Ode aan Leonard Cohen. Een gids en vriend van velen

David Van Reybrouck
Correspondent Revolutie in Indonesië
Illustratie: Tzenko (voor De Correspondent)

Zijn songs waren aanzetten tot stilte. Dat we dit hebben mogen meemaken, zoveel tederheid. Ode aan een vriend van velen.

De dood van Leonard Cohen is niet zomaar de dood van een popster, maar van een vriend. Ik ken weinig kunstenaars met wie je zo’n intieme band kon opbouwen; met wie zoveel mensen een intieme band konden opbouwen.

Het heeft geen zin om te vertellen hoe ik als zestienjarige door de Alpen liep, getroost door hem. Hoe ik hem enkele jaren geleden opnieuw in concert zag in het Minnewaterpark te Brugge, tot tranen geroerd. Hoe ik mijn oude moeder hem soms hoorde neuriën in de woonkamer van ons huis.

Leonard Cohen kwam dicht bij elk van ons. Toen we op bed lagen naar het plafond te staren. Toen we verliefd waren en de ander niet. Toen er liefde was en daarna niet meer. Toen er enkel wolken waren. Toen we het licht weer zagen. Leonard Cohens akkoorden verstrengelden zich met het leven dat we leidden, met de dagen die we probeerden aaneen te vlechten tot iets wat op een leven geleek.

Hoe is het mogelijk dat zo’n invloedrijke, publieke figuur zo dicht op de huid kon zitten? Omdat hij boven al het tumult van de popmuziek uitstak en een gids was in ons tastende bestaan? Ja, maar dan een gids die het ook niet wist, die ook zijn weg moest zoeken - en daar niet geheimzinnig over deed.

Misschien waren zijn songs dat nog wel het meest: aanzetten tot stilte, schetsen van zwijgen

Leonard Cohen kwam ons nabij in zijn naakte zoeken. Hij was een reisgenoot eerder dan een reisgids. Een broer eerder dan een vader - een veel oudere broer, iemand die altijd al meer uithoeken van het bestaan had verkend dan jij. Hij zong over de oorlog en het jodendom, over het boeddhisme en de hunkering, over de taal en het afscheid.

De liefde, het verlangen, het verraad, het geweld, het eeuwige: hoe zat dat nou? ‘Neem deze hunkering van mijn tong en al het eenzame dat mijn handen ooit deden,’ klonk het in ‘laat me je schoonheid zien als die in puin ligt, zoals je zou doen voor iemand die je liefhebt.’

Werd het wanhopige smachten ooit beter weergegeven?

En in zijn allerlaatste slechts enkele weken geleden verschenen, schreef hij: ‘I wish there was a treaty we could sign. It’s over now, the water and the wine. We were broken then but now we’re borderline. And I wish there was a treaty, I wish there was a treaty between your love and mine.’

Wie krijgt daar nu geen krop van in de keel?

Zijn teksten waren gedichten, duidelijk beïnvloed door de poëzie van de grote Spaanse modernist Federico García Lorca, van wie hij ooit Pequeño vals vienés (Kleine Weense wals) op muziek zette en wereldberoemd maakte onder de titel Take This Waltz.

Lorca, die tijdens de Spaanse burgeroorlog werd gefusilleerd omwille van zijn homoseksualiteit, schreef poëzie die zowel tastbaar als onvatbaar was. Concreet beginnen, abstract ontsporen, rijker weer opstaan: zo gaat het ook bij de verzen van Leonard Cohen. Vijftien albums over vijftig jaar: een halve eeuw lang graven in de taal. Begeleid door sober getokkel en achtergrondkoor.

Het zoeken van Leonard Cohen schommelde tussen de huid en de stilte. Tussen het verlangen naar de schoonheid van een geliefd en blijvend lichaam en het verlangen naar zwijgen in een wereld vol geluid. Misschien waren zijn songs dat nog wel het meest: aanzetten tot stilte, schetsen van zwijgen. Verlangens om niet te verlangen.

In het fotokatern van een aan hem gewijde biografie staat de beroemde foto van Leonard Cohen aan de schrijftafel, in Griekenland was het, geloof ik, met een prachtige, naakte vrouw op het bed. Op de daaropvolgende pagina zit hij in het gewaad van de zenboeddhist te mediteren. Leonard Cohen was estheet en asceet ineen. Ook dat is het naakte zoeken. Onderweg zijn. Liefhebben. Loslaten.

De dood van Leonard Cohen komt niet als een schok, zelfs niet enkele dagen na de gewichtigste en somberste politieke gebeurtenis van een generatie. De dood was altijd daar. Leonard Cohen was altijd al oud, zelfs toen hij nog jong was. Kwam de dood van David Bowie als een donderslag bij heldere hemel, dan is dit overlijden een wolkenlucht die er altijd al was.

Bij de dood van een oude vriend heerst vaak meer dankbaarheid dan verdriet. Dat we dit hebben mogen meemaken, in ons korte leven, zoveel tederheid, zoveel waardigheid, zoveel waarachtigheid. Nu is het aan ons:

If it be your will That a voice be true From this broken hill I will sing to you