Hoe je seksualiteit beter in beeld kunt krijgen
Een jaar geleden stelde ik de vraag hoe we opener over seksualiteit kunnen praten. Door de vele gesprekken die ik voerde, kwam ik erachter dat de hele beeldvorming van seksualiteit anders kan. In dit slotstuk geef ik een aanbeveling hoe de media hiermee kunnen beginnen.
Over seksualiteit valt weinig universeels te zeggen. Het afgelopen jaar deed ik onderzoek naar hoe we er een opener gesprek over kunnen voeren en als dat jaar me één ding leerde, was dat het wel.
Er is nooit maar één verhaal. Het gaat niet óf goed óf slecht met seksualiteit.
Het gros van de media wil ons dit wel doen geloven. Slachtoffers, taboes, nieuwe cijfers, uitzonderlijke situaties en mediafiguren voeren de boventoon. ‘Koppels zijn gelukkigst bij een keer per week seks,’* ‘Veertig procent van de meiden heeft ongewenst seks’* en ‘Vrouwen hebben meer zin in seks dan mannen denken’* zijn maar enkele voorbeelden.
De media leveren maar weinig manieren om over seksualiteit te praten en sluiten veel seksualiteiten buiten. De seksualiteit van kinderen, ouderen, aseksuelen en seksverslaafden bijvoorbeeld. En hoe mensen seksueel integer met elkaar om kunnen gaan.
Kort door de bocht: de media behandelen veel seks, maar weinig seksualiteit. En ook veel mensen zijn geneigd om met geliefden, vrienden en familie eerder over seks te praten, dan over seksualiteit.
Seks kennen we wel, maar seksualiteit?
Natuurlijk werkt het ook de andere kant op. Dat beperkte gesprek is ook een voortvloeisel van een maatschappij waarin seksualiteit is teruggedrongen tot in het bed.
De meeste seksscènes in boeken en films gaan wel over het fysieke aspect, maar weinig over de psycho-sociologische en culturele kant. Veel gesprekken gaan over of je meedoet aan de laatste trends en maar weinig over welke rol seks in je leven speelt, merkte ik. Het gaat maar zelden over hoe je in contact staat met je lichaam en met anderen, hoe dichtbij je mensen wilt hebben en op welke manier of wat intimiteit voor je betekent.
Seks, dat kennen we wel. Seksualiteit? Niet echt.
De gevolgen zijn jongeren – en volwassenen – die geen flauw idee hebben hoe ze met het onderwerp moeten omgaan en de eerste de beste nadoen in gebrek aan vergelijkingsmateriaal. En waar we dan vervolgens weer over lezen in de krant: cijfers, misstanden, klaagzangen of opschepperijen.
Zo wordt het een kip-ei-verhaal. Komt het door de media dat we maar beperkte manieren hebben om over seksualiteit te praten, of zijn de media een voortvloeisel van onze begrensde omgang met seksualiteit?
Een belangrijke vraag, want seksualiteit is ‘meer dan iets erin stoppen.’ En veel relaties lopen stuk op seksuele ontevredenheid. Ondertussen lezen de meeste krantenlezers liever een stuk over druk-zijn en kijken televisiekijkers liever naar sport of het nieuws dan dat ze bijleren over hun seksualiteit.
Of zoals producent Gian van Grunsven constateerde: ‘We doen massaal aan yoga en mindfulness, rennen tussendoor naar de sportschool en eten allemaal biologisch. Maar wat doen we nou aan onze seksuele ontwikkeling?’ We lijken seks als iets afzonderlijks te zien: iets lichamelijks, iets wat je alleen met een sekspartner in bed doet.
Hoe moet het dan wél?
Het liefst wilde ik afgelopen jaar precies uitzoeken hoe het zat: wat seksualiteit betekent en hoe je daar ‘het beste’ uiting aan kunt geven. Om vervolgens stellig te beweren dat ik een waarheid gevonden had.
Dat bleek moeilijker dan gedacht, want soms leek alles* wel met seksualiteit te maken, en bleek seksualiteit voor iedereen een andere ‘beste’ uiting te hebben.
De 83-jarige man die nog elke week masturbeert, de achttienjarige die nog liever de afwas doet dan alleen al aan seks te moeten dénken, de homoseksuele man die alleen seks wil met personen van wie hij houdt, de heteroseksuele vrouw die alleen seksueel opgewonden wordt van personen van wie ze niet houdt, hoe krijg je een dergelijke diversiteit in één verhaal?
Je vloog af en toe wel alle kanten op, zei mijn eindredacteur bij de analyse van mijn serie. Misschien heeft hij gelijk, maar het lijkt wel te moeten bij dit onderwerp. Anders komen zoveel seksualiteiten nooit aan bod in het gesprek.
Toch denk ik dat we het – zonder opgeheven vingertje – moeten proberen. Als de media hun omgang met seksualiteit veranderen, verandert het gesprek op straat ook. Net als andersom, natuurlijk. Mijn aanbevelingen aan de media en mediagebruikers na een jaar onderzoek doen, zijn:
- Gebruik alleen cijfers om te onderbouwen, presenteer ze niet als nieuws. Ook niet als de cijfers uit wetenschappelijk onderzoek komen.
- Het belangrijkste is de nuance. Presenteer daarom elk verhaal als een persoonlijk verhaal. De context verschilt bij iedereen, en juist in die context zit de verdieping.
- Zorg dat naast het biologische aspect, ook de psychologische, sociologische en culturele kant van seksualiteit aan bod komt.
- Blijf veelzijdige seksuele voorlichting geven en zoeken. Die heeft, zoals sekswetenschapper Ellen Laan zegt, iedere generatie opnieuw nodig.
- Durf intimiteit te behandelen. Seksualiteit betekent voor het grootste deel intimiteit, al verschilt het voor iedereen hoe dit eruitziet.
- Zorg daarom voor diversiteit in verhalen en kijk uit voor (impliciete) normatieve uitspraken.
Maar gebeurt dit niet al?
Ja. Een van mijn favoriete ‘seksverhalen’ van afgelopen jaar was bijvoorbeeld een groot interview met een niet-praktiserende pedoseksueel in NRC Handelsblad. Waar er normaal vrij normatief over personen met een seksuele voorkeur voor minderjarigen wordt geschreven, ging dit artikel zonder oordeel in op hoe het was voor die meneer. En ging het eigenlijk zo over een meer algemene vraag hoe het is om te leven als je nooit uiting kunt geven aan je seksuele verlangens.
Door gesprekken te voeren met Pieter Klok, adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant, en Casper Sikkema, hoofdredacteur bij online nieuwsmedium Vice, kwam ik erachter dat sommige media wel degelijk een beleid hebben wat seksualiteit betreft.
Is ‘gewoon’ een beetje vrijen tussen man en vrouw dan ouderwets?
Zo vindt de Volkskrant dat je over het leven in de breedte moet schrijven en seksualiteit daar een aspect van is. Niet het onderwerp distantieert de Volkskrant van andere tijdschriften en kranten, maar de toon en journalistieke aanpak. Klok: ‘Wij zijn van nature niet zo spiritueel. Journalisten zijn opgeleid om zich niet mee te laten slepen.’ Met een diverse redactie wat seksualiteiten betreft, en diverse rubrieken als De Seksrabbijn en de Liefde en Lust-rubriek van Corine Koole, probeert de krant zo veel mogelijk visies te laten zien.
Vice gaat daarin nog iets verder. Het online medium schrijft vaker en met meer diversiteit over seksualiteit. ‘We schrijven hier zoveel over,’ zegt Sikkema, ‘omdat millennials veel met seksualiteit bezig zijn.’ Het medium schuwt niet om over rimmen, groepsseks, ecoseksuelen of over het seksleven van mensen met een handicap te schrijven. Eigenlijk belicht Vice vaker de uitzonderlijke aspecten van seksualiteit dan de alledaagse. Zorgt dit er niet voor dat hun leden denken dat ze allemaal vreselijk uitzonderlijk moeten zijn qua seksualiteit? Dat ‘gewoon’ een beetje vrijen tussen man en vrouw maar ouderwets is?
Sikkema: ‘Dat vind ik een goede vraag. Maar ten eerste is het ongelooflijk saai om over witte heterostellen te schrijven en ten tweede is het wel belangrijk dat die verschillende vormen van seksualiteit aan bod komen. Bij een onderwerp als seksualiteit is het belangrijk om ook die edgy kanten nieuwsgierig te verkennen.’
Maar: waarom zo binnenskamers?
Toch vindt de commissie van de Seks & Media Prijs dat de media seksualiteit niet divers en diepgaand genoeg behandelen. Eva Broomans: ‘Er wordt wel opener over seksualiteit geschreven, maar je moet echt zoeken wil je een goed media-item vinden over seksualiteit. Het wordt eigenlijk steeds meer ‘plastic’.’
Zij ziet dat niet alleen in de media, maar ook op straat. We beleven seks steeds meer binnenskamers, vindt Broomans. ‘Vroeger moest je bijvoorbeeld de deur uit als je een seksboekje wilde kopen. Nu kun je thuis achter je computer met de gordijnen dicht alles zien en lezen. Seks verdwijnt uit het normale leven. Wat je nog wel ziet, is gelikt en oppervlakkig.’
Toch kan ik me voorstellen dat veel mensen weerzin voelen tegen meer openheid over seksualiteit. Het is toch iets intiems, iets van jezelf? Moeten we dat nou allemaal op straat gooien?
Achter fysieke seksuele handelingen zitten altijd psychologische en culturele constructies. Dáár moeten we meer openlijk over praten
Misschien niet, maar meer oprechte openheid in de media over seksualiteit kan ook tot ontroering en herkenning in plaats van geiligheid leiden. In de Deense documentaire Venus, die op het afgelopen IDFA in première ging, zie je hoe deze ‘nieuwe oprechtheid’ juist geruststellend werkt als een stuk of vijftien jonge vrouwen uitgebreid ondervraagd worden over hun seksualiteit.
Hun wordt gevraagd waar ze staan met hun seksualiteit; of ze een seksuele fantasie willen delen; of ze weleens voelen dat hun seksuele verlangens te groot zijn. Veel van wat de vrouwen vervolgens vertellen, gaat wel over seks, maar overstijgt het lichamelijke.
Zo vertelt een meisje dat de gedachte om een jongen te pijpen haar verafschuwt. Dat komt, beweert ze, doordat ze alleen met broers en neven is opgegroeid; altijd in gevecht. Als gevolg heeft ze nu in bed ook een bepaalde boosheid: ‘It prevents me from ever giving a guy a blowjob.’
Achter fysieke seksuele handelingen zitten altijd psychologische en culturele constructies. Dáár moeten we meer openlijk over praten.
En wat zal dat opleveren?
Toen ik begon met mijn serie bij De Correspondent twijfelde ik over één ding: moeten we wel meer over seksualiteit praten? Moeten we niet meer leren voelen? Gewoon gaan liggen en observeren, in plaats van nog meer te lezen over dit onderwerp?
Ook bleek dat niet alle lezers zaten te wachten op ‘weer een vrouw die over seksualiteit schrijft.’ Seks is iets wat je gewoon moet doen, lijkt toch de algemene gedachte. Huppakee, niet zeuren.
Maar, zo leerde ik ook afgelopen jaar, soms moet je om beter te leren voelen, eerst meer weten. En daar ligt een taak voor de media. Die beïnvloeden het dagelijkse gesprek op straat ook. En dus de beeldvorming.
Seksualiteit is bij uitstek een onderwerp dat altijd schuurt en wrijft, juist daarom moeten we het meer omarmen. Dat maakt seksualiteit juist zo interessant: ze past zich niet aan, ze gaat waar ze wil. Ze zegt iets over onszelf en onze tijd, zoals eigenlijk niets anders dat doet.
Als we trainen om die diversiteit aan seksualiteit te omarmen – in elke mogelijke taal – dan trainen we onze verschillen te omarmen. Ook onze verschillen op heel andere gebieden.