De les na Trump: het is tijd voor oprechte interesse in elkaars werkelijkheid

Rob Wijnberg
Oprichter

Als er iets is dat ik jullie, mijn gewaardeerde lezers, op dit moment op het hart zou willen drukken, dan is het wel: laat je in vredesnaam niet verleiden tot de schuldvraag die opiniemakers in de media nu consequent plakken op de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen.

Politiek is een strijd om macht tussen mensen met zeer verschillende ideeën over wat waar, werkelijk en wenselijk is. Die verschillen komen voort uit een eindeloos complex samenspel van factoren: hoe je bent opgevoed, naar welke kerk je gaat, van welke clubs je lid bent, welke media je consumeert, welke vrienden je hebt, welke ervaringen je in je dagelijkse leven opdoet - enzovoort. Die ervaringen zelf worden op hun beurt weer beïnvloed door een al even complex samenspel van andere factoren: welke huidskleur je hebt, uit welk land je komt, in welke cultuur je opgroeit, welke belangen je koestert, hoeveel geld je verdient, met welke problemen je kampt - en zo verder.

De uitkomst van dit samenspel is een wereldbeeld waarmee je de realiteit betekenis probeert de geven. De realiteit zelf is medebepalend voor de betekenis die je geeft, maar niet dwingend: de realiteit dringt niet één specifieke betekenis op. Daarom delen we allemaal dezelfde realiteit en interpreteren we die realiteit allemaal anders. In de meeste gevallen: verwaarloosbaar anders - op alledaags niveau zijn we het over de meeste dingen afdoende eens. En in sommige gevallen: radicaal anders - daarover gaat politiek.

Alles wordt even 1 kamp, 1 percentage, 1 winnaar

Politiek is een kolossale uitvergroting van de verschillen in perceptie van de werkelijkheid om ons heen. En verkiezingen zijn dáár weer een gesimplificeerde, momentane uitvergroting van. In een verkiezing wordt de tijd even stilgezet en de complexe, graduele wirwar van meningsverschillen bevroren in één statische uitkomst. Alles tussen hardcore racisme en hartverwarmend humanisme wordt op één moment gereduceerd tot: één kamp, één percentage, één winnaar.

Die uitkomst wordt daarna zelf acuut onderwerp van het sociale proces van betekenisgeving: we willen bepalen hoe waar, werkelijk en wenselijk ze is. En ook hier is de uitkomst weer eindeloos gevarieerd: de een ziet het einde van de democratie, de ander de essentie van democratie; de een ziet een revolte, de ander een dag als alle andere; de een ziet een economische crisis gebaseerd op klasseverschil, de ander een culturele oorlog gebaseerd op botsende morele waarden; de een ziet een dag waarop de zon weer ging schijnen, de ander een dag waarop de duisternis viel.

Over het gevaar van Het Grote Allesverklarende Vingerwijzen

Nu wordt in onze door media gedomineerde samenleving dit proces van betekenisgeving bovenmatig sterk beïnvloed door een geprofessionaliseerde klasse van meningvormers: journalisten, columnisten, experts en politici. Goed om daarbij te beseffen is dat de kaders waarbinnen zij hun professie uitoefenen - journaalitems, talkshowformats, krantenkolommen, tweets van 140 tekens - al heel snel uitnodigen tot drie al te menselijke neigingen:

1) Essentialisme: ‘Alles is te verklaren aan de hand van Deze Ene Grote Theorie.’ (Doet het goed op opiniepagina’s en sociale media.)

2) Polarisatie: ‘Verklaringen zijn niet gradueel en overlappend, maar tegengesteld en elkaar uitsluitend.’ (Doet het goed in talkshows op radio en tv.)

3) Zondebokkerij: ‘Wat is er fout gegaan en wie of wat is daar schuldig aan?’ (Doet het goed in alle media.)

Verschillen worden tegenpolen. Meningen worden eigenschappen. Kenmerken worden groepen. Factoren worden oorzaken. Tegenstanders worden vijanden

Al die neigingen zie je nu voortdurend terugkomen in de duidingen van de Amerikaanse verkiezing. Een mengelmoes van Grote Eenduidige Verklaringen, afgezet tegen die van een Grote Ideologische Tegenpool, vingerwijzend naar Een of Andere Grote Boosdoener.

De Peilingen: als zij er niet zo ‘faliekant naast’ hadden gezeten, waren Hillary Clinton-stemmers wel in grotere getale op komen dagen. De Media: als zij niet zoveel ‘feitenvrije aandacht’ aan Donald Trump hadden gegeven, was hij nooit zo groot geworden. De Elite: als zij niet zo ‘wereldvreemd’ was geweest, hadden gewone mensen niet op een charlatan gestemd. De Sociale Media: als die niet zo ‘gepolariseerd’ zouden zijn, zaten mensen niet in een zelfbevestigende filter bubble. De Heersende Macht: als Obama niet ‘mislukt’ was en Clinton niet zo ‘afstandelijk,’ was hun tegenpool nooit aan de macht gekomen. Het Volk: als mensen niet zo ‘racistisch en dom’ waren geweest, hadden ze niet massaal op een idioot gestemd. De Politiek: als de Republikeinen Trump niet ‘uit opportunisme’ hadden omarmd, en de Democraten niet ‘in achterkamertjes’ Bernie Sanders hadden geblokkeerd, was het allemaal nooit zover gekomen.

Drie lessen voor progressieven

Het probleem van al dit soort duidingen is, nu ja, dat ze essentialistisch, polariserend en vingerwijzend zijn. Mediawerkelijkheden wordt werkelijkheden. Incidenten worden structuren. Uitzonderingen worden regels. Verschillen worden tegenpolen. Meningen worden eigenschappen. Kenmerken worden groepen. Factoren worden oorzaken. Tegenstanders worden vijanden.

Het geeft het geruststellende, maar misleidende gevoel dat politiek een kwestie van Oorzaak en Gevolg is in plaats van een moeilijk te bevatten puinhoop van factoren. Het geeft een overdreven en vals gevoel van tegenstellingen tussen mensen: dat iedereen - behalve jijzelf en je Facebookvrienden - knettergek is geworden. En, bovenal: het geeft het misplaatste gevoel dat het allemaal aan anderen heeft gelegen.

Begrijp me niet verkeerd: dit is geen oproep tot relativeren. Tot doen alsof het allemaal wel meevalt. Er zullen mensen hard geraakt gaan worden door de Amerikaanse verkiezingsuitslag. Kijk alleen al eens naar deze van Amerikanen met een immigrantenachtergrond op dag één van Trumps presidentschap. Die hebben alle reden om bang en boos te zijn.

Maar hét grote probleem van al die essentialistische, polariserende, vingerwijzende verklaringen, is dat het van de comfortabelen - hen die het allemaal niet of slechts zijdelings raakt - passieve toeschouwers maakt. Op afstand van de politieke werkelijkheid zet. In die zin lijkt de zondebokkerij heel erg op het verdeel-en-heers waar onze politiek meer en meer een spiegelbeeld van is geworden: iedere keer als we zeggen dat het allemaal de schuld is van [vul hier een vaag gedefinieerde verzamelnaam in], gooien we mensen op één hoop (zij), distantiëren we ons ervan (wij) en projecteren er vervolgens alles op wat mis is met de wereld.

De politiek, de peilingen, de media, de elite, het volk: iedereen die die woorden de afgelopen dagen bezigde, bedoelde daar iedereen mee behalve zichzelf. Maar de politiek, de peilingen, de media, de elite, het volk: dat zijn wij. Enwie denkt dat dit ‘Amerika is,’ heeft het mis. Dit is net zo goed onze werkelijkheid. De vraag zou dan ook niet zozeer moeten zijn ‘waar het fout ging’ en ‘wie daar schuld aan heeft,’ maar welk aandeel we zelf hebben in de politieke werkelijkheid - en wat we kunnen doen om die de richting in te duwen die we willen.

Tegen alle progressieven die, net als ik, op 9 november opstonden met een kater, zou ik zeggen: dit is een goed moment om alvast afscheid te nemen van drie misvattingen in ons denken. Ten eerste: feiten zijn niet links. Ten tweede: de juiste moraal is niet links. En ten derde: gelijk heb je niet, gelijk moet je verdienen. Of in gewoner Nederlands: mensen die jouw wereldbeeld niet delen, zijn niet dom. Mensen die jouw wereldbeeld niet delen, zijn niet slecht. En dat ze jouw wereldbeeld niet delen, ligt minstens voor de helft aan jou.

Waar de verkiezing van Trump om vraagt - en dat zeg ik ook tegen mezelf - is oprechte nieuwsgierigheid naar elkaar en elkaars werkelijkheid en een gesprek met elkaar over hoe het beter kan.

Van generaliseren, polariseren en vingerwijzen profiteert vooral de man die daar president mee werd.

Verder lezen?