Hoe feiten verwijten werden

Rob Wijnberg
Oprichter

Herman Finkers zei ooit: ‘Je kunt vrouwen opdelen in twee groepen. Maar ik zou het niet doen.’

Een wijze les.

Die grap gaat uiteraard niet alleen op voor vrouwen: deel wie dan ook in groepen in en je krijgt het geheid met ze aan de stok. 

Toch wil ik het er op wagen.

Want het publieke debat in Nederland wordt al jaren in een wurggreep gehouden door twee kampen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Twee kampen die zich allebei hebben teruggetrokken in hun eigen waarheid en nergens anders meer over kunnen discussiëren dan het gebrek aan realiteitsbesef van de ander.

Of het nu gaat om Europa, immigratie, criminaliteit, klimaat of de economie, steeds weer draait de discussie hierop uit: het eigen kamp heeft ‘de realiteit’ aan zijn zijde en het andere kamp wil die realiteit ‘niet onder ogen zien.’ 

Of het nu gaat om Europa, immigratie, klimaat of de economie, steeds draait de discussie uit op: het eigen kamp heeft ‘de realiteit’ aan zijn zijde en het andere kamp wil die realiteit ‘niet onder ogen zien’ 

Een perfecte illustratie van deze feitenstrijd is het recente - en inmiddels beruchte - debat in NRC Handelsblad over Europa, aangezwengeld door eurocritici Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema. In hun stuk ‘Vrijhandelsverdrag tussen EU en VS minacht democratie’ (niet online) betogen Baudet en Rijpkema dat de ‘technocraten’ in de EU de democratische politiek hebben ‘afgeschaft’ om hun in achterkamertjes bekokstoofde handelsverdrag het volk door de strot te duwen. Daarop volgde van acht opiniemakers, waaronder econoom Marcel Canoy en G500-initiator Sywert van Lienden, die NRC Handelsblad verweten ‘populistische retoriek’ te plaatsen. Als Baudet en Rijpkema ‘de feiten’ hadden gekend, had men geweten dat Europa juist heel democratisch en de bevolking er bovendien massaal voorstander van is.

‘Het boerenverstand’ versus ‘de ratio’

In een notendop komt de twist neer op de vraag: zijn feiten nu links of rechts? De boodschap van Baudet en Rijpkema is: we worden geregeerd door een wereldvreemde, technocratische elite die ergens boven het volk zweeft en geen idee heeft wat er werkelijk speelt onder de mensen. De reactie op dit soort kritiek is steevast: deze populistische, volksmennende onderbuikuitbuiters hebben zelf geen kaas gegeten van de werkelijkheid, want ze lezen de rapporten van het WRR, CPB en CBS niet.

‘Rechts’ realisme versus ‘links’ realisme. De feiten van de straat, de gewone man, het volk en het boerenverstand versus de feiten van het planbureau, de wetenschapper, het onderzoeksrapport en de ratio. 

Wil de échte werkelijkheid nu opstaan?

Deze dynamiek voert nu al ruim tien jaar de boventoon bij zo’n beetje ieder onderwerp.

Immigratie: ‘De gewone man is het zat om overspoeld te worden door de vloedgolf aan criminele gelukszoekers’ versus ‘Statistieken laten ondubbelzinnig zien dat de instroom van hardwerkende arbeidsmigranten reuze meevalt en alleen maar daalt.’

Criminaliteit: ‘Jan met de pet moet vrezen voor z’n leven in de kapot geterroriseerde straten van het ooit zo idyllische Holland’ versus ‘De WRR constateert dat Nederland nog nooit zo veilig, vredig en gezellig is geweest als anno 2014.’  

Islam: ‘Nederland gaat ten onder aan een totalitaire ideologie die van Almere-Zuid een Saoedi-Arabië in de polder wil maken’ versus ‘Hoera, uit de emancipatiemonitor 2013 blijkt dat nog nooit zoveel powervrouwen met een hoofddoek hun HBO-opleiding Vrouwenrechten hebben afgerond.’

Economie: ‘De Brusselse elite bezuinigt de totale welvaartsstaat naar de mallemoeren om hardwerkende Nederlanders hun zuurverdiende pensioen af te nemen’ versus ‘Kijk eens hoe goed we het doen: het CPB voorspelt een economische groei van 0,5 procent in het derde kwartaal van 2014!’

Klimaat: ‘Een stel linkse Diederik Stapels hebben klimaatverandering verzonnen als propaganda voor een subsidievretende windmolenzwendel’ versus ‘Er mag geen twijfel over bestaan dat de apocalyps nabij is als we niet voor 2044 allemaal een zonnepaneel op ons dak hebben.’

Enzovoorts enzoverder.

De verkeerde boodschapper

Nu heeft in het politieke debat altijd al het Nietzscheaans adagium ‘er zijn geen feiten, slechts interpretaties’ gegolden: de werkelijkheid is maar hoe je ertegenaan kijkt. Maar het vervelende aan de manier waarop het politieke landschap tegenwoordig is ingedeeld in twee soorten ‘realiteitsontkenners,’ is dat je geen positie in het debat meer kunt innemen zonder jezelf automatisch te diskwalificeren voor de andere helft van het land.

Feiten zijn verwijten geworden. Heb je kritiek op het bureaucratische gehalte van Brussel, dan ben je automatisch een onderbuikvoedende populist; maak je je zorgen over het steeds repressievere karakter van de rechtsstaat, dan zul je wel op een roze wolk aan de Keizersgracht wonen.

Het debat draait eigenlijk nooit meer om wat er aan de hand is, maar alleen nog om wie het aankaart

De consequentie hiervan is dat het debat eigenlijk nooit meer draait om wat er aan de hand is, maar alleen nog om wie het aankaart. Ik durf te wedden dat er geen politicus in de Tweede Kamer zit die zich geen zorgen maakt om de positie van vrouwen en homo’s binnen de islamitische cultuur - laat staan dat er een Kamerlid te vinden is dat Saoedi-Arabië een voorbeeldland vindt. Totdat Geert Wilders het op een belachelijke sticker zet en iedereen zich weer genoodzaakt ziet afstand te nemen van - ja, van wat? Van degene die het op de sticker zet.

Evengoed durf ik er de duurste fles op te zetten dat er geen opinieleider in Nederland rondloopt die de Europese Unie het gedroomde democratische paradijs vindt waar men dag in dag uit de polonaise danst op Alle Menschen werden Brüder. Totdat Thierry Baudet er een stukkie over tikt: dan windt iedereen zich weer op over - ja, over de boodschapper.  

Ik kom uit de kast

Laat ik daarom, als goed begin van 2014, maar eens uit de kast komen. Ik ben een hartstochtelijk eurofiel die vindt dat Europa honderd keer democratischer moet dan het nu is; ik ben een gepassioneerd voorstander van duurzame energie die ernstig rekening houdt met de feilbaarheid van klimaatwetenschap; ik ben een groot voorstander van een op resocialisatie gericht strafsysteem die niet begrijpt waarom de moordenaar van Pim Fortuyn ooit nog op vrije voeten zou moeten komen; ik ben een warm pleitbezorger van de afschaffing van ‘economische groei’ als heilige graal van ons collectieve welzijn die niet begrijpt waarom er zo veel bezuinigd moet worden om het Brussels dictaat van 3 procent te halen; ik vind op winst gerichte kunstenaars niet zo’n gek idee en op winst gerichte ziekenhuizen knettergek; en, oh ja, ik vind een boerka precies net zo weinig verrijking van de westerse cultuur als een sticker die van elke moslim een levensgevaarlijk virus op voeten maakt.

In wiens wereld leef ik dan eigenlijk?