Na Wereldvoedseldag is de vraag: wat wil jij weten over ons voedselbeleid?

Overal ter wereld werd zondag stilgestaan bij voedsel en de productie daarvan. Ik belde de staatssecretaris, Martijn van Dam (PvdA) om het daar eens over te hebben. Want wie is er nu aan zet - de overheid of de consument? Aan de telefoon kwamen we daar niet helemaal uit. Volgende maand praten we verder. Ik neem je vragen en ideeën graag mee.
Het afgelopen jaar schreef ik voor jullie over de toekomst van ons voedsel. Mijn verhalen spitsten zich de afgelopen maanden vooral toe op voedselbeleid.
En dat is niet voor niks, want ik ben het met politicoloog Herman Lelieveldt eens dat het in eerste instantie de politiek is die de grote veranderingen in ons voedselsysteem mogelijk moet maken. Deskundige Louise Fresco schetst de contouren van zulk beleid hier:
Om deze reden wilde ik al een tijdje een gesprek met de man die zulk beleid zou kunnen maken: Martijn van Dam.
Als staatssecretaris van Economische Zaken is Van Dam (PvdA) verantwoordelijk voor de landbouw en de voedingsindustrie. Een van de dingen die hij nu - excuseer mij de woordgrap - op zijn bordje heeft is de vraag in hoeverre burgers zelf in staat zijn om invloed uit te oefenen op de voedselindustrie. Om echt invloed uit te oefenen moet je op de hoogte zijn. Zijn consumenten dat eigenlijk wel? Ik belde hem om het te vragen.
Van Dam: ‘Ik denk dat het als consument heel moeilijk is goed op de hoogte te zijn. Het begint vaak al bij de verpakking. Als je een bewuste consument bent, koop je vaak iets met een keurmerk op de verpakking. Maar van lang niet alle keurmerken is het duidelijk wat ze precies betekenen en hoeveel dat waard is. Zaterdag presenteert Milieu Centraal daarom een soort ranglijst van duurzaamheidskeurmerken . Welke moet je nou het meest serieus nemen?’
Een soort keurmerk voor keurmerken? Moet dat niet gewoon in regelgeving zitten?
‘Er is basale wetgeving voor bijvoorbeeld voedselveiligheid. Er zijn bepaalde minimumstandaarden, met name voor dierlijke producten en de manier waarop je dieren houdt. Maar bewuste consumenten willen het vaak beter doen dan die wettelijke minimumnormen. En als je dat echt wil, dan moet je nu nog helemaal naar het uiterste van het spectrum. Naar de meest duurzame biologische winkels waar de transparantie het grootste is. Maar de gemiddelde consument die naar een gewone supermarkt of markt gaat… los van die keurmerken heeft die nauwelijks houvast.’
Dus eigenlijk is het antwoord ‘nee, consumenten zijn niet genoeg op de hoogte op dit moment want het is eigenlijk onmogelijk om goed op de hoogte zijn.’
‘De mogelijkheden die je hebt om te weten wat eigenlijk de impact is van wat je koopt, zijn inderdaad zeer beperkt. Weet jij veel waar precies de ingrediënten vandaan komen door al die grote internationale verweven voedselstromen. Het kan overal vandaan komen en je weet niet hoe het geproduceerd is.’
Zou het niet beter zijn als die keurmerken niet nodig zijn? Met andere woorden: zijn die minimumnormen genoeg?
‘Dat is zo’n uitgebreide vraag, kan ik daar later op terugkomen?’
In een uitgebreid interview over je ambities met het Voedselbeleid?
‘Ja, dat is goed.’
Afgesproken.