Voor een goed gesprek over seksualiteit, heb je goede woorden nodig.

Na een jaar onderzoek te hebben gedaan naar hoe we opener over seksualiteit kunnen praten omdat het gesprek te vaak normatief en oppervlakkig is, viel me op dat onze seksuele taal te beperkt is.

We gebruiken het containerbegrip ‘voorspel’ bij alles wat voor traditionele penetratie komt; alleen het woord ‘geil’ – of nou ja, ook opgewonden – om aan te geven dat we zin in seks hebben en kennen maar één woord voor jaloezie.

Terwijl er heel veel verschillende vormen van voorspel, en heel veel verschillende manieren van jaloers zijn, bestaan. En er genoeg andere ondergewaardeerde maar ongebruikte synoniemen bestaan voor De woorden op zichzelf zijn ook beperkt. ‘Kutje’ klinkt voor sommigen te (geschoren en) pornografisch – net als ‘neuken’ en ‘pijpen,’ het vat alleen de lichamelijke daad – maar ‘yoni’ en ‘de liefde bedrijven’ weer te spiritueel. De woorden ‘vagina’ en ‘penetratie’ lijken afkomstig uit het ziekenhuis. Dan blijft eigenlijk alleen de jolige manier van praten over seks over:

Uit ‘Koospraten in 5 stappen’. Beeld: PIT

Dus nodigde ik woordontwerper uit om samen nieuwe woorden te creëren die wél gewaardeerd en gebruikt zullen worden. Om zo een beter gesprek over seksualiteit te kunnen hebben en de seks zelf te kunnen verbeteren.

Visser waarschuwt me meteen al: nieuwe sekswoorden ontwerpen is lastig. Dat komt door twee dingen. Eén: voor deze taal heb je helemaal niet veel woorden nodig. Niets kan de seks, de magie, zo verpesten door het spel in woorden proberen te vatten. Nieuwe seksuele woorden zijn dus niet functioneel.

Twee: seksualiteit is een van de lastigste gebieden om nieuwe woorden voor te vinden. Visser: ‘Hetzelfde geldt voor filosofie en muziek. Het zijn gebieden die je nooit helemaal kunt vatten.’ Het bestaat al eeuwen en het betekent voor iedereen iets anders. Probeer daar maar eens universele woorden voor te vinden.

Vissers favoriete seksuele woord is dan ook vrijen. ‘Dat impliceert niets. Het kan eigenlijk van alles betekenen. Knuffelen, seksen. Het woord ‘vrij’ zit erin, het is netjes en tegelijkertijd zwoel.’

Hoe meer nieuwe termen, hoe meer hokjes

Visser is van oorsprong ontwerper, en tijdens zijn afstuderen besloot hij zich op woorden te richten. ‘In het nieuws hadden ze vaak hele alinea’s nodig om één concept of begrip uit te leggen. Ik wilde onderzoeken of ik dat probleem als ontwerper kon oplossen met nieuwe woorden.’

Hij bedacht één regel voor zichzelf: zijn woorden moeten functioneel zijn, de communicatie makkelijker maken. Geen opzettelijk aanstellerig, poëtisch gedoe dus. Inmiddels bedacht hij er

‘Zodra er een woord voor is, ga je het begrip uitvoeren. Maar wat je precies uitvoert, doet er toch niet toe in bed?’

Maar seksualiteit behoort dus tot de gebieden waarvan Visser betwijfelt of het wel functioneel is om hier nieuwe woorden voor te vinden. Net als dat voor muziek geldt: ‘Taal is eigenlijk altijd ontoereikend om muziek rechtvaardig te beschrijven. Toch proberen mensen het: ze bedenken oneindig veel termen om de muziek aan te duiden, en gaan daar dan vervolgens over in discussie: ‘Nee, dit is echt geen techno.’ Een oninteressante discussie Je hebt die labeltjes alleen nodig om in een platenbak de juiste muziek te vinden. ‘En dan nog: meestal is het leuker om iets te vinden waar je niet naar zocht.’

Hetzelfde geldt volgens hem voor seksualiteit: hoe meer termen, hoe meer hokjes. ‘Terwijl het eigenlijk om het loslaten van die hokjes gaat. Zodra er een woord voor is, ga je in je hoofd het begrip uitvoeren. ‘We gaan nu pijpen.’ Maar wat je precies uitvoert, doet er toch niet toe in bed?’

Wat Visser maar wil zeggen: het is een lichamelijk gebeuren, dus de mensen moesten eerst maar eens proberen dit met lichaamstaal op te lossen. Want die taal spreekt bijna iedereen en zegt honderd keer meer in bed. ‘Het zou weer wel handig zijn om dáárover te leren praten, over die lichaamstaal. ‘Als ik het lekker vind, doe ik dit met mijn lichaam’.’

Maar woorden die concrete seksuele handelingen beschrijven, komen voor Visser niet op de eerste plaats. Ze zijn niet praktisch.

Sommige woorden zijn te grof

Ik vertel Visser dat ik het afgelopen jaar veel seksuologen en andere seksdeskundigen sprak en dat één ding me opviel: velen vertelden me dat de nadruk bij seks tegenwoordig te weinig ligt op het voorspel. Zo heeft 11 procent van de jonge meisjes pijn bij het vrijen omdat ze nog niet vochtig genoeg zijn. Voorspel impliceert het minder belangrijke voorafje aan het spektakel.

Uit ‘Koospraten in 5 stappen’. Beeld: PIT

Wat nou als je wat daarvoor komt eigenlijk leuker en lekkerder vindt? Vergelijk het met eten. Op dat gebied ontwikkelde de laatste jaren de trend zich van voor-, hoofd- en nagerecht naar een veelvoud aan kleinere hapjes. Zou deze ontwikkeling zich ook in de sekswereld kunnen voltrekken? Als we het ‘voorspel’ beter willen maken, het onderscheid tussen voor- en hoofdgerecht willen verminderen, helpt het dan niet als daar eerst meer woorden voor zijn?

Het was Visser inderdaad al opgevallen dat er vooral voor de ‘hoofdonderdelen’ (penetratie, orale bevrediging) ontelbaar veel synoniemen bestaan. ‘Veel van dit soort woorden zijn plat en grof. Dat komt denk ik doordat de industrieën waar ze hoogstwaarschijnlijk vandaan komen – de porno en prostitutie – wél gebaat zijn bij praktische, ongenuanceerde, haast zakelijke communicatie over seks. En het voorspel wordt daar meestal overgeslagen.’

Dus: aan de slag

Visser pakt zijn werkschema erbij en begint met, zoals hij dat noemt, woordschetsen. We zoeken naar een woord dat de betekenis van ‘wiegend vrijen’ weergeeft: het moment waarop het fysieke begint, waar de sekspartners naar elkaar toe trekken en al dansend, strelend, knedend, knijpend zich losmaken.

Een klein cursusje nieuwe woorden maken van de meester:

  • Verzamel eerst persoonlijke ervaringen en diverse bronnen. Een doktersromannetje, een Kamasutratekst en een artikel uit de krant bijvoorbeeld.
  • Schrijf alle woorden op die ermee te maken hebben: die het doel, de handeling en de betekenis omschrijven.
  • Pak als het nodig is synoniemen.net erbij.
  • Probeer de gewenste betekenis vervolgens visueel te maken in uw hoofd.
  • Mocht u talent hebben, dan moet het nieuwe woord op dit moment naar u toe komen.

Enkele opties waar wij mee kwamen: wiegkozen, deinvrijen, schommelstrelen, diebelen, schoemelen, ommelen, piebelen.

Dan opeens: een woord voor het gesprek over seksualiteit

Dan bedenken we ons iets. Er bestaat nog geen woord voor het gesprek over seksualiteit. Niet een woord om een seksuele handeling te beschrijven, maar een woord om aan te geven dat je over seksualiteit in het algemeen wilt praten.

Uit ‘Koospraten in 5 stappen’. Beeld: PIT

Welke rol het in je leven speelt, en of dat bij je past. Of je van aanraking houdt, wat intimiteit voor je betekent, hoe dichtbij je mensen laat komen en op welke manier. Welke verlangens en fantasieën je hebt, en of je hier iets mee wilt en kan doen.

Het is de perfecte afsluiting van een jaar lang zoeken hoe we een opener gesprek over seksualiteit kunnen hebben: een woord om dat gesprek op de kaart te zetten.

Met trots presenteren Visser en ik dan ook het woord Koospraten, koospraat. Het gesprek over seksualiteit dat in plaats van afstand creëert, voor meer intimiteit zorgt.

Maar hoe pak ik dat koospraten dan aan? Kijk daarvoor dat en voor mij maakten:

Vimeo
Beeld: PIT. Video: Hans Geluk en Jefta Varwijk. Stemmen: Jannes Heidinga en Iris Hermens. Locatie: Nachtclub OOST

Lees ook:

Waarom kunstenaars bloot mogen zijn, maar kunstkijkers niet We vinden het niet gek om naakten in het museum te zien hangen, maar wat als de kunstkijkers zelf bloot zijn? Ik onderzocht wat naakten in de kunst over onze omgang met het blote lichaam vertellen. ‘Kunst kan het taboe op naaktheid doorbreken.’ Lees het verhaal hier terug Alleen sukkels en vrijgevochten vrouwen masturberen (op het witte doek) Op tv en in film wordt nauwelijks gemasturbeerd. En als het gebeurt, heeft het vaak iets ongemakkelijks. Waarom rust er zo’n cultureel taboe op zelfbevrediging? Lees het verhaal hier terug