De status quo heeft vannacht verloren, de revolte is het nieuwe normaal

Rob Wijnberg
Oprichter
Detroit. Foto: Ian Brown

De status quo heeft gisterennacht grandioos de Amerikaanse verkiezingen verloren. Deze verkiezingen, anders dan alle andere, laten zien: het besef dat Amerika een steenrijk derdewereldland is geworden, is definitief doorgedrongen. En Donald Trump was de eerste die dat hardop zei.

Het is niet moeilijk hard te maken dat Amerikaanse verkiezingen iedere vier jaar beslist worden door de media. Deze theorie, ook dit jaar weer veelvuldig gedebiteerd in talloze essays, papers en commentaren, luidt dan ongeveer als volgt.

Dat de onwaarschijnlijke Donald Trump het in eerste instantie überhaupt schopte tot Republikeins presidentskandidaat en gaandeweg steeds meer kans leek te hebben op het presidentschap, is grotendeels te danken aan de overweldigende hoeveelheid media-aandacht die hij genereerde: ruim 2,8 miljard dollar aan gratis publiciteit, onderzoeksbureau mediaQuant. Dat, andersom, Clinton lange tijd toch de gedoodverfde winnaar leek, komt door een opeenstapeling van mediaschandalen in het Trumpkamp én de astronomische hoeveelheid geld die de Clintoncampagne pompte in negatieve reclamefilmpjes - meer dan alleen al.

Geld koopt aandacht. Aandacht is macht.

Er zit veel waars in deze theorie. De Verenigde Staten zijn geen democratie, maar een mediacratie. Geen volk consumeert zoveel media als Amerikanen. Nergens besteden Amerikanen zelfs meer tijd aan, op slapen na. Ze kijken een absurde hoeveelheid televisie: bijna vijf uur per dag gemiddeld, meer dan wie ook. Nergens ook is de consumptie van online nieuws zo wijdverspreid. Je kunt, met andere woorden, geen theorie over dit land, zijn politiek en zijn inwoners ophangen zonder De Media er met hoofdletters boven te schrijven.

En toch zou ik hier de stelling willen poneren dat deze verkiezingen anders waren dan voorheen. Natuurlijk, de media speelden een gigantische rol, maar het is uiteindelijk het gapende gat tussen de werkelijkheid zoals die jarenlang door de media is voorgespiegeld en de realiteit zoals die door veel Amerikanen dagelijks wordt geleefd, die doorslaggevend is geweest. Deze verkiezingen, en de uiteindelijke winst van Donald Trump, zijn het bewijs dat de barre realiteit simpelweg niet langer te ontkennen valt.

Cody Larue - Flint, Michigan. ‘I guess, traditionally, the American Dream meant starting from nothing and working your way to the top. Or, at least that’s how I always thought of it. However, when you grow up a middle class, straight, white kid, you’re kind of born into the dream, and it’s not until you fail to take advantage of the privileges that you were born into that the American Dream is put into perspective.’
Sam and Ellen Freeman - Gerton, North Carolina - ‘Live Free Always’

De drie grote mythes in het Amerikaanse zelfbeeld

Gevraagd naar het meest propagandistische land ter wereld, denk je waarschijnlijk als eerste aan Noord-Korea. Door een onophoudelijke stroom aan staatspropaganda geloven Noord-Koreanen dat ze in een glorieus en door de hele wereld bewonderd land wonen. Sterker nog, Noord-Koreanen denken zelfs dat ze op het WK Voetbal, omdat het staatsjournaal wél het doelpunt van Noord-Korea, maar niet de twee doelpunten van de tegenstander uitzond in de met 2-1 verloren groepswedstrijd. In werkelijkheid is het een van de armste en meest verachte staten ter wereld - en in voetbal blinken ze ook niet bepaald uit.

Nu zou een vergelijking tussen Noord-Korea en de Verenigde Staten op allerlei manieren potsierlijk zijn. Amerika is geen dictatuur, en al helemaal geen Noord-Korea. Toch durf ik deze stelling wel aan: van alle geïndustrialiseerde landen is Amerika verreweg het meest Noord-Koreaans in termen van volksindoctrinatie en mediapropaganda.

Via het onderwijs, de nationale geschiedenisboeken, Hollywoodfilms en - vooral - de hypercommerciële massamedia, is er decennia een aantal kolossale mythes gepropageerd die zich diep in het Amerikaanse bewustzijn hebben genesteld. Het verkeerde zelfbeeld heeft vele ingrediënten, die neerkomen op:

  1. Wie maar hard genoeg werkt, kan de top van de sociale ladder bereiken (The American Dream)
  2. Amerika is een uniek land, met de meeste vrijheid en de beste democratie ter wereld (American Exceptionalism)
  3. Amerika wordt wereldwijd als voorbeeldland gezien (American Admiration)
Elton Kaus - Wessington Springs, South Dakota. ‘My American Dream? To be right where I am. With family, my horses, my land.’
Dietta Guyeye - Detroit, Michigan. ‘When I think of the American Dream, I think of the unexpected. I think of the brave, the conqueror, the left out and behind. The uneducated, the second chancer, the fat girl/guy and the broken family. The meaning of the American Dream to me is a person that can go through life with all its bumps and bruises and still be able to show all the doubters: "Never let anyone else’s truth be your truth and never let anyone else’s truth about you be your truth."’

Amerikaans exceptionalisme? ‘WTF are you talking about?’

Dat scheve zelfbeeld wordt prachtig geïllustreerd in de openingsscène van de Amerikaanse serie The Newsroom. Daarinstelt een studente de vraag ‘wat Amerika het beste land ter wereld maakt.’ Niet óf, maar waarom. Na een paar al te bekende clichés - vrijheid! diversiteit! - neemt hoofdrolspeler Will McAvoy het woord. Een lithanie van wat er mis is met het land volgt, afgesloten met de woorden: ‘So if you ask what makes America the greatest country in the world, I don’t know what the fuck you’re talking about.’

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
‘America isn’t the greatest country in the world.’ Uit: The Newsroom (HBO)

De pijnlijke stilte die volgt op McAvoy’s veeg uit de pan, verbeeldt treffend de cognitieve dissonantie in de zaal. En die is allesbehalve vergezocht: het Amerikaanse zelfbeeld is historisch gezien altijd gefundeerd geweest op wat American Exceptionalism wordt genoemd: het idee dat Amerika een ander land is dan alle andere. Een door God gegegeven land, uniek in zijn ontstaansgeschiedenis, superieur in zijn waarden en ongeëvenaard in zijn succes.

Amerika als derdewereldland

Decennia heeft dit zelfbeeld centraal gestaan in Amerikaanse verkiezingen. Amerika als ‘the greatest country in the world’ had de campagneslogan kunnen zijn van zo’n beetje iedere presidentskandidaat sinds Ronald Reagan in de jaren tachtig. In de campagnes van 2008 en 2012 werd Barack Obama nog zwaar bekritiseerd, omdat hij het waagde enige nuance aan te brengen in dit zelfbeeld: een teken dat hij niet in het Amerikaanse exceptionalisme zou geloven, stelden zijn tegenstrevers John McCain en Mitt Romney destijds.

De verkiezingen van dit jaar zijn het bewijs dat aan dit zelfbeeld een einde is gekomen.

Donald Trump blijkt daar feilloos de vinger op de zere plek te hebben gelegd. Hij vergeleek Amerika tijdens zijn campagne letterlijk en herhaaldelijk met Hij sprak zich expliciet uit tegen Amerikaans exceptionalisme. Hij noemde het ‘een belediging voor de rest van de wereld’ - een uitspraak die voorheen iedere andere kandidaat kansloos voor het presidentschap zou hebben gemaakt.

Napolean Wells - Lexington, South Carolina. ‘Racism stunts our potential as an American family, and our stunning possibilities. My American Dream is that we can shed a skin we have no more use for and grow one that better suits how truly great we can be.’
Chris Wright - Liberal, Missouri. ‘My American Dream put God first and foremost and I believe Donald J. Trump will put God in America again. I believe that the future president will put America back the way it should be.’

Aan de andere kant van het politieke spectrum profileerde Bernie Sanders zich bovendien nadrukkelijk als een Europese sociaaldemocraat. Hij dweepte herhaaldelijk met Zweden, Duitsland en Frankrijk als landen waar Amerika Op Twitter verkondigde hij: ‘Amerikaans exceptionalisme zou niet moeten betekenen dat Amerika, naast Papoea-Nieuw-Guinea, het enige land zonder betaald zwangerschapsverlof is.’

Hij won er, zonder grote geldschieters en met substantieel minder media-aandacht dan zijn tegenstrever Hillary Clinton, bijna de voorverkiezingen mee. Zijn aanhangers zullen zich, na het verlies van Clinton, vier jaar lang blijven afvragen of hún kandidaat wel van Trump gewonnen had.

Hoezeer dit anti-Amerikanisme van beide populisten een breuk is met het verleden, kan niet worden onderschat. Langzaam maar zeker, zou je kunnen concluderen, dringt de realiteit - dat Amerika een sociaal-economisch woestijnlandschap is - door.

En dat is niet verwonderlijk. Die realiteit valt namelijk

De American Dream is precies dat: een droom

Illustratief voor dit dagende besef is een recent onderzoek van Harvard naar de perceptie van ongelijkheid onder Amerikanen, samengevat in deze grafiek:

Bron: CrisisForums.org

Bovenaan: de welvaartsverdeling zoals Amerikanen denken dat die in Amerika is. Daaronder: de welvaartsverdeling zoals Amerikanen zouden willen dat die is. En onderaan: de werkelijke welvaartsverdeling.

Conclusie: niet alleen willen Amerikanen twee keer zoveel sociaal-economische gelijkheid - een verdeling die vergelijkbaar is met het extreem egalitaire Zweden -, hun beeld van de verdeling is sowieso al twee keer rooskleuriger dan de werkelijkheid rechtvaardigt.

Deze verkiezingen laten zien: de werkelijkheid laat zich niet meer wegdenken door wensdenken

Die kloof tussen wens, beeld en werkelijkheid gaat zich op een gegeven moment wreken. De werkelijkheid kan lang worden getolereerd, zolang het verschil met de perceptie van die werkelijkheid maar groot genoeg is. Maar deze verkiezingen laten zien: die werkelijkheid laat zich niet meer wegdenken door wensdenken. De spectaculaire opkomst - en uiteindelijke winst - van Donald Trump op rechts (en evengoed die van Bernie Sanders op links) zijn een onmiskenbaar signaal dat de kloof tussen wens en werkelijkheid - tussen droom en status quo - onhoudbaar groot is geworden.

Niet vreemd ook, want dan de bevolking altijd is voorgehouden in kranten, schoolboeken en Hollywoodfilms. De belofte dat iedereen, ongeacht afkomst of sociale klasse, uiteindelijk tot de midden- of zelfs de bovenklasse kan doordringen, behoort tot de kern van de Amerikaanse identiteit. Op die belofte is het land gebouwd. Maar in de praktijk komt er al decennia nauwelijks iets van terecht.

Talloze onderzoeken hebben inmiddels uitgewezen dat de sociale mobiliteit in Amerika niet hoger, maar zelfs lager is dan in vergelijkbare geïndustrialiseerde landen. De sociale mobiliteit in de VS behoort zelfs

En het wordt alleen maar erger. Vier decennia lang vormde de zogenoemde ‘middenklasse’ de meerderheid onder de Amerikaanse bevolking; sinds 2015 is dat Het mediane gezamenlijke inkomen van deze klasse kromp in vijftien jaar bovendien met 4 procent.

Nu is de opkomst van het linkse en rechtse populisme natuurlijk niet slechts een kwestie van economie. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat vooral de populariteit van Trump voor een flink deel te verklaren is aan de hand van sluimerende xenofobie ‘Woede over immigratie en een giftige mix van raciale en religieuze intolerantie’ van het Trumpisme als sociaal-economische ongelijkheid. In die zin blijkt deze verkiezing ook nog eens het einde van nóg zo’n hardnekkige mythe in het Amerikaanse zelfbeeld: die van Amerika als baken van tolerantie en gastvrijheid ten opzichte van immigranten.

Billy Pfaff - Billerica, Michigan. ' In 2010, I had a gun in my mouth and wanted to die. I begged for my life for my two girls. I said: ‘Save me please, for my kids.’ At that moment, I put it down. Today, I am a proud grandfather, and I save 50 to 100 lives a month. I am the founder of Heroin is Killing My Town, a grassroots outreach heroin awareness program.’
Danielle Green - South Bend, Indiana - ‘The American Dream offers an opportunity to find a purpose in this life that’s larger than ourselves, despite the odds.’

De revolte: het nieuwe normaal

Dat Hillary Clinton het heeft moeten afleggen tegen de meest geminachte tegenkandidaat in de moderne geschiedenis van de Verenigde Staten is veelzeggend - en niet vreemd. Clinton is immers de vleesgeworden status quo: al haar halve leven beroepspoliticus, vrouw van een voormalig president, telg van een politieke dynastie, een wandelende personificatie van de ruling class, die ook nog eens innig bevriend is met (en ruimhartig gefinancierd wordt door) Wall Street. Tegen een verbrokkelde Amerikaanse Droom, een verloren gewaand Amerikaans exceptionalisme en de barre realiteit daaronder, was deze ultieme representant van de status quo simpelweg niet opgewassen.

Kalvin Herrignton - Ashburn, Georgia.
Megan and Zach - Flint, Mchigan. ‘For Zach and me, the American Dream has always centered around community roots. We both grew up in Northern Michigan, children of the working poor. When we found out that the Flint water was switched we were horrified, but trusted that they had figured out a way to purify the river water. We both were plagued by rashes and burning skin. They gave us poison and lied to us about it. The effect has been permanent. Now we dream of taking a bath.’

De winst van Donald Trump mag voor de peilers en intellectuelen uit elitaire kringen - net als de Brexit - als een verrassing zijn gekomen, ze komt geenszins uit de lucht vallen. Een groot deel van het electoraat is de gevestigde orde zó zat dat het bereid bleek te stemmen op een racistische, vrouwen-minachtende, moslimhatende narcist, omdat hij één belofte deed: dat niets bij het oude zou blijven.

Hoe die verandering er daadwerkelijk uit zal gaan zien, is ongewis. Vaststaat dat er een nieuw tijdperk is ingeluid. Een tijdperk waarin de status quo door het volk van zijn troon is gestoten en de revolte het nieuwe normaal zal zijn. Een tijdperk waarin grote groepen mensen - zwart versus wit, jong versus oud, autochtoon versus allochtoon, rijk versus arm - lijnrecht tegenover elkaar zullen staan. Een tijdperk waarin het Amerika zoals wij én de Amerikanen het jarenlang hebben voorgeschoteld gekregen in de geschiedenisboekjes, op televisie en op het grote scherm, definitief ten einde is gekomen.

Reken erop dat de rest van de westerse wereld in dat voetspoor zal treden.

Lees verder: