industrie
Het nu verworpen vredesakkoord zou dus neerkomen op een poging om het platteland te hervormen zonder de grootschalige impact van de mijnbouw in dat proces mee te nemen.
Maar de regering-Santos werkt ondertussen ook aan ander beleid dat de mogelijke vrede nog meer onder druk zou zetten. Een recente wetswijziging is het beschikbaar stellen van baldios, braakliggende staatsgronden die nog door niemand in gebruik zijn genomen. Colombia is een van de landen in Latijns-Amerika met de grootste hoeveelheden ongebruikt land en de regering wil deze gebieden maar al te graag verder ontwikkelen.
De wet- ZIDRES, zoals deze beschikbaarstelling van ongebruikt land wordt genoemd, stuitte op veel kritiek. ‘Het is een wet ter bevordering van monoculturen en niet een ter bevordering van eerlijker landgebruik,’ vertelt Dario Fajardo Montaña, als hoogleraar verbonden aan de Universidad Exterior de Colombia. ‘Wat deze wet eigenlijk doet, is het weggeven van uitgestrekte stukken land aan grootschalige investeringsprojecten. Daarbij wordt de campesinos de toegang tot deze terreinen ontzegd.’
Veel van deze stukken land liggen in voormalige conflictgebieden, waar de campesinos, guerrilla’s en interne vluchtelingen zich juist zouden moeten gaan vestigen volgens het vredesakkoord. De ZIDRES-wet maakt het mogelijk om binnen deze terreinen verschillende vrijhandelszones in te richten met flexibele arbeidswetgeving. ‘Het zijn dus eigenlijk vrijhandelszones voor de exploitatie van lokale arbeid en de natuurlijke hulpbronnen,’ aldus Fajardo Montaña. Volgens hem is deze wet dan ook compleet in strijd met de afspraak van een plattelandshervorming die de regering tegelijkertijd met de FARC maakte.
Fajardo Montaña twijfelt er bovendien niet aan dat met dit beleid de ontbossing van tropisch regenwoud sterk toeneemt. ‘Zulk beleid heeft altijd een enorme impact op het milieu, de fauna, het water en de bodem.’
Ook de FARC is kritisch over deze nieuwe wetgeving. Commandant Catatumbo: ‘De FARC is van mening dat het mogelijk is dat er een agro-industrieel model en een campesino-model naast elkaar kunnen bestaan. Maar dat kan niet als de agro-industrie het primaire model is. Dat model is namelijk niet gericht op het voeden van Colombianen, maar op de export.’
De ironie van de vrede
Kijkend naar al deze recente ontwikkelingen is er eigenlijk maar één conclusie mogelijk, meent Fajardo Montaña. ‘Er bestaat een grote inconsistentie tussen de afspraken uit het vredesakkoord en het verdere Colombiaanse overheidsbeleid. Er ontbreekt simpelweg een geïntegreerd landbouw- en milieubeleid in Colombia.’
Politicoloog García Lozano denkt er net zo over: ‘Het is erg ironisch, maar het vredesakkoord [mocht het alsnog aangenomen gaan worden, BC] zal waarschijnlijk leiden tot een sterke toename in het aantal sociaal-maatschappelijke conflicten in Colombia.’
Er is Santos en de FARC veel aan gelegen om het vredesakkoord alsnog door te laten gaan. Ondanks de mogelijke hervormingen die dat gaat opleveren blijft de ontwikkeling van de Colombiaanse landbouwsector in haar kern echter even extractivistisch als de mijnbouw.
Het is erg ironisch, maar het vredesakkoord zal waarschijnlijk tot een sterke toename in het aantal conflicten in Colombia leiden
Maar een ontwikkelingsmodel dat alleen maar rond campesino-landbouw is gevormd heeft ook geen zin, beaamt Fajardo Montaña. Daarmee ga je de bevolking simpelweg niet voeden. ‘Maar je moet de rechten van de campesinos wel erkennen.’
Extra ironisch is het feit dat de inkomsten uit (met name) de vervuilende en conflict veroorzakende mijnbouwindustrie juist noodzakelijk zullen zijn om de afspraken uit het vredesakkoord te financieren. Om alle hervormingen na te komen heeft de Colombiaanse overheid simpelweg meer financiën nodig. Nu de economie in het slop zit, en de lage olieprijzen voor verminderde staatsinkomsten zorgen, zijn nieuwe exploraties haast onvermijdelijk, verwacht García Lozano.
Door die gevolgen zou een nieuw akkoord nou juist datgene belemmeren waar de FARC al die jaren voor gestreden heeft: erkenning voor de positie van de campesinos. Het is voor de FARC dan ook van groot belang een stevige politieke basis te verkrijgen, om zo hun strijd in het parlement voort te kunnen zetten. De vraag is hoe succesvol die strijd gaat zijn nu een groot deel van de bevolking een diepe haat tegen de terreurgroep koestert. Niet voor niets stemde de helft van de kiezers tegen de vrede.
En nu?
In 2013 schreef de Uruguayaanse schrijver en journalist Eduardo Galeano: ‘Goden noch duivels hebben Colombia veroordeeld tot een straf van voortdurend geweld. Het geweld heeft aardse oorzaken, en is geen onvermijdelijkheid van het lot.’
Het moge duidelijk zijn: meer nog dan Galeano waarschijnlijk bedoelde heeft het geweld in Colombia letterlijk aardse oorzaken. Het is onmogelijk om dit conflict los te zien van de strijd om land en aardse (minerale) rijkdommen. Voor echte, blijvende vrede zal dan ook een diepere oplossing gevonden moeten worden dan het vredesakkoord voorstelde.
Voorlopig lijkt de vrede in de kiem gesmoord. Maar laten we hoop putten uit Galeano’s woorden dat er voor aardse zaken ook aardse oplossingen te vinden moeten zijn.
Voor FARC-guerrilla Yeisson en zijn kameraden zit er tot die tijd niets anders op dan te wachten. ‘We doen wat er besloten wordt door de commandanten. Ik ben in elk geval niet bang om een nieuw leven na de vrede te beginnen. Als we gezamenlijk besloten hebben dat we voor vrede kiezen, dan gaan we daar ook voor.’
Dit verhaal is mede mogelijk gemaakt met steun van het Postcode Loterij Fonds van Free Press Unlimited.