Dit verhaal zou over een overwinning gaan. De overwinning van Hillary Clinton, welteverstaan. Ik had het al af, hopende dat een vrouw de eerste president van Amerika zou worden.
Het was even slikken toen de racistische, seksistische Donald Trump, die ‘niet gelooft’ in de opwarming van de aarde, als winnaar uit de bus kwam.
Toch is er nog steeds een sprankje hoop. Want ga maar na: nooit kwam een vrouw zó dicht bij de machtigste functie ter wereld. Clinton heeft een buitengewone prestatie geleverd.
En vergelijk de VS eens met Nederland - geen vrouw heeft het hier zo ver geschopt als zij.
Van de vijftig minister-presidenten in ons land waren er precies nul vrouw. Tuurlijk, het glazen plafond doorbreek je niet met een vrouw aan de macht. Maar nu is de politieke arena geen afspiegeling van de samenleving. En dat is zoiets als een bewerkte foto. Hij ziet er goed uit, maar met de realiteit heeft het weinig te maken.
Bij de buren hebben Angela Merkel en Theresa May de touwtjes in handen. In Namibië, Noorwegen en nog zestien andere landen staan ook vrouwen aan het roer.
Maar de kans dat minister-president nummer eenenvijftig de eerste vrouwelijke premier van Nederland wordt, is klein.
Van excuustruus tot lijsttrekker
Het is 1918. Vrouwen mogen zich voor het eerst verkiesbaar stellen als politicus. Een jaar later, in 1919, krijgen ze ook het stemrecht. Het betekent een keerpunt in de politieke arena. Kijk maar eens naar deze grafieken.
In de eerste grafiek zie je het percentage vrouwen als Tweede Kamerlid. In 1918 neemt Suze Groeneweg als eerste vrouw plaats in de Kamer. Een collega beschrijft haar als een ‘kat die je beter niet zonder handschoenen aan moest pakken.’
In de tweede grafiek is het percentage vrouwen in het kabinet, als minister of staatssecretaris. Lang floreerde, zo blijkt, de excuustruus: één vrouw was wel genoeg. De jaren tachtig brachten daar verandering in. Emancipatie stond vanaf het eerste kabinet van Ruud Lubbers hoog op de politieke agenda en zowel het aantal vrouwelijke Tweede Kamerleden als kabinetsleden steeg.
Op dit moment zijn 57 van de 150 blauwe stoelen bezet door vrouwen en vijf van de dertien ministersposten worden door een vrouw bekleed.
We doen het dus best aardig. Maar een vrouw in het Torentje? Onwaarschijnlijk. Het is namelijk slecht gesteld met de vrouwelijke lijsttrekkers in de politiek.
De lijsttrekkers van de grote politieke partijen zijn bijna altijd mannen geweest. Zowel in 1986 als in 2003 waren er vier vrouwelijke lijsttrekkers, voornamelijk bij kleine linkse partijen. Zeven jaar geleden leek het tij te keren: Nederland kende zelfs een recordaantal vrouwelijke fractievoorzitters.
Alleen Marianne Thieme is daar de komende verkiezingen in maart 2017 nog van over.
Hoe kan dit? Een eerste verkenning levert drie verklaringen op.
1. Nederlandse vrouwen willen gewoon niet
‘De maatstaf der beschaving is nog steeds de plaats die de vrouw in de maatschappij bekleedt,’ zegt de voorzitter van de Tweede Kamer tegen Marga Klompé als zij in 1956 als eerste vrouwelijke minister (van Maatschappelijk Werk) zitting neemt in de Oude Zaal.
Een mooie graadmeter, maar wellicht hebben vrouwen anno nu helemaal geen zin om 50 procent van de politieke topfuncties te bemannen. Want de vrouw zorgt in de regel voor de kinderen, en dat is lastig te combineren met een meer-dan-fulltime functie als politica.
‘Vrouwen zijn gemiddeld genomen wat bescheidener’
‘Kom op vrouwen, ga de politiek in,’ schrijft de vrouwenafdeling van de PvdA desondanks op haar website. Want volgens de politieke partij zouden vrouwen net dat extra zetje nodig hebben, omdat ze bang zijn niet de juiste persoon te zijn voor een politieke loopbaan.
Mannelijke politici, daarentegen, zouden juist ‘profileringsdrang’ hebben. ‘Vrouwen zijn gemiddeld genomen wat bescheidener en geven zichzelf minder vaak op voor een politieke functie,’ zegt Zehra Sariaslan, PvdA-medewerker én beleidsmedewerker bij Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis.
Vooral mannen zoeken de ‘schuld’ van de politieke ondervertegenwoordiging van vrouwen bij de vrouwen zelf. Vrouwen willen gewoon niet bovenaan de lijst. Een gebrek aan ambitie, dát is het werkelijke probleem.
Maar is het wel eerlijk om de schuld in de hooggehakte schoenen van de vrouw te schuiven?
2. De Nederlandse politiek is een mannenbolwerk
‘De vrouw op nummer twee is er voor de sier en de stemmen,’ kopte de Volkskrant na de verkiezingen in 2010. Ze is de moderne excuustruus, de favoriet van de feministisch gestemde kiezer, maar als puntje bij paaltje komt, is ze niet de échte nummer twee. Ank Bijleveld, nummer twee op de CDA-lijst, werd geen lijsttrekker toen Jan-Peter Balkenende vertrok. De mannelijke nummer drie, Maxime Verhagen, nam die positie in.
Incidentje, denk je misschien. Maar: ‘Waarom zitten Edith en Jetta niet naast Mark en Diederik?’ kopte - wederom - de Volkskrant in 2012. Niet de vrouwelijke nummers twee, maar de mannelijke nummers drie (Stef Blok) en vijf (Jeroen Dijsselbloem) schoven aan de onderhandelingstafel aan.
Nederlandse vrouwen ontwaren een vorm van discriminatie in de politieke arena. De stijl van politiek bedrijven zou mannelijk zijn, de Tweede Kamer zou als een apenrots zijn waarop iedereen strijdt voor de rol van Bokito, en als je er iets van zegt ben je een zeikwijf.
De bal ligt daarom bij de besturen van politieke partijen, vindt Sariaslan. ‘Willen ze een goede afspiegeling zijn van de samenleving, of willen ze gewoon scoren?’
3. De eisen zijn mannelijk
Het is een catch 22: als leider moet een vrouw assertief, zelfverzekerd en competitief zijn. Maar deze eigenschappen stroken niet met hoe een vrouw zich hoort te gedragen. Zijn de criteria voor wat een ‘goede’ politicus en partijleider is dan - onbewust - toegespitst op mannen?
Amerikaanse onderzoekers legden hypothetische verkiezingen voor aan inwoners van Ohio. Wat bleek? De competentie van de vrouwelijke kandidaten werd consequent lager ingeschat dan die van de mannen. Ook in deze denkbeeldige politieke strijd delfde Clinton het onderspit.
De reden: in de politieke top maken mannen nog altijd de dienst uit en is er een gebrek aan vrouwelijke rolmodellen. Zo verbinden we de positieve eigenschappen van ‘een goed leider’ aan ‘man.’
De VVD-voorlichter lijkt dit niet te herkennen in zijn reactie waarom Edith niet naast Mark mocht zitten: ‘Wij selecteren de lijst op kwaliteit, niet op sekse.’ En kwaliteit, dat wordt blijkbaar makkelijker gevonden bij mannen.
Maar een greep uit de voorbeelden van de dubbele standaard in de politiek schetst een ander beeld. De leden van de vaste Kamercommissie Zorg werden bestempeld als ‘de kijvende wijven,’ een discussie tussen ministers Jet Bussemaker en Edith Schippers afgedaan als een ‘bitchfight’ en er is de stroom commentaar op het uiterlijk en de kleding van vrouwelijke politici.
‘Aan vrouwen wordt een hogere norm gesteld, die van puurheid,’ schrijft Xandra Schutte over Hillary Clinton in De Groene Amsterdammer. Zou dit ook voor ‘onze vrouwen’ gelden?
Dus?
Vrouwen willen niet bovenaan de lijst, het lukt ze niet zich naar boven te worstelen of wij voelen ons toch comfortabeler met een man aan de macht. Wat zijn andere mogelijke verklaringen voor het gebrek aan vrouwelijk leiderschap in de politieke top?
En wat moeten we daar dan mee? Moeten we gewoon geduldig afwachten tot onze volksvertegenwoordiging wél een afspiegeling is van de samenleving? Tot er een geschikte vrouw komt bovendrijven? Of is het tijd om zwaarder geschut in te zetten, zoals het quotum, de parttimepoliticus of het duolijsttrekkerschap? Dat wil ik de komende tijd uitzoeken.
Want het is tijd voor een cultuuromslag. Net zoals in de Verenigde Staten. In 1992 stond Hillary Clinton nog tegenover Barbara Bush. Niet om het presidentschap, maar om de verkiezing voor de beste ‘vrouw van.’ In de First Lady Cookie Contest streden potentiële presidentsvrouwen met hun koekjesrecept.
Dit jaar werd de bakwedstrijd voor first ladies omgedoopt tot de Presidential Cookie Poll. Een symbolische overwinning voor de emancipatie.
En de koekjes van de ‘Clinton Family’ versloegen het recept van Melania Trump.
Verder praten? Kom vanavond naar het politiek café in Den Haag! Vanavond organiseert ProDemos, het huis voor democratie en rechtsstaat, het politiek café ‘M/V aan de macht.’ Na een terugblik op het verlies van Hillary Clinton neemt deze thema-avond een duik in de wereld van Nederlandse politici.Correctie 16-11-2016: Een eerdere versie van dit artikel vermeldde in de grafiek dat Marga Klompé voor het eerst lijsttrekker was in 1962. Dit moet 1952 zijn en is aangepast. Klompé was gedeeld lijsttrekker voor de KVP.
Meer lezen?
De uitkomst van de Amerikaanse verkiezingen stond al vast (ongeacht de winnaar) Ik weet niet in welk Amerika ik op 9 november wakker word. Ik weet wel dat het niet door de verkiezingsuitslag zal worden gevormd. De door Donald Trump gesteunde campagne van intolerantie en wit-racistisch geweld speelt een veel grotere rol. Donald versus Hillary - wil de echte man/vrouw opstaan? In de Amerikaanse verkiezingscampagne wordt ‘vrouwelijke’ Hillary Clinton vaak tegenover ‘mannelijke’ Donald Trump gezet. Maar hoe mannelijk is Trump? En hoe vrouwelijk Clinton? Ze vertegenwoordigen allebei vooral hun generatie, die hardnekkig vasthoudt aan bepaalde stereotypes over wat nu mannelijk is en wat niet.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!