We zijn in een stad die het midden houdt tussen New York, Washington en San Francisco. Ronald Reagan is president. Delen van de samenleving strijden vruchteloos tegen aids. De tijd is hard: voor homoseksuelen, voor vrouwen, voor zieke mensen.

We volgen een groep verloren zielen, waaronder een depressieve, aan medicijnen verslaafde huisvrouw, de kordate moeder van een mormoon en een homoseksueel koppel dat uit elkaar gedreven wordt door aids. We horen eindeloze dialogen waarin cultuur, politiek, religie en de wreedheid van het leven met een enorme brille en gevoeligheid samenkomen.

We zijn bij Angels in America, a Gay Fantasia on National Themes. Het toneelstuk van Tony Kushner is in 1993 voor het eerst aan een publiek vertoond, maar wordt nog steeds over de hele wereld opgevoerd. En in 2003 werd door Mike Nichols een geprezen televisieserie van het script gemaakt, met onder anderen Meryl Streep, Al Pacino en Emma Thompson in de hoofdrollen.

Dat was ook het jaar dat ik de serie zag en het stuk las. Ik was toen zeventien en onmiddellijk gefascineerd door de mensen die er net zo verloren bij liepen als ik me voelde. Sindsdien blijf ik ernaar terugkeren: de tekst, de verhouding tussen de personages, de particuliere wanhoop van ieder van hen.

Maar het gaat ook allemaal duidelijk over een andere tijd. Een periode waarin homoseksualiteit in het Westen nog zeer politiek was. Een tijd waarin mannen op Wall Street en in grote torens de maat gaven en onverbiddelijk waren in hun

Een jaar geleden betrapte ik mezelf erop dat ik Angels in America een beetje passé begon te vinden. De onverbiddelijkheid van het aidsvirus loopt in het Westen op zijn einde, Barack Obama was president en legaliseerde het homohuwelijk. En ja: extreemrechts rukte op zo hier en daar, maar we maakten ons voornamelijk druk over het feit dat we niet echt iets hadden om ons druk over te De duistere jarentachtigarena van Kushner leek steeds verder weg te raken.

Maar dan wordt Donald Trump tot president van Amerika gekozen.

En opeens is Angels in America een stuk dat iedereen die verlangt naar een blik op onze mogelijke toekomst moet lezen. De thematiek is weer urgent, maar ook in de personages herkennen we mensen die nu om ons heen leven.

Verder zijn de parallellen met Ronald Reagan opvallend, misschien nog wel opvallender dan die met de tijd voor de Want zowel onder Reagan als onder Trump zijn identity politics

Maar de meest directe link tussen het stuk en het huidige tijdsgewricht? Een van de belangrijkste personages in Angels in America was de mentor en vertrouweling van

Angels in America door Toneelgroep Amsterdam. Foto: Jan Versweyveld

Parallel 1. De identity politics van de jaren tachtig en nu

Identity politics, de politiek waarbij groepen zichzelf binnen het politieke spectrum positioneren op basis van gender, ras, geloof of seksuele voorkeur en daarmee proberen hun positie te verbeteren, kenden zowel in de jaren tachtig als nu een belangrijke opleving.

In de tachtiger jaren was vooral de burgerrechtenbeweging voor krachtig. De aidcrisis, met haar talloze doden en de ronduit van de overheid op dit leed, was hier mede schuldig aan. En zo mondde het protest van de getroffen en genegeerde bevolkingsgroepen in 1987 uit in de National March on Washington for Lesbian and

Ook 2016 gaat de verrechtsing van de westerse wereld gepaard met een activistisch tegengeluid. Neem alleen al in Nederland de strijd tegen Zwarte Piet en ander racisme. In de Verenigde Staten wordt het debat rondom identiteit en macht nog grootschaliger gevoerd. Daar zijn termen als en praktisch gemeengoed.

Het is de vraag hoe dit activisme zich gaat verhouden tot het beleid van Trump, die een kabinet met bijna alleen witte mannen samenstelt en minderheden stelselmatig beledigt. Om niet vergeten, vernederd of zelfs gedeporteerd te worden, zullen die minderheden moeten vechten of overleven, zoals de personages in Angels in America deden.

Dat stuk is dan ook aan het einde van de eerste golf identity politics geschreven: ras, seksuele identiteit en geslacht zijn continu onderwerp van gesprek. Homoseksualiteit, aids en kleur spelen een belangrijke rol in het leven van de personages.

Om niet vergeten, vernederd of zelfs gedeporteerd te worden zullen minderheden moeten vechten, zoals de personages in Angels in America deden

Daarbij overstijgt het stuk iedere drammerigheid die het identiteitsactivisme soms kan hebben. Dit doet Angels in America door de personages een kwetsbare identiteit te geven; ieder karakter is veel meer dan de groep waar hij of zij toe behoort.

Kushners stuk zou zo gezien kunnen worden als een overgangsverhaal naar de minder conservatieve jaren negentig. Een tijd waarin het tijdelijke einde van de nadruk op identity politics zijn intrede deed en het (versnipperde) verhaal van het individu centraal kwam te staan.

Niet geheel toevallig is het stuk voor het eerst op de planken gebracht toen Bill Clinton aantrad in het Witte Huis. Toen het ergste politieke leed geleden was en de homoseksuele Kushner met een zekere afstand kon kijken naar die jaren vol stervende vrienden en geïnstitutionaliseerde agressie tegen minderheden.

Angels in America door Toneelgroep Amsterdam. Foto: Jan Versweyveld

Parallel 2. De vertrouweling van Trump

De conservatieve strafrechtadvocaat Roy Cohn is, met de opduikende geest van Ethel Rosenberg, het enige historische personage in Angels in America. En Donald Trump was zijn tovenaarsleerling.

Zo beweert Trumps voormalige politieke adviseur Roger Stone dat Trump zijn typische taalgebruik en omgang met de media van Cohn geleerd heeft. Bekende Trumpfrasen zoals ‘a lot of people say’ en ‘forget about it’ zouden rechtstreeks bij Cohn vandaan komen.

Hun verhouding gaat volgens journalist Wayne Barrett, die al in de zeventiger jaren urenlange gesprekken had met de twee, veel verder dan die van advocaat-cliënt. Cohn was Trumps vaste adviseur. Barrett: ‘Ik kijk naar hem [Trump] en zie Roy. Beiden zijn

Angels in America door Toneelgroep Amsterdam. Foto: Jan Versweyveld

En dan is er nog Cohns politiek van de verschroeide aarde, zijn grote ego en zijn positie in het societyleven van New York: wie over hem leest, ziet en hoort Trump. Zijn pompeuze, starre woordkeuze, zijn neiging om het verdriet van een minderheid te bagatelliseren, zijn grenzeloze zelfovertuiging: alles is er. Luister maar wat hij zegt als hij het communistische echtpaar Rosenberg op de elektrische stoel wil krijgen (en dat moet echt even in het Engels): ‘Because, during the trial, Joe, I was on the phone every day talking with the judge. Every day, doing what I do best — talking on the telephone. [...] She came this close to getting life. I pleaded till I wept to put her in the chair. Me, I did that. I’d have fucking pulled the switch if they let me. Why? Because I fucking hate traitors. [...] Was it legal? Fuck legal! Am I a nice man? Fuck nice! They say terrible things about me in The Nation? Fuck The Nation! You want to be nice or you want to be effective?! You want to make the law, or be subject to it? Choose!’

In Angels in America neemt Cohn het verder op tegen de (ex-)geliefden Prior en Louis. Prior heeft aids, Louis is links. Prior, die ook nog eens lastiggevallen wordt door een engel die van hem verlangt dat hij Amerika redt, wil rust en vrede. Louis doet niets anders dan machteloze speeches afsteken tegen het Reaganbeleid.

En zo kom ik bij de herkenbaarheid van deze personages: iedereen is, in tijden van Reagan én Trump, weleens een van deze twee. In dit tijdsgewricht, waarbij het persoonlijke én het politieke onze aandacht vragen, schipperen we tussen de wil naar het kleinschalige om vervolgens weer vol vuur iets te vinden van de volgende headliner.

Of zoals Louis zegt: ‘There are no gods here, no ghosts and spirits in America, there are no angels in America, no spiritual past, no racial past, there’s only the political, and the decoys and the ploys to maneuver around the inescapable battle of politics.’

Voor de uitweg: volg Belize

Angels in America laat zien hoe identity politics in de jaren tachtig en nu leven. Verder is een van de hoofdpersonages een belangrijke inspiratiebron van Trump geweest. Maar het stuk laat ook zien hoe het anders kan.

Daarvoor is er Belize, de gekleurde verpleger met een travestieverleden die een goede vriend is van Prior, en Roy Cohn in zijn laatste dagen verpleegt. De zwarte homoseksuele man beschikt over de autonome kracht van degene die nooit ergens thuishoort.

In zekere zin symboliseert hij zo de toekomst zoals de progressieven en identity politics-activisten die graag zouden zien. Een wereld waarin ras, seksuele identiteit en maatschappelijke positie geen rol meer spelen.

Het idee dat Amerika een paraplu is waaronder uiteindelijk iedereen kan leven, verwerpt hij dan ook. Net zoals hij het politieke activisme van de witte Louis verwerpt: ‘Nou, voor mij kan heel Amerika de pot op. Dit land bestaat uit grote ideeën en sprookjes en mensen die op sterven liggen en mensen als jij. [...] Kom mee naar kamer 1013 van mijn ziekenhuis. Dat is Amerika. Terminaal, gek en slecht. Ik woon in Amerika Louis, dat is erg genoeg. Ik hoef er niet ook nog eens van te houden. Doe jij dat maar. Iedereen moet ergens van houden.’

Angels in America door Toneelgroep Amsterdam. Foto: Jan Versweyveld
Sinds 9 november zit in iedereen die niet man, wit en rechts is een ziekenhuiskamertje met een tierende Donald Trump voor zich

Belize is ook de ultieme globalist. Losgezongen van de natiestaat, zijn liefde slechts aan mensen en niet aan instituten schenkend. Niet alleen een nachtmerrie voor Cohn, maar de nachtmerrie van iedere rechtse politicus die de grenzen van het eigen land weer probeert te herstellen en de cultuur eenduidig wil laten zijn. Mensen als Belize, en ze zijn met velen, wijzen de conservatieveling er continu op dat hun paradijs van eenvormigheid in de weg gezeten wordt door diegenen die zich qua kleur, gender en geaardheid niet laten duiden.

In Cohns laatste momenten in het ziekenhuis vraagt hij Belize hoe het leven na de dood eruitziet. Belize antwoordt: ‘Grote stad. Overwoekerd met onkruid, wel in bloei. Op elke straathoek een ploeg slopers en schuin aan de overkant verrijst een stukje revolutiebouw. Overal kapotte ramen als afgebroken tanden in een gebit. Felle windvlagen, striemend zand. Raven cirkelen in de hoge grijze hemel. Profetische vogels, Roy. Bergen rotzooi, maar gehouwen uit robijn, uit zwart lavaglas. En in de wind: wapperende wimpels van diamantkleurig slijm. En stemhokjes. En iedereen in Chanel-pakjes met rode corsages en enorme danspaleizen met muziek en licht, één grote raciale cocktail vol geslachtelijke onduidelijkheid. En de goden zijn allemaal creools, of mulat, bruin als de monding der grote rivieren. Ras, voorkeur en ‘t historisch gegroeide spelen geen rol meer. En jij bent er niet bij.’

Cohn reageert door Belize te vragen hoe de hemel er dan uitziet. ‘Dit was de hemel, Roy,’ zegt Belize. Cohn zakt dieper weg in het kussen en verzucht: ‘Godverdomme, ja.’

Punt is: sinds 9 november zit in iedereen die niet man, wit en rechts is een ziekenhuiskamertje met een tierende Donald Trump voor zich - maar voor sommigen zit de deur meer klem dan voor anderen. Dus zijn verhalen over nieuwe Belizes hard nodig. Om iedereen die zich verloren voelt te laten zien dat er meer zijn zoals zij.

Misschien dat de kracht van Angels in America ligt in het feit dat het stuk pas na het tijdperk Reagan geschreven is: pas na de verwerking van de verschrikking volgde waardevolle kunst. En in dit geval dan ook nog eens hoopvolle kunst, waarbij de uiteindelijke oplossing niet blijkt te liggen in de interventie van de engelen, nee, aan het einde besluiten vrijwel alle personages het voortaan op eigen kracht en met elkaar te rooien, in vrijheid en solidariteit en zonder de ander al te veel te veroordelen.

Uiteindelijk hebben we een nieuwe Angels in America nodig: een liefdevolle en pijnlijke tekst over onze wereld om als minderheid zo af en toe eventjes in weg te kruipen en gewapend weer tevoorschijn te komen: klaar om Belizes hemel ooit, in een verre toekomst, waar te maken.

Toneelgroep Amsterdam stelde voor deze publicatie de tekst van Angels in America beschikbaar, waarvoor dank.

Lees ook:

Eindelijk een serie die weet om te gaan met diversiteit. Kijk Easy Film- en seriemakers schieten in een kramp als het gaat om diversiteit, sekse en seksualiteit. Mag je als witte maker wel een zwarte vrouw opvoeren? Is dat geen cultural appropriation? De nieuwe Netflixserie Easy heeft het antwoord gevonden: zet de maker overboord. Lees mijn aanbeveling hier terug Hét taboe voor vrouwen? Dat ze boos mogen zijn Het grootste te doorbreken taboe voor vrouwen is niet overgewicht, onverzorgdheid of ouderdom. Het grootste taboe is woede. Een boze vrouw moet op haar plaats gezet worden, of zelfs vernederd. Tijd om met dat verbod op kwaadheid af te rekenen. Lees mijn column hier terug In 7 minuten bijgepraat over Donald Trump, de Russische hacks en de toekomst van Amerika Donald Trump stelt oorlogshitsers aan als ministers. Rusland heeft de Amerikaanse verkiezingen beïnvloed. En Barack Obama laat er onderzoek naar doen. Toch maak ik me het meest zorgen over Trumps telkens terugkerende woorden ‘deze mensen.’ Wie bedoelt Trump daar toch mee? Lees het verhaal van Sarah Kendzior hier terug