2016 is het 1933 van mijn generatie. Tijd om op te staan
Hoe willen we herinnerd worden? Als generatie die zichzelf in slaap suste terwijl de planeet werd gefrituurd en het fascisme de kop opstak? Of als generatie die in verzet kwam en nieuwe dromen formuleerde? In dat laatste geval is er geen tijd te verliezen. Dit kunnen we doen.
Soms kun je het gewicht van de geschiedenis in je maag voelen.
Toen ik vorige week woensdag opstond en m’n laptop openklapte, voelde ik het zoals velen, alsof je de avond ervoor een nare ruzie hebt gehad. Natuurlijk, er zijn al genoeg stukjes getikt door rijke, witte mannen die zeggen dat het allemaal wel mee zal vallen. ‘It’s going to be okay,’ schreef de populaire blogger Tim Urban bijvoorbeeld, in een stuk dat meer dan een miljoen keer werd gelezen.
Maar dat is, sorry, echt gelul. Het wordt niet ‘okay’ voor de miljoenen Amerikanen die hun zorgverzekering dreigen te verliezen. Het wordt niet ‘okay’ voor de immigranten en moslims die een golf van haat en geweld over zich heen krijgen. Het wordt niet ‘okay’ voor de massa’s die gedeporteerd zullen worden. Het wordt niet ‘okay’ voor het klimaat waarvan Trump de thermostaat omhoog draait. En het wordt ook niet ‘okay’ voor de banken, die weer zwaar gedereguleerd worden waardoor een nieuwe crisis dreigt.
En dat is nog niet alles. Vorige week werd Stephen Bannon, de oud-directeur van de extreemrechtse nieuwssite Breitbart, door Trump aangesteld als topstrateeg. Bannon noemt zichzelf een ‘Leninist’ - je weet wel, die dictator die zei dat een kleine voorhoede de macht moet grijpen om met grof geweld de revolutie te beginnen. Of in de woorden van Bannon: ‘Lenin wilde de staat vernietigen, en dat is ook mijn doel. Ik wil alles kapotmaken, en het hele establishment vernietigen.’
Die vent wordt dus de machtigste adviseur in het Witte Huis. Vind je het gek dat de Ku Klux Klan feestviert? Vind je het gek dat de Amerikaanse Nazi Partij haar geluk niet op kan?
De eerste symptomen van het fascisme
Obama en Clinton zeiden dat we nu maar gewoon moeten hopen dat Trump een leuke president zal zijn. Dat hij het voordeel van de twijfel verdient. ‘Is het zo gek dat we er van uitgaan dat Trump deugt?’ vroeg premier Mark Rutte zich af in de Tweede Kamer.
De (ervarings)deskundigen weten wel beter. Als de geschiedenis iets leert, dan is het dat autocraten menen wat ze zeggen. Aan het begin van de jaren twintig schreef The New York Times ook dat het antisemitisme van Hitler maar een gimmick was:
Natuurlijk, er zijn grote verschillen tussen de wereld van toen en de wereld van nu. Onze instituties zijn sterker, de wereldeconomie staat er beter voor en het gebruik van geweld is lang niet zo normaal als toen.
Maar er zijn ook angstaanjagende overeenkomsten. De Eerste en Tweede Wereldoorlog volgden op een periode van globalisering zoals we die in de afgelopen dertig jaar ook hebben gezien. Hitler kwam aan de macht na de grote Beurskrach van 1929, zoals in de afgelopen jaren talloze extreemrechtse partijen hebben geprofiteerd van de financiële crisis. Trump zal ook aan populariteit winnen door zwaar te investeren in de infrastructuur, zoals Hitler investeerde in de Autobahn.
En dan hebben we nog de persoonlijke overeenkomsten: net als Hitler en Mussolini is Trump een enorme narcist die een cultus om zichzelf heeft gecreëerd. ‘Making America great again’ is typisch fascistische retoriek, Trumps complottheorieën doen fascistisch aan en zijn gebruik van minderheden als zondebok is ook een klassiek fascistische strategie.
De macht van Trump wordt bovendien enorm. Het Huis van Afgevaardigden en de Senaat blijven Republikeins, en het Hooggerechtshof wordt het straks ook. Trump verzamelt een kliek van familieleden en getrouwen om zich heen die zichzelf schaamteloos zullen verrijken. En o ja, in de afgelopen jaren is er een immens militair apparaat opgebouwd waarmee ieder moment overal ter wereld kan worden toegeslagen.
It’s going to be okay, zeggen ze dan. Hoe krijg je het in vredesnaam uit je strot?
Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Ik denk dat ik inmiddels wel honderd stukken heb gelezen die de ultieme verklaring voor Donald Trump leken te bieden. Het was racisme. Nee, het was de economie. Het lag aan de hysterische media. Nee, het lag aan de peilingen. Clinton was een waardeloze kandidaat. Nee, ze had gewoon pech met de FBI en dat belachelijke e-mailschandaal.
In werkelijkheid zijn er talloze oorzaken die hebben bijgedragen aan de overwinning van Trump. Als een paar procent in een paar swing states net iets anders had gestemd, dan hadden we nu een heel andere discussie gehad. En vergeet niet: er zijn nog altijd meer mensen die op Hillary Clinton hebben gestemd. Ik herhaal: een meerderheid van de kiezers wilde Trump niet als president.
‘It’s going to be okay’ - hoe krijg je het uit je strot?
En toch. Toch is het moeilijk om de cijfers te relativeren. Had Trump niet gewoon door een gigantische meerderheid weggestemd moeten worden? Of kijk naar de exit polls: een overgrote meerderheid van zwart Amerika stemde op Clinton, een overgrote meerderheid van wit Amerika stemde op Trump. Mensen die vier jaar geleden nog op de eerste zwarte president stemden, liepen nu over naar een racistische ophitser. Het lijkt alsof er een demon is wakker geworden in de Amerikaanse ziel.
En er is een angstaanjagende verklaring. Bedenk: in 2012 gingen de campagnes van Barack Obama en Mitt Romney nog over de zorg en de economie. Maar in de afgelopen maanden ging het vooral over ras, islam en immigratie. ‘Er is een lange en grondige wetenschappelijke literatuur,’ zo schrijft de Amerikaanse journalist Ezra Klein, ‘die laat zien dat als je witte kiezers laat denken over hun ras, hun politieke meningen naar rechts verschuiven.’
Natuurlijk, ook dit valt weer te relativeren. Obama, de zwarte president, is nog altijd behoorlijk populair. En er waren ook latino’s en zwarte kiezers die overliepen naar Trump. Uit regionale data blijkt vervolgens dat juist de counties met economische tegenwind vaker op hem stemden. De meeste Trump-aanhangers hadden tot slot een doodeenvoudige reden om op Trump te stemmen: ze waren Republikein en Republikeinen stemmen doorgaans op Republikeinen.
Maar wat blijft hangen is dit: Trump was de enige met een verhaal.
Een afschuwelijk verhaal, daar niet van, maar het was een verhaal. Ik heb me in de afgelopen dagen het hoofd gebroken over de vraag hoe de Democratische Partij het in vredesnaam gepresteerd heeft om in deze tijd de meest dynastieke, meest typische, meest gezapige verdediger van de status quo te nomineren. Hoe is het mogelijk dat je, vijftien jaar na nine eleven, iemand kiest die voor de oorlog in Irak stemde? Hoe is het mogelijk dat je, acht jaar na de financiële crisis, iemand naar voren schuift die voor miljoenen dollars speeches gaf voor Goldman Sachs en andere banken?
‘Ik ben de laatste die tussen jullie en de apocalyps in staat,’ was het enige wat Clinton daarop te zeggen had. Maar nu is de apocalyps er en ligt de vraag op tafel: wat nu?
Het failliet van het arrogante liberalisme
Niet eens zo heel lang geleden, ik denk een jaar of vijf, was ik een bewonderaar van Maarten van Rossem. De Utrechtse brompot was indertijd niet weg te slaan uit de talkshows. Keer op keer legde hij op hilarische wijze uit waarom de PVV het zo goed deed in de peilingen. Meestal kwam het hierop neer: een kwart, misschien wel een derde, van alle kiezers bestaat nu eenmaal uit halvegaren. Een ‘basket of deplorables’ zou Clinton zeggen. Die mensen zouden zo ongeneeslijk dom zijn dat ze zelfs tegen hun eigen belang in stemmen.
De feiten, zei Van Rossem dan, kijk toch naar de feiten! Kijk eens hoe goed Nederland het doet in alle ranglijstjes. De historicus had het altijd over die ene editie van The Economist, echt een heel goed blad vond hij dat, die net voor de Fortuyn-revolte was uitgekomen. Nederland werd daarin als een voorbeeld voor heel Europa beschreven. Hoezo puinhopen van Paars? Lezen die sukkels The Economist soms niet?
In dezelfde periode maakte Alexander Pechtold furore in de Tweede Kamer. O, wat kon hij toch goed uitleggen dat Geert z’n feitjes niet op een rij had. Op feestjes mocht ik graag verkondigen dat mensen eigenlijk eerst een quiz zouden moeten doen voordat ze mogen stemmen. Wie bijvoorbeeld niet weet hoeveel zetels de Tweede Kamer heeft (minstens de helft van de kiezers schatte ik) zou een ongeldige stem krijgen.
Het lijkt een eeuwigheid geleden.
Als het aanhoudende succes van Wilders en de schok van Brexit en Trump iets duidelijk maken, dan is het dat de tijd van het arrogante links-liberalisme voorbij is. De spot en retoriek van de Pechtolds en Van Rossems verhulden een fundamentele leegte. Nog een factcheckje hier of nog een tirade tegen ‘het populisme’ daar volstaat al lang niet meer - als het dat ooit heeft gedaan.
Het failliet van het midden wordt pas echt duidelijk als je uitzoomt. Zogenaamd linkse en progressieve partijen hebben in de afgelopen decennia keer op keer dezelfde fout gemaakt: meebewegen, meebewegen en nog eens meebewegen. Als het over de economie ging, ging links mee in de rechtse zorgen over de overheidsschuld en het begrotingstekort. Zoals de socioloog Willem Schinkel schrijft: iedere partij werd min of meer D66. Het enige wat overbleef aan ‘linkse’ politiek was een beetje herverdeling en nog wat gesubsidieerde inspiratiedagen voor werklozen.
Als het over cultuur ging - en daar ging het op een gegeven moment bijna alleen nog over - schoof iedereen op naar rechts. ‘Benoemen’ werd een nationale obsessie. Ondertussen werd ook in de Nederlandse ziel een demon wakker. Terwijl VVD’ers nu dingen zeggen die je in de jaren tachtig een gevangenisstraf opleverden, doet de ene na de andere PvdA’er uitlatingen die toen als door en door racistisch werden beschouwd.
Dus daar staan we dan: vijftien jaar na de val van de Twin Towers en acht jaar na de val van Lehman Brothers, en nog steeds is er geen wezenlijk alternatief. Maar na de val van Clinton, nu het machtigste land ter wereld de eerste symptomen van fascisme vertoont, zijn er geen excuses meer.
Het is tijd om wakker te worden
Een nieuw verhaal - dat is wat we nodig hebben. Dan heb ik het niet over nog meer zalvende woorden om ‘de boel bij elkaar te houden’ of het zoveelste opgeheven vingertje tegen ‘het populisme.’ Ik heb het over een radicaal alternatief dat het beste in ons naar boven haalt, een radicale beweging van jong en oud, zwart en wit, man en vrouw, laag- en hoogopgeleid die wezenlijke antwoorden biedt op de haat en angst die ons nu overspoelen.
Het begint met een andere taal. We kunnen inmiddels wel vaststellen dat de eindeloze tirades tegen het ‘neoliberalisme’ en de geleerde pleidooien voor meer ‘intersectionaliteit’ niet hebben gewerkt. Hoe kunnen we in vredesnaam een land veranderen als 95 procent van onze landgenoten geen idee heeft waar we het over hebben? Er is behoefte aan een veel eenvoudigere taal die veel meer mensen kan bereiken. Zoals Jos de Blok van Buurtzorg een tijdje geleden tegen me zei: het is heel makkelijk om iets moeilijker te maken, maar heel moeilijk om iets makkelijker te maken.
Vervolgens hebben we een aantal duidelijke eisen nodig. Links wist in de afgelopen jaren vooral waar het tegen was. Anti-bezuinigingen, anti-establishment, anti-racisme - maar waar waren we eigenlijk voor? De SP heeft inmiddels meer dan 200.000 handtekeningen binnen voor het Nationaal Zorgfonds, en dat is een goed begin. Maar ik denk dat er ook nieuwe ideeën nodig zijn, zoals de totaal andere democratie waar David Van Reybrouck voor pleit en het basisinkomen waar steeds meer mensen enthousiast over zijn.
Het allerbelangrijkste is dat het nieuwe verhaal uitgaat van een positief mensbeeld
We roeien de armoede uit. We organiseren onze economie op basis van vakmanschap en vertrouwen in plaats van concurrentie en bureaucratie. We zetten de schoonmakers en verplegers, leraren en vuilnismannen, agenten en taxichauffeurs weer centraal. We maken de Nederlandse economie de duurzaamste van de wereld. En we bedenken een nationaal plan van ontmoeting, waardoor hoog- en laagopgeleid, zwart en wit elkaar veel vaker tegenkomen. Uit onderzoek na onderzoek blijkt immers dat empathie beter werkt dan mensen wegzetten als idioten en racisten.
Het is cruciaal dat het een verhaal van winnaars wordt. De meeste mensen hebben een hekel aan de barmhartige samaritaan, die betuttelende bemoeial die zo graag de verliezers wil helpen. En de eeuwige linkse verhalen over de aanstaande apocalyps (of het nu de financiële sector is die instort of het klimaat dat voor altijd naar de knoppen gaat) zijn ook niet echt geweldig in het motiveren van mensen. Hoop is zoveel krachtiger dan angst.
Maar het allerbelangrijkste is dat het nieuwe verhaal uitgaat van een positief mensbeeld. Roep het van de daken: de meeste mensen deugen. De meeste mensen willen iets maken van hun leven en gunnen anderen het beste. De meeste mensen willen iets bijdragen aan hun land. Wat dat betreft denk ik dat het links van de toekomst ook nationalistisch moet zijn. Niet om de grenzen te sluiten, maar wel om trots uit te dragen hoeveel we delen en hoe ver we samen gekomen zijn.
Tot slot wordt het tijd om vaarwel te zeggen tegen de angst voor de hartstocht. Links-liberalen zijn nog veel te vaak in de greep van wat je ‘zakelijke correctheid’ zou kunnen noemen. Oh wat gênant, hoor je dan, Jesse Klaver probeert wat emotie in z’n speeches te leggen! Populistisch!
Maar kijk dan dit spotje van Bernie Sanders eens: ik smacht naar de eerste Nederlandse of Belgische politicus van dit kaliber. Als we 10 procent van deze energie in ons verhaal kunnen leggen, dan zijn we al een heel eind.
Als ik jullie, en mijn leeftijdsgenoten in het bijzonder, iets op het hart mag drukken, dan is het dit: word wakker. Het is tijd om het comfortabele midden, waar je een beetje neer mag kijken op Henk en Ingrid en alleen wat filmpjes van Unicef hoeft te liken, vaarwel te zeggen. Het is tijd om ons weer echt te engageren, om veel en veel politieker te worden.
‘Wat kan ik doen?’, vraag je je misschien af. Het antwoord is niet zo moeilijk. Informeer jezelf. Zoek anderen op, niet alleen online maar ook in het echt. Zoek ze op in kroegen en op scholen, op straat en onder lelijke tl-buizen. Richt nieuwe clubjes op, of sluit je aan bij bestaande organisaties die strijden voor duurzaamheid en rechtvaardigheid (ze zitten maar al te vaak te springen om nieuwe mensen).
En stel jezelf de vraag: als historici over dertig, veertig jaar terugkijken op onze tijd, hoe willen we dan herinnerd worden? Als apathische hipsters die zichzelf in slaap susten terwijl de planeet gefrituurd werd, de Europese Unie uiteenviel en het fascisme de kop opstak? Of als generatie die in verzet kwam, nieuwe dromen formuleerde en het onrealistische onvermijdelijk maakte? In het laatste geval: laten we nu het verschil maken. Er is geen tijd te verliezen.