Leonard Cohen had de toekomst al gezien
Aan het eind van deze historische week bracht zijn zoon Adam het nieuws dat zijn vader Leonard Cohen is overleden. Nu wil ik de gebeurtenissen van Trumps verkiezing en Cohens dood liever niet aan elkaar verbinden, maar dat lukt maar lastig. Want zijn teksten laten je niet alleen het leven begrijpen, maar ook de wereld.
In mijn studentenhuis hadden we het altijd over de Grote Drie: Cash, Cave en Cohen. Mannen die de eerste letter van hun achternaam inderdaad met Cruijff en Christus gemeen hebben - dat kon in onze post-gereformeerde adolescentenhoofden natuurlijk geen toeval zijn.
Geboren met de gift of the golden voice was Leonard Cohen voor ons zoveel meer dan alleen maar een gouden stem. Hij was ook de inktzwarte stem van ons ontwakende (en, terugkijkend: flinterdunne) existentialisme. De cognacleerbruine stem van de man die ons het leven begrepen deed.
Of, tenminste, de illusie van begrip verschafte.
Bij een nieuw album van de bard kwamen we ook later, toen we onze studentenhuizen voor appartementen hadden verruild, weer eens samen.
Om gekleed in zwarte jasjes en als het even kon met een hoed op ons hoofd zijn hele oeuvre integraal te beluisteren. Doorgaans eindigend op een tot dansvloer omgetoverde huiskamer met die paar liedjes waarop je kon dansen in plaats van zwelgen.
Voor zijn concerten hadden we meestal het geld niet, dus picknickten we voor de deur van het Olympisch Stadion, waar hij zijn op een na laatste concert in Nederland gaf, om toch tenminste zijn stem te kunnen horen.
Cohen liet je niet alleen het leven begrijpen, maar ook de wereld
Inderdaad, mijn liefde voor het werk van Cohen kun je redelijk pathetisch noemen. Toen Bob Dylan dit jaar zijn Nobelprijs kreeg, had ik zelfs last van plaatsvervangende jaloezie, als zoiets tenminste bestaat.
Hijzelf had van zulke gevoelens geen last, overigens. Bij de presentatie van zijn laatste album, You want it darker, werd hem gevraagd wat hij van de prijs vond. ‘Het is een beetje alsof je de Mount Everest een medaille geeft voor het zijn van de hoogste berg,’ zo merkte hij op.
Nee, het is niet gepast om over zijn heengaan te zeggen dat het een passend einde van deze donkere herfstweek vol grimmig wereldnieuws is. Toch moet ik mijn uiterste best doen om in mijn hoofd de twee grote gebeurtenissen van deze week niet aan elkaar te verbinden.
Want Cohen liet me niet alleen mijn eigen kleine leven beter begrijpen, ook de grote wereldgebeurtenissen passeerden bij mij nooit de revue zonder dat ik even naar Cohen luisterde.
Cohen liet me niet alleen mijn eigen kleine leven beter begrijpen, ook de grote wereldgebeurtenissen
Zo had ik woensdagmiddag, na 36 uur zonder slaap, het lied Anthem op repeat. Het staat op The Future, uit 1992, met afstand zijn meest politieke album.
Cohen had tijdens het maken van dit album net de L.A. riots meegemaakt, een serie rellen die uitbrak nadat er een videoband was uitgelekt waarop de gewelddadige arrestatie van een Afrikaans-Amerikaanse taxichauffeur te zien was.
Het titelnummer is profetisch en troostrijk tegelijk, wanneer je het leest met de gebeurtenissen van deze week in gedachten.
Profetisch, omdat de woorden over het nu lijken te gaan. Troostrijk, omdat ze eigenlijk over 1992 gaan. Ook toen leek het eind der tijden nabij en bleef het eind der tijden uit.
There’ll be fires on the road and the white man dancing
(...)
Give me back the Berlin wall Give me Stalin and St Paul Give me Christ or give me Hiroshima
(...)
I’ve seen the future, baby: it is murder
‘Ring the bells that still can ring’
Nu was Cohen doorgaans helemaal niet zo politiek. Maar hij zei daar rond het verschijnen van The Future over dat het zelfs voor iemand die zo vreselijk met zichzelf bezig was als hij moeilijk was om dat vol te houden als de wereld in brand staat. ‘Ik denk dat die gebeurtenissen me hebben uitgenodigd om eens uit het raam te kijken.’
The Future is het meest politieke lied, maar Anthem is het sleutellied om de rest van het album te begrijpen. Ken je het niet, luister dan even terwijl je verder leest:
Laat de klokken luiden die nog kunnen luiden, zo klinkt het refrein. ‘Het zijn er niet veel, maar je kunt ze vinden,’ lichtte hij daarover eens toe.
Maar meteen daarna bezweert hij: forget your perfect offering. Oplossingen en perfectie zijn op aarde nu eenmaal niet te vinden. Uit de geciteerde toelichting:‘This is not the place where you make things perfect, neither in your marriage, nor in your work, nor anything, nor your love of God, nor your love of family or country. The thing is imperfect.’
Als alles in je in opstand komt tegen de gang van zaken in de wereld is het gemakkelijk om dit te vergeten. Dat alles wat ooit is gebouwd of bedacht ook kapot kan. Kan breken.
There’s a crack in everything, eindigt het lied dan ook omineus.
Toen ik vanmorgen wakker werd en het nieuws van zijn dood vernam, liet ik zijn Anthem opnieuw door de kamer schallen.
The birds they sang at the break of day Start again I heard them say Don’t dwell on what has passed away or what is yet to be.
Ah the wars they will be fought again The holy dove She will be caught again bought and sold and bought again the dove is never free.
Zo verging het mij vanmorgen, denkend aan the widowhood of every government, zoals Cohen in het lied zingt. Aan de leegte die ik voel bij het vertrek Barack Obama en de geluiden van een stervende dinosaurus, zoals Michael Moore Trumps opkomst noemde.
Tot mijn zoontje (3) ingreep en mij smeekte om ‘Ik ben vandaag zo vrolijk’ op te zetten, een liedje van zijn held: Alfred Jodokus Kwak.
En daar had je het al:
That’s how the light gets in.
Lees verder
Naschrift, 12 november 2016: In een eerdere versie stond ten onrechte vermeld dat het concert in het Olympisch Stadion in Amsterdam het laatste concert van Leonard Cohen in Nederland was. Dat is intussen gecorrigeerd.