Waarom zaten de Amerikaanse peilingen er zo naast? De eerste verklaringen op een rij
Net als velen van jullie zit ik nog te tollen van de afgelopen nacht. Wat was het zenuwslopend. En wat was het onverwacht. De vraag die dan ook keer op keer terugkwam: hoe konden de peilingen er zo naast zitten?
De data van deze verkiezingen zullen nog jarenlang bestudeerd worden, maar Julia Azari durft op de website FiveThirtyEight alvast een gok te doen. Het was het ‘social desirability effect’: mensen zeggen dat ze niet op Trump zullen stemmen - een sociaal wenselijk antwoord - maar doen het dan uiteindelijk toch. Een andere mogelijkheid, zegt Azari, ‘is dat de peilingen verkeerd hebben ingeschat wie uiteindelijk zouden gaan stemmen.’
Ook Dan Hopkins doet een duit in het zakje. Zien we dit verrassende resultaat, omdat meer (of minder) mensen zijn gaan stemmen? Of zijn mensen van kamp veranderd? In het laatste geval, is de klap dubbel: de ene kandidaat verliest een stem, de ander wint er een. Hopkins denkt: mensen zijn overgelopen naar het andere kamp.
Hoe kan het peilen beter? Het is immers niet de eerste keer dat peilingen ernaast zitten - denk aan Brexit. Hoogleraar Alberto Cairo heeft een goed idee: ‘Het wordt tijd dat we kwalitatief onderzoek [...] net zo serieus gaan nemen als kwantitatief modelleren,’ schrijft hij op Twitter.
Dit zijn mijn eerste indrukken. Weten jullie andere verklaringen? Deel ze hieronder.
Update 12 november: Dank voor jullie reacties! Dankzij jullie input heb ik intussen een uitgebreidere analyse kunnen schrijven. Je vindt de link naar het stuk hieronder.
Lees hier mijn analyse van 10 november met zes verklaringen waarom de peilingen ernaast zaten. De opmerkingen van Dan Hopkins en Julia Azari las ik op het liveblog van FiveThirtyEight. Lees hier de tweet van Alberto Cairo terug (met dank aan collega Michiel de Hoog). Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief.