Alles was al klaar. Eindeloze vergaderingen hadden een indrukwekkende lijst opgeleverd - een nieuwe lijst van Franse grootheden, die in 2011 door het hele land geëerd zouden worden, met grootschalige culturele evenementen. Zoals elk jaar zou de lijst ook in boekvorm verschijnen. De minister van Cultuur had een voorwoord geschreven, de boeken waren al gedrukt.

Toen kwam Frankrijks beroemdste nazi-jager in verzet. Serge Klarsfeld sprak zich niet alleen uit tegen de nationale verering van Louis-Ferdinand Céline, hij eiste ook dat de schrijver van de lijst verwijderd

De auteur mocht dan geweldige romans hebben geschreven, hij was óók overtuigd antisemiet: ‘Céline voedde, voor en tijdens de Shoah, de anti-Joodse haat met zijn talentvolle geraaskal.’ Zo’n figuur moest niet vereerd worden, vond Klarsfeld, en al helemaal niet in een land dat door de Holocaust zoveel wezen kende.

Na een heftige landelijke discussie werd Céline van de lijst geschrapt.

Terechte beslissing? Of overdreven politiek correct? Moeten we de man volledig loszien van de schrijver? De lelijke opvattingen van het prachtige werk? Zouden we Céline nog wel moeten lezen en bespreken?

Hoe je deze grote vragen ook beantwoordt, dat Célines antisemitische opvattingen volledig losstaan van zijn werk is simpelweg niet waar. Hij uitte zijn antisemitische ideeën niet tijdens een ontspoord interview, of een ongelukkig publiek optreden, en het waren ook geen uitspraken of gedachten van romanpersonages. Tussen 1937 en 1941 publiceerde Céline drie onversneden - met L’École des cadavres uit 1938 als dieptepunt onder de dieptepunten.

Céline verklaart hierin onder meer dat hij het Italiaanse antisemitisme van die tijd ‘te lauw’ vond, ‘ontoereikend’: ‘Een onderscheid tussen goede Joden en slechte Joden? Dat heeft geen zin. Maakt een chirurg onderscheid tussen goede en slechte ziektekiemen? [...] Nee. Dat zou dwaas zijn, een ramp.’

Dus nee, we kunnen de schrijver Céline niet volledig loszien van de man Céline. Het antisemitisme was ook doorgedrongen tot Célines schrijverschap. Er is wel een ander onderscheid dat we kunnen – of moeten – maken: het onderscheid tussen de jongere en de oudere Céline. Die van voor het publieke antisemitisme en die van daarna.

Het getuigt van beschaving om de grootsheid van die eerste twee romans te erkennen én de verwerpelijkheid van alles wat daarna kwam

De twee romans die Céline zijn roem bezorgden, Reis naar het einde van de nacht en Dood op krediet, verschenen respectievelijk in 1932 en 1936. Vóór de pamfletten dus.

Het zou vreemd zijn om die eerdere, krachtige, diep ontroerende werken, waarin van antisemitisme nog geen sprake is, met terugwerkende kracht af te schrijven, puur op basis van de latere werken en opvattingen. Misschien had Céline al ruim vóór de pamfletten antisemitische opvattingen, dat zou kunnen - maar daar was in zijn vroege werk nog niets van te merken.

Trouwens, nazi-jager Serge Klarsfeld schreef Célines vroege werk ook niet af. Hij noemde Céline publiekelijk een en vond de Reis en Dood op krediet geweldig. Maar dat betekende nog niet dat de schrijver, de gehele schrijver Céline – ‘de grootste antisemiet van heel toenmalig – in 2011 als nationale held moest worden opgevoerd.

Misschien is dat wel de manier om de kwestie Céline te behandelen. Het getuigt van nuance en beschaving om de grootsheid van die eerste twee romans te erkennen én de verwerpelijkheid van alles wat daarna kwam.

Dat Célines vroege romans nog steeds op Franse scholen worden gelezen en in boekenclubs worden besproken, laat zien dat die opvatting breder leeft. Het latere antisemitisme heeft namelijk niets te maken met de revolutionaire, driftige stijl van die vroege twee romans, met de meeslepende intensiteit en de enorme levenskracht die eruit spreekt.

En trouwens ook niet met Célines ideeën, met name die uit Reis naar het einde van de nacht: het agressiefste pacifisme dat we ooit in boekvorm hebben gezien.

Schrijf je in voor de boekenclub Wil je meelezen? Meediscussiëren? En als eerste horen welk boek we komende maand gaan lezen? Schrijf je deze week in voor de boekenclub, en ontvang het nieuws en de updates in je mailbox.
Naar het aanmeldformulier
Dit is de boekenclub van De Correspondent in dertien veelgestelde vragen De veellezer klaagt dat hij hoogstens één roman per week leest. De weiniglezer klaagt dat hij alleen nog maar op vakantie leest. Voor beide groepen ben ik de leesclub van De Correspondent begonnen. Ruim 2.700 lezers werden al lid. Lees je mee? Lees het verhaal van Dries hier terug

En eerder deze maand:

Het einde van ons Boek van de Maand is het aangrijpendste dat Gerard Reve ooit las Deze maand lezen we het beruchte boek Reis naar het einde van de nacht. Grote schrijvers als W.F. Hermans en Louis Paul Boon liepen ermee weg. Kenners stellen nu: niemand kan de auteur nog volledig omarmen. Lees het verhaal hier terug Deze maand in de Boekenclub: Een van de meest omstreden schrijvers van de vorige eeuw Het is een boek van een antisemiet, een schoft en een mensenhater. Het is een boek dat bijna de meeste stemmen kreeg in jullie verkiezing van het boekenclubboek van de maand. Het is Reis naar het einde van de nacht van Louis-Ferdinand Céline. Lees mee! Lees het stuk hier terug