De NSA-onthullingen ontrafeld (The Guardian) Als correspondent technologie & surveillance is het niet zo ingewikkeld om hét journalistieke verhaal van 2013 aan te wijzen. Natuurlijk is dat de stroom aan onthullingen over de National Security Agency die vanaf begin juni in verschillende kranten en tijdschriften verschijnt. Moeilijker is het om uit de enorme hoeveelheid geweldige journalistieke producties die de documenten van Edward Snowden hebben opgeleverd de allerbeste uit te kiezen. Mijn keus is uiteindelijk gevallen op een interactief overzichtsdossier van The Guardian, de Britse krant die begin juni de eerste Snowden-documenten publiceerde, getiteld ‘NSA Files Decoded’. Alle essentiële onthullingen (tot ongeveer november 2013) worden helder uitgelegd en prachtig vormgegeven in kaart gebracht. Voor iedereen die een overzicht wil hebben van hét verhaal van 2013. (Maurits Martijn) NSA files: decoded. What the revelations mean for you (verschillende auteurs) Hoe een Israëlische miljardair Afrika leegrooft (The New Yorker) Veel Afrikaanse landen zijn gezegend met een rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen. Toch zijn de landen niet rijk, want vaak strijken buitenlandse bedrijven de winsten op. Hoe kan dat gebeuren? Dat legt dit artikel op fenomenale wijze bloot door een kijkje te nemen in het piepkleine West-Afrikaanse landje Guinea. Daar ligt een van de grootste onaangebroken voorraden ijzererts ter wereld. Het artikel toont aan hoe de contracten voor het uitbaten van deze voorraden verdeeld worden. En hoe de Israëlische miljardair Beny Steinmetz op sluwe wijze alle winsten voor de toekomst heeft veilig gesteld. Dit is zeker de beste onderzoeksjournalistiek die ik in 2013 heb gelezen. (Maite Vermeulen) Buried secrets: how an Israeli billionaire wrested control of one of Africa’s biggest prizes (Patrick Radden Keefe) Gesprek met een geest (Der Spiegel) Dat de werkelijkheid, voor wie tot verwondering in staat is, als kunstvorm meer te bieden heeft dan de povere fantasie van menig romancier bewijst deze schitterende reportage van Özlem Von Gezer in Der Spiegel. Von Gezer slaagde er als eerste in een gesprek aan te knopen met de veelbesproken kluizenaar Cornelius Gurlitt die dit najaar wereldnieuws werd toen weekblad Focus onthulde dat er een sensationele kunstverzameling, bestaande uit meer dan duizend schilderijen van onder meer Matisse, Chagall en Beckmann, bij hem in beslag was genomen. Von Gezer stapt met Gurlitt in de trein, op weg naar Gurlitts arts, en doet nauwgezet en met veel oog voor details verslag van een waanzinnig verhaal. (Joris van Casteren) Die Liebe seines Lebens (Özlem Von Gezer) De neoliberale universiteit (De Groene Amsterdammer) Het neoliberalisme laat ook het onderwijs niet ongemoeid. Onlangs verscheen het boek ‘Het Alternatief’ van docenten Jelmer Evers en René Kneyber. Het boek wil een vuist maken tegen de ‘afrekencultuur’ in het onderwijs, een cultuur van meten-is-weten, die het gevolg is van een neoliberale visie op dat onderwijs.
Maar hét stuk over het neoliberale denken in onderwijsland is voor mij het stuk ‘Uw 5 kost mij twaalfduizend euro’ van Marcel ten Hooven in De Groene Amsterdammer. Over managers die het onderwijs overnemen, filosofen die zich aan de cleandesk-policy moeten houden, professoren die in de flextuin moeten werken en hoogleraren die te maken krijgen met operational excellence, targets en impactscores. (Johannes Visser)
‘Uw 5 kost mij twaalfduizend euro’ (Marcel ten Hooven)
Waarom kost de zorg wat het kost? (Time Magazine) ‘De zorg wordt onbetaalbaar.’ Het is een frase die al jaren te beluisteren valt in het publieke debat over de zorg, zowel in de Verenigde Staten als in Nederland.  Maar waarom is de zorg eigenlijk zo duur? En wat zou het dan wel moeten kosten? De Amerikaanse journalist Steven Brill stelde deze even voor de hand liggende als complexe vraag en probeerde hem op ingenieuze wijze te beantwoorden. Brill nam een handjevol doorsnee zorgfacturen onder de loep en zocht simpelweg van iedere kostenpost die erop vermeld stond uit waar het gefactureerde bedrag op gebaseerd was. Het resultaat, na zeven maanden minutieus vlooien, is een 24.000 woorden, 35 pagina’s tellend journalistiek meesterwerk met een even onthutsende als ontnuchterende essentie: er gaat geen enkele rationale schuil achter de kosten van de zorg – en de ziekenhuizen worden daar steenrijk van. (Rob Wijnberg) Bitter Pill - Why Medical Bills Are Killing US (Steven Brill) De kracht van literaire journalistiek (Vrij Nederland) ‘‘We moeten je van mij loskoppelen,’ zei Drazen. ‘Ga op het matje in de woonkamer liggen.’’ Het artikel ‘Een gruwelijke healing’ van de Belgische journaliste Anna Luyten dat deze zomer in Vrij Nederland verscheen, is op verschillende niveaus een bijzonder verhaal. Luyten reconstrueert de bizarre moord in België op een levend standbeeld. Dat doet zij, allereerst, met journalistieke middelen: het is duidelijk dat Luyten uitgebreid de tijd heeft genomen om te graven, te zoeken en te interviewen, waardoor zij in staat is het verhaal te vertellen alsof ze er zelf bij was. Maar de grootste kracht van dit verhaal is de manier waarop het is opgeschreven: literair, met stijlwisselingen, intrigerende hoofdpersonages en plotwendingen.
Het artikel won eerder deze maand de prijs voor de beste tijdschriftenreportage op het Mercurs tijdschriftengala. (Maurits Martijn)
Een gruwelijke healing (Anna Luyten)
Duitsland: dominant, zonder te overheersen (The New York Review of Books) Aan de horizon draaien de windmolens, de daken hangen vol glimmende zonnepanelen en de industrie stampt gestaag door. Duitsland heeft het allemaal. Na de economische crisis is Duitsland uitgegroeid tot hét land dat de koers voor Europa bepaalt. Of het nu gaat over de uitweg uit de eurocrisis of de transitie naar duurzame energie – Duitsland wijst de weg. Timothy Garton Ash publiceerde in The New York Review of Books een prachtig artikel over de ongemakkelijke nieuwe positie die de Duitsers innemen in Europa. Hij beschrijft de korte geschiedenis van de moderne Bondsrepubliek, welke rol de erfenis van de Tweede Wereldoorlog speelt in het politieke bewustzijn en tot slot beschrijft hij hét dilemma waar het land voor staat: hoe kan je dominant zijn zonder te overheersen? (Thomas Muntz/De energiegroep) The New German Question (Timothy Garton Ash) De nieuwe chef van alle katholieken (The New Yorker) Op reis langs Europa’s zuidgrenzen bleken het telkens paters te zijn, die opkomen voor migranten en hun rechten. Jezuïeten, zoals ook de nieuwe chef van alle katholieken: Franciscus. Dit journalistieke profiel van de nieuwe paus komt ontzettend dichtbij - de auteur voert zelfs zijn eigen familie op -, maar neemt telkens toch weer afstand. Bijvoorbeeld door het weinig doortastende optreden van de Paus inzake het misbruikschandaal aan te roeren. Zo word het nergens relikitsch. Deze betrokken analyse van een opvallend ‘Man van het Jaar’ gaat verder dan een opsomming van ’s mans heldendaden. En het leert je en passant een hoop over de binnenwereld van zijn 1,2 miljard geloofsgenoten. (Karel Smouter) Who am I to judge? (James Carroll) Hoe moeten wij de onthullingen van Edward Snowden duiden? (snowdenandthefuture.info) In een vierdelige lezingenserie (die in video, audio én tekst is gepubliceerd) probeert de Amerikaanse rechtshistoricus Eben Moglen de onthullingen van Edward Snowden in verschillende perspectieven te plaatsen. Hij bekijkt de datahonger van de NSA vanuit een historisch standpunt, legt de werkwijze van de inlichtingendienst tegen de Amerikaanse grondwet en rechtstraditie en probeert enkele universele lessen uit de onthullingen te trekken. Het betoog van Moglen is hier en daar wat hoogdravend, maar zet aan tot nadenken. Wat heeft ons zover gebracht dat we het blijkbaar normaal zijn gaan vinden dat complete bevolkingen worden afgeluisterd? Collega Maurits Martijn interview Moglen later deze week voor De Correspondent. (Dimitri Tokmetzis) Snowden and the future (Eben Moglen) Tegen de onoplettendheid (The New York Review of Books) In haar karakteristieke uitwaaierende en veelomvattende stijl, maakt schrijfster Zadie Smith een elegant punt voor diep denken over de dood. Dat wordt ons nog wel eens moeilijk gemaakt, vindt de auteur, niet in de laatste plaats door het verstrooide bewustzijn dat onze smartphones cultiveren. Gelukkig noemt Smith schrijvers en kunstenaars – waaronder de Noor Karl Ove Knausgaard – die met hun werk het tegenovergestelde bewerkstelligen van die onoplettendheid: ‘How to be more present, more mindful, of ourselves, of others. For others.’ Een schitterend stuk. (Nina Polak) Man vs. corps (Zadie Smith)