3 inzichten die ik opdeed uit de reacties op mijn open brief aan PVV-stemmers

Rob Wijnberg
Oprichter

Mijn open brief aan PVV-stemmers leverde héél veel, héél verschillende reacties op. Drie dingen vielen me op.

Honderden reacties kreeg ik op mijn open brief aan de PVV-stemmer, waarin ik probeerde na te gaan welke denkbeelden we onbewust gemeen hebben, ondanks de totaal tegengestelde leefwerelden en hokjes waarin we ons doorgaans bevinden (of denken te bevinden).

In deze update wil ik een paar inzichten erover met jullie delen. Een noot vooraf: ik heb hier geen enkele wetenschappelijke pretentie mee - zie het vooral als een ordening van gedachten.

1. Consensus is privé, onenigheid publiek

Wat mij het meest opviel aan alle reacties is dit: de positieve reacties - instemming, complimentjes, bedankjes, constructieve kritiek - kreeg ik in meerderheid per mailof via direct messageop Facebook en Twitter. De negatieve reacties - denigrerende kritieken, twijfels aan mijn intenties, aanvallen op mijn persoon - ontving ik vaker in het openbaar.

De mate van negativiteit correleerde bovendien met de mate van openbaarheid: de mildere kritieken kwamen in de relatief afgeschermde bijdragensectie op De Correspondent zelf (die niet toegankelijk zijn voor niet-leden), de iets hardere kritieken op sociale media waren meestal áán mij gericht (@robwijnberg) en de negatiefste reacties waren gericht aan ‘de buitenwereld’ als geheel (publieke blogs, tweets, Facebookposts). Andersom gold ook: de lovendste mails eindigden het vaakst met ‘Laten we een keer één-op-één afspreken.’

Kortom: de consensus manifesteerde zich privé, de polarisatie publiek.

Hoewel geen representatieve steekproef, is dit verschil wel veelzeggend. Overeenstemming is stiller dan onenigheid. Ergens is dat logisch: in 140 tekens is het makkelijker ‘boe’ roepen, in e-mails kun je constructiever zijn. Maar het staaft ook mijn vermoeden dat de overlap in waarden die we delen groter is dan je op grond van het publieke debat zou denken: die overlap is alleen niet zo zichtbaar. Hoe vaak publiceert een krant blijken van instemming op haar opiniepagina? Minder vaak in ieder geval dan vegen uit de pan.

2. Geen filterbubbel, meer filterzeepsop

Het tweede wat opviel: de kritieken kwamen van alle kanten, en waren zeer divers. Uit de anti-racistische en feministische hoek luidde de meest gehoorde kritiek: ‘Je neemt de taal van de PVV over en legitimeert daarmee discriminatie en racisme’ - dat ik een boerka ‘zo’n ding’ noemde werd vaak gehekeld.

Tegelijkertijd luidde de kritiek van de andere kant: ‘Je praat in GroenLinks-taal zogenaamd tegen PVV-stemmers - dat is neerbuigend en moraliserend’ - dat ik ‘Beste PVV-stemmer’ zei werd vaak als generaliserend ervaren. Als een rode draad door beide soorten kritieken liep een twijfel aan mijn intenties: Wat wilde je hier nu eigenlijk mee bereiken? Deed je het voor de kliks?

Vooral op Twitter gold: You’re either with us or against us

Dat de kritieken zo’n breed spectrum besloegen, liet in ieder geval zien: met de filterbubbel valt het in die zin wel mee. Het stuk bereikte een heel scala aan groepen, die onderling hun kritiek erop deelden. Het leek daardoor meer op filterzeepsop: wel veel bubbeltjes, veel minder onderling contact. Vooral op Twitter gold: You’re either with us or against us.

Begrijpelijk, want de belangen en grieven staan voor een flink deel haaks op elkaar. Als je een moslima bent, die constante aanvallenop haar geloof uit PVV-hoek aan den lijve ondervindt (op tv en in het echt), dan heb je alle reden om de ‘handreiking’ van mij als hoogverraad te zien.

Andersom begreep ik ook beter wat de andere kant van het spectrum bedoelt met het verwijt van ‘morele superioriteit’: voor sommigen ter linkerzijde is kritiek op een geloof al heel snel Fout of Fobisch. Wijzen op de talloze stukken waarin ik me verzet tegen stigmatisering of discriminatie, hielp in dat geval weinig. Het leert dat er wel degelijk grote tegenstellingen zijn, die niet zomaar zijn te overbruggen.

3. Succes moet onmiddellijk zijn, anders is er gefaald

De twijfel over mijn bedoelingen laat bovendien zien: er is veel onderliggend wantrouwen. Toen na een uur nog geen PVV-stemmers hadden gereageerd, luidde volgens sommigen al de conclusie: zie, je deed dit voor eigen parochie. Oprechtheid weerlegd.

Toen even later, op The Post Online, de eerste reacties daar heel negatief waren, luidde volgens sommigen de conclusie: zie, ‘ze’ willen niet in gesprek. Dat er in de loop van de avond steeds meer sympathieke, weloverwogen, kritische én constructieve reacties in mijn inbox kwamen, bleef bovendien onzichtbaar.

Succes moet, kortom, instant-succes zijn - anders is er gefaald. Maar succes is niet per se onmiddellijk. En bovendien: succes is ambigu. Was de brief pas geslaagd als er totale overeenstemming was gekomen? Als het uit alle hoeken lovend was ontvangen? Als het direct De Telegraaf had gehaald? Of was doorplaatsing op een site die normaal gesproken als de antithese van De Correspondent wordt gezien al een goed begin? Zijn tien uitnodigingen voor koffie, van mensen die De Correspondent doorgaans bewust links laten liggen (‘links’, ja) en nu ‘blij verrast’ zeiden te zijn, al heel wat?

Mijn belangrijkste les is in ieder geval deze: ook al is de polarisatie vele malen zichtbaarder, de behoefte aan meer gemeenschappelijkheid is minstens zo sterk - alleen veel stiller. Dat is een waardevolle les voor ons allemaal: laten we onze gemeenschappelijke waarden wat vaker publiekelijk benadrukken. En laat de media er vaker een podium aan geven. Hieronder alvast een bloemlezing van de interessantste, constructieve mails die ik ontving: