Anthony Collins heeft geen bot meer in zijn bovenbeen. Kogels verbrijzelden zijn heup en dij. ‘Zit een metalen pin in. Mooi toch? Nu kan ik mezelf vertellen dat ik er op het vliegveld niet word uitgepikt omdat ik zwart ben.’

Hier spreekt de man die de Amerikaanse geschiedenis herschrijft. Al drie jaar werkt hij aan hiphopgeschiedenislessen voor alle openbare middelbare scholen van New York. Het doel: tegenwicht bieden aan de geschiedenisboeken die nu worden gebruikt.

Dus: zwarte historische figuren en rolmodellen een plaats geven in het verhaal. Zorgen voor een geschiedschrijving waarin iedereen zich gerepresenteerd ziet. Harvard is geïnteresseerd in zijn werk, New York University ook.

De dag dat Collins (1979) zijn bot kwijtraakte, werd hij ook geraakt in zijn borst en zijn rug. Een wraakactie, thuis in Charlotte, North Carolina. ‘Ze moesten mij niet eens hebben, maar mijn broertje. Het is zo cliché om te zeggen dat de zwarte jongens uit onze buurt weinig perspectieven hadden en mijn broertje daardoor omging met de verkeerde mensen, dus laten we het daar maar niet over hebben.’

Anthony bij een platenzaak. Foto: Horatio Baltz (voor De Correspondent)

Het probleem? Beeldvorming

In Charlotte pakte hij na de aanval zijn oude werk weer op: docent Engels en geschiedenis op een middelbare school. Maar de combinatie revalideren en lesgeven werd hem te zwaar. Dus vertrok hij naar New York, met een pin in zijn been en een stapel platen in zijn koffer. Zijn broertje was eerder al naar de andere kant van het land vertrokken en werkt nu in een kapperszaak.

Anthony steekt een sigaret op (boven). Adam Bush, 19, in Brownsville (onder). Foto’s: Horatio Baltz (voor De Correspondent)

We spreken elkaar in het Schomburg Center, het museum en kenniscentrum voor zwart cultureel erfgoed in Harlem, waar Collins kantoor houdt. Hij stopt een hand in de zak van zijn gilet, haalt er een pen uit, steekt hem in de lucht en sluit zijn ogen.

‘Ik gaf les in een buurt waar de leerlingen stuk voor stuk mijn broertje achternagingen. Ze hadden geen positieve rolmodellen, geen sterke thuisbasis, geen idee van wat ze konden. Dan wil je weg. Dan ga je opkijken naar de mensen die het meeste geld en de grootste bek hebben.’ Collins zucht diep, smijt zijn pen op tafel. ‘Ook dit verhaal lijkt zo standaard dat ik het niet eens meer wil vertellen, man…’

Hij maakt een mond van zijn hand, doet alsof het een pop is. ‘Jonge zwarte mensen worden onderdrukt, ze zien geen andere uitweg dan de criminaliteit. Fuck.’ Dan kijkt hij naar beneden, waar een schoolklas een tour krijgt door het Schomburg. ‘Het blijft de dagelijkse praktijk voor te veel kinderen. Het is tragisch, maar niet onomkeerbaar. Weet je wat het probleem is? Beeldvorming. Daarom doe ik wat ik nu doe.’

De geschiedenis vertellen door een hiphopbril dus, als aanvulling op de geschiedenis die nu al wordt gedoceerd. Eerst werkt Collins aan losse modules; daarna wordt er een boek gevormd. De bedoeling is dat uiteindelijk alle openbare middelbare scholen in de Verenigde Staten het boek gaan gebruiken. Maar eerst is New York aan de beurt - daar hebben meerdere scholen al interesse getoond. In 2018, hoopt Collins, staan de eerste docenten zijn lessen te geven.

Collins lessen: een mes dat aan twee kanten snijdt

Hij woont in Brooklyn, in de kelder van zijn schoonmoeder. Over de bank zit een plastic hoes, in een hoek staat een plastic boeket. ‘s Avonds draagt Collins poëzie voor in clubs en maakt hij muziek. Overdag geeft hij bijles aan middelbare scholieren en werkt hij in Harlem aan het curriculum. Collins: ‘Het klinkt allemaal heel gezellig, misschien zelfs grappig, maar stiekem heb je het hier over een project dat de houding van een volledig land kan veranderen.’

‘Je moet niet vergeten hoe letterlijk jonge mensen de geschiedenis nemen die hun wordt aangeleerd’

Want wat gebeurt er als elke held in je geschiedenisboek wit is, maar vervolgens geen context wordt geboden aan hoe zo’n boek tot stand is gekomen? Je houdt vooroordelen in stand, ontloopt je verantwoordelijkheid als docent, als maatschappij. Maar het voornaamste punt, volgens Collins: ‘Je ontneemt zwarte kinderen hun zwarte rolmodellen. Want die zijn er, God, die zijn er. En je moet niet vergeten hoe letterlijk jonge mensen de geschiedenis nemen die hun wordt aangeleerd.’

Hij hoopt de perspectieven en het zelfvertrouwen van zwart Amerika te vergroten. Door de pijn van het slavernijverleden, en van de rassenscheiding die tot ver daarna voortduurde, niet te ontkennen. En door de huidige ongelijkheid in het land niet af te zwakken en zwarte rolmodellen en historische figuren hun plek binnen het verhaal te geven.

Collins: ‘Een mes dat aan twee kanten snijdt: witte kinderen van het idee afhelpen dat alleen witte mensen dit land hebben gebouwd, wat ze hopelijk wat meer respect zal bijbrengen. En zwarte kinderen laten zien waar ook zij toe in staat zijn.’

Anthony aan zijn bureau in het Schomburg Center in Harlem. Foto: Horatio Baltz (voor De Correspondent)

Maar waarom via hiphop?

Volgens Collins is hiphop de spiegel van onze maatschappij. Politieke besluitvorming, maatschappelijk debat, de strijd tegen ongelijkheid en het verlangen naar meer: ze vinden elkaar allemaal in die ene cultuur.

‘Dat verhaal zal voor veel mensen geen nieuws zijn, maar toch merk je bij zowel zwart als wit nog verzet als je hiphop inzet als manier om dit verhaal te vertellen. Bij witte mensen zit het ’m er vooral in dat ze hiphop niet voldoende kennen om er een volledig beeld van te kunnen schetsen en het te bot vinden. Bij zwarte mensen heerst soms eenzelfde sentiment, maar dat komt voort uit iets anders: de angst dat hiphop bepaalde stereotyperingen over zwarte mensen en zwarte cultuur juist bevestigt.’

Collins haalt z’n schouders op. ‘En weet je: ergens hebben ze allebei gelijk. Maar het doel van de lessen is niet hiphop verheerlijken: het is juist de discrepantie tussen boekenkennis en straatkennis, de wrijving daartussen, die het beste weergeeft hoe een land écht werkt en waar het mee worstelt.’

Hij is intussen uit z’n stoel gesprongen. ‘Mag ik trouwens hiphop nog even een veer in zijn reet steken? Ken je Dat was een figuur uit een tekenfilm in de jaren tachtig. Er waren vijf robotleeuwen die zich konden verenigen en dan één groot, onverslaanbaar beest vormden. Hiphop is de Voltron van de zwarte muziek. Jazz, blues, alles zit erin. En vergeet nooit: zwarte muziek is de enige écht eigen cultuur die de Verenigde Staten hebben uitgevonden.’

Anthony steekt een sigaret op voor het huis van zijn schoonmoeder. Foto: Horatio Baltz (voor De Correspondent)

De keerzijde van dit onderwijs

Dan gaat hij weer zitten, leunt naar me toe voor de andere kant van het verhaal. ‘Ik heb me de laatste tijd vooral veel beziggehouden met de fysieke en mentale gevolgen van onderdrukking. Onderdrukking is ‘gelukt’ als de onderdrukte zichzelf begint te onderdrukken. Denk aan vrouwen in korte rokjes die door het patriarchaat worden bestempeld als goedkoop, waarna andere vrouwen op hun beurt afkeurend gaan doen tegenover vrouwen die zich zo kleden. Zulke dingen gebeuren in de hiphop ook.’

Anthony, Adam, Jaquin, Shannon, and Mikey spreken elkaar in de 3 Black Cats in Brownsville. Deze koffiewinkel fungeert ook als buurthuis, zo bieden ze coaching en co-werkplekken voor mensen uit de buurt aan. Foto’s: Horatio Baltz (voor De Correspondent)

Het curriculum van Collins begint rond 1830. Het was toen nog volop feest wat betreft slavernij en witte Amerikanen begonnen ‘minstrel shows’ op te voeren. Daarbij schminkten ze zichzelf een blackface en zetten ze bepaalde neer. Je had de luie, de domme, de agressieve, de oversekste en meer karakters. Tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw werden deze shows opgevoerd.

Collins: ‘Denk aan die minstreltypetjes. Kijk nu naar moderne rappers. Kijk naar de gangsters die een zo groot mogelijke gouden ketting dragen, rappen over de vrouwen die elke dag op hun pik komen zitten. Een veelgehoord sentiment is: ‘De auto’s, sieraden en grootspraak dienen om te benadrukken dat ze hun benaderde situatie zijn ontvlucht.’ Maar hoe pijnlijk die reflex op zich al is; de historische lijn die je kunt doortrekken naar karikaturen binnen de hiphop is onmiskenbaar.’

Maar waarom is het dan kortzichtig als mensen precies dit argument gebruiken om hiphop af te doen als ordinair of minderwaardig? Collins: ‘Omdat zowel die processen als de huidige ontwikkeling van hiphop zo enorm subtiel kunnen zijn, dat je nooit kunt zeggen: jij houdt dit in stand. Niet elke rapper met een ketting houdt een vooroordeel in stand, maar ook niet elke rapper met een grote ketting is zich bewust en volledig op eigen houtje op een bepaalde manier gaan uiten.’

Het voornaamste is volgens Collins dat de ontwikkeling van cultuur en de verhalen die erover worden verteld net zozeer onderdeel van onze geschiedenis zijn als gebeurtenissen die nu de pagina’s van schoolboeken vullen. Kritiek op hiphop is volgens hem exemplarisch voor kritiek op heel veel dingen die mensen liever niet zien of horen. ‘Maar je gaat de nuances en de waarde van de volledige cultuur pas zien als je je bewust bent van de geschiedenis én de geschiedvertelling. Tot die tijd kun je soms beter gewoon je mond houden.’

Als heden en verleden door elkaar lopen

Collins en ik ontmoetten elkaar een paar nachten eerder voor het eerst in Brooklyn, onder een muurschildering van Biggie. Ik wilde Collins’ vuur, hij mijn sigaret. Of ik uit Schotland kwam. Hij was er vorig jaar omdat het toneelstuk van zijn vrouw er speelde en was verbaasd over het feit dat iedereen er zo goed Engels sprak.

We hadden die avond toevallig dezelfde discussie bijgewoond over ‘resegregation’; hoe goedbedoeld integratiebeleid juist zorgt voor een grotere scheiding tussen zwart en wit in de VS. Denk gentrificatie: witte yuppen die naar Brooklyn werden gelokt om de buurt economisch aantrekkelijker te maken. Gevolg: de huurprijzen schoten omhoog en uiteindelijk werden de oorspronkelijke zwarte bewoners hun eigen buurt uitgedreven.

Samen op de bank. Van links naar rechts; Mikey, Jaquin, Anthony, Adam, Shannon. Foto: Horatio Baltz (voor De Correspondent)

Collins begint net te vertellen hoe ook zijn buurt verziekt wordt door gentrificatie als hij verdwijnt in zijn telefoon. In zijn geboortestad Charlotte zijn rellen uitgebroken. Keith Lamont Scott, een zwarte vader die zijn zoon op stond te wachten na school, is doodgeschoten door de politie. Collins’ vrienden en voormalig leerlingen zijn de straten opgegaan. ‘Wacht even. Ik stuur ze een

Hij herpakt zich en begint te vertellen over zijn curriculum: ‘Hiphopgeschiedenis is niet dé Amerikaanse geschiedenis, net zo min als de geschiedenis uit de standaard encyclopedieën dat is. Ze zijn twee kanten van dezelfde medaille. Lees je in een ‘gewoon’ geschiedenisboek hoe president Ronald Reagan zich inzette om drugs te bestrijden, dan lees je in ons boek hoe de manieren die hij daarvoor aanwendde zorgden voor slachtpartijen van onschuldige zwarte jongens...’

Hij zit weer in zijn telefoon. Meer details over de rellen komen binnen en de situatie in Charlotte begint gevaarlijk te worden. Collins geeft me zijn nummer, neemt nog wat sigaretten en haast zich naar huis om met zijn vrouw te overleggen hoe ze kennisen, vrienden, familie en oud-leerlingen in Charlotte kunnen bijstaan.

Je mag verwachten dat iemand zich ontwikkelt

Een paar dagen later spreken we af bij het Schomburg Center. Hij komt terug op wat er in Charlotte is gebeurd. Zijn familie en vrienden zijn in orde. Collins was verrast over het aantal witte mensen dat meeliep tijdens de protestmars na de schietpartij.

‘Ik wil hiphop niet álle credits geven, maar dat heeft ons wel verbonden. Dat, en sociale media. Ik heb de hoop dat onze lessen verder aan dat bewustzijn bijdragen; je kunt kinderen geen onwetendheid verwijten, maar naarmate je opgroeit mag je verwachten dat iemand zich verder ontwikkelt, kritisch wordt.’

We zitten tijdens ons gesprek in het Schomburg boven heilige grond. Kijk je over de reling van het balkon naar beneden, zie je een rood-blauw-gouden mozaïek liggen. Daarin verwerkt zit de as van Langston Hughes, een van de belangrijkste zwarte figuren binnen de Amerikaanse literatuur en de leider van de Harlem Renaissance.

Een blonde man komt het centrum binnen, negeert de receptioniste die hem verwelkomt. Zijn welvaart puilt tot ver over zijn broekriem, hij lijkt niet op een witte toerist, maar op een spotprent daarvan. Hij loopt drie keer op en neer over het mozaïek, zonder naar beneden te kijken. Dan maakt hij een toeter van zijn handen en roept naar zijn vrouw, die met haar broek nog halfopen het toilet uit komt gestommeld:‘Hey Maura. Maura! So where them ashes at?’

Anthony legt uit hoe zijn muziekapparatuur werkt. Foto: Horatio Baltz (voor De Correspondent)

Wat stelselmatige onderdrukking doet

Terug in Den Bosch, drie weken later, skype ik met Collins. De subsidie voor het curriculumproject is stopgezet: er is dus even geen geld meer voor zijn geschiedenislessen. ‘Maar dat is goed!’, verzekert hij. Er komt een nieuwe directeur bij het Schomburg, Kevin Young. Die is zelf een schrijver en een dichter en wil zich actiever bezig gaan houden met de invulling van de lessen, zodra een paar andere projecten zijn afgerond. In de tussentijd is Collins in gesprek met zowel Harvard als New York University.

Anthony thuis op de bank en zonder shirt om zijn littekens te laten zien. Foto’s: Horatio Baltz (voor De Correspondent)

In de tussentijd heeft hij er een nieuwe dagtaak bij: hij geeft jongens die de middelbare school niet hebben afgemaakt bijles en maakt muziek met hen. ‘Ze noemen me ‘pops,’ dat is minder, maar het is het dankbaarste werk dat ik ooit heb gedaan. Een van hen, Adam, ging van school met middelmatige cijfers. Hij wil de muziek in, maar er werd hem verteld dat hij het nooit echt zou gaan maken. Maar luister. Om acht uur vertrekt mijn vrouw naar haar werk, om halfnegen staat Adam voor de deur, de ene vraag na de andere stellend. Hoe een beatmachine werkt, hoe je een platenlabel moet benaderen, hoe je ervaringen omzet in tekst. Als ik even geen tijd voor hem heb, gaat hij om de hoek in de barbershop zitten om daar zijn vragen te stellen, levenskennis op te doen. Dit zijn de boys, man. Dit zijn de boys.’

Collins hoopt zijn curriculum vanaf 2018 aan te kunnen bieden op scholen. Tot die tijd blijft hij zijn jongens begeleiden en vechten tegen de vooroordelen die hiphop omringen. ‘Dat weet je als artiest, dat weet je als liefhebber, en toch hoop ik steeds dat we daar al voorbij zijn. Het meest schrik ik van mensen die wel degelijk op de hoogte zijn van onze geschiedenis, die een goed leven hebben, maar die hiphop alsnog niet op waarde weten te schatten.’

Collins zet zijn pet af en veegt met een hand over zijn dreads. ‘Dit is wat stelselmatige onderdrukking doet. Dat de onderdrukte een minderwaardigheidscomplex ontwikkelt waarin geen plaats meer is voor de straten die hij zelf - direct of indirect - ontvlucht is.’

Dit verhaal is opgedragen aan Jessica ‘Ashe’ Bell, een voormalig protegé van Anthony.

Al onze verhalen over o.a. media, maatschappij en beeldvorming in je mail ontvangen? Je kunt je hier inschrijven voor onze maatschappij & hiphopnieuwsbrief. We versturen hem om de week, met elke keer een overzicht van al onze eigen producties, plus een overzicht van de mooiste verhalen en video’s uit andere media. Schrijf je hier in

Meer lezen?

Een culturele revolutie is op komst. Wij gaan in de VS op zoek naar de wortels Wij gaan de komende weken op reis naar Harlem en Atlanta. Daar gaan wij op zoek naar verhalen over de emancipatie van zwart Amerika. Want daar kan Nederland, denken wij, lessen uit trekken. Lees de oproep hier terug Oude en nieuwe burgerrechtenstrijders vinden elkaar op de Malcolm X Boulevard Malique Mohamud en ik reizen naar Harlem en Atlanta, waar we verhalen zoeken over de emancipatie van zwart Amerika. Want daar kan Nederland, denken wij, lessen uit trekken. Vandaag een bespreking van een paar belangrijke boeken waarmee ik me voorbereidde - geschreven vanaf de plekken waar ze zich afspelen. Lees het verhaal hier terug Dit boek toont de zwarte kant van de Nederlandse geschiedenis. En wil zo een écht multiculturele samenleving mogelijk maken Negenhonderd zwarte bladzijden vaderlandse geschiedenis. Maandag verschijnt Roofstaat, een boek van Ewald Vanvugt. Ik sprak rapper, theatermaker en ambassadeur Akwasi Owusu Ansah over het belang van een volledige geschiedenis. ‘Samenleven gaat pas echt lukken als elke Nederlander zich gerepresenteerd voelt. Dat gaat nooit gebeuren zolang we vasthouden aan dit eenzijdige beeld van heldhaftigheid.’ Lees mijn aanbeveling hier terug