2016, het jaar van de stille meerderheid, de boze burger en de niet-mens
Bij De Correspondent volgen we niet het nieuws, maar de dieperliggende structuren en ontwikkelingen erachter. Wat ging er onder de oppervlakte verborgen in 2016? Ik zet vijf van deze onderstromen op een rij, zodat je in de kerstvakantie weer helemaal bij kunt lezen.
Al zolang ik me kan herinneren krijgt mijn vader hetzelfde cadeau voor zijn verjaardag: Het aanzien van… Het is intussen een aparte plank in zijn boekenkast geworden: een lange serie jaarboeken waarin het wereldnieuws van het jaar ervoor nog eens op een rij gezet is.
Ik mag er als ik op bezoek ben graag in bladeren. Een blik op al die jaren wereldnieuws werkt op een bepaalde manier geruststellend: rampen, oorlogen, maar ook historische doorbraken en belangrijke ontdekkingen zijn van alle tijden.
De conclusie van elk jaar ooit is toch: alles werd beter, maar niets werd goed. En na een algemeen erkend annus horribilis als 2016 is het misschien wel extra belangrijk om dat te beseffen.
‘It was the best of times, it was the worst of times’
Nu is het in terugblikstukken als deze gebruikelijk om ‘de balans op te maken.’ De plussen naast de minnen te zetten en te kijken wat er ‘onder aan de streep’ overblijft. Ik houd aan dat soort stukken altijd een wat ongemakkelijk gevoel over.
Het is toch alsof je, zeg, de voortdurende proxyoorlog in Syrië kunt wegstrepen tegen een wetenschappelijke doorbraak als CRISPR, een manier om DNA te manipuleren. Of bij die ene verslagen populist in Oostenrijk een zucht van opluchting slaakt vanwege, zeg, de verkiezing van Trump of Brexit. De dood van Johan Cruijff tegenover de doorbraak van Kasper Dolberg zet.
In werkelijkheid gebeurt alles altijd tegelijk en wordt de geschiedenis vooral door contrasten en contradicties gekenmerkt. Charles Dickens zei dat zo, aan het begin van A Tale of Two Cities:
‘It was the best of times, it was the worst of times, it was the age of wisdom, it was the age of foolishness, it was the epoch of belief, it was the epoch of incredulity, it was the season of Light, it was the season of Darkness, it was the spring of hope, it was the winter of despair, we had everything before us, we had nothing before us, we were all going direct to Heaven, we were all going direct the other way.’
Met twee woorden spreken
De uitdaging voor ons journalisten is om in een wereld die om dit soort etiketten en oordelen vraagt, deze wereld te tonen in al zijn tegenstrijdigheid en complexiteit. Om zonder in grijstinten te vervallen de veelkleurigheid ervan te laten zien.
Kortom, om met twee woorden te spreken over de wereld om ons heen, in de geest van Charles Dickens.
Verwacht dus geen Grote Woorden in deze terugblik op 2016. Geen laatste woorden ook, over de vraag of dit nu een jaar om te huilen of om te juichen was. Maar een jaaroverzicht in vijf paradoxale onderstromen van het nieuws, zoals we die bij De Correspondentop het spoor proberen te komen.
1: We meten meer dan ooit, maar lijken steeds minder te weten
We begonnen het jaar met een aantal stukken over de vraag in hoeverre de wereld eigenlijk ‘meetbaar’ en ‘maakbaar’ is. En, of dat verlangen naar meet- en maakbaarheid eigenlijk wenselijk is.
Rutger Bregman schreef een ontnuchterend onderzoeksverhaal over het CBS - ooit een baken van betrouwbaarheid, nu steeds meer een instelling die cijfers niet alleen presenteert, maar ook interpreteert en van een pakkend persbericht voorziet.
Sanne Blauw en Jesse Frederik schreven samen over de onvrede bij artsen, leraren en agenten. Hun conclusie: deze beroepsgroepen delen - hoe verschillend ook - dezelfde zorgen: een obsessie met cijfers en ‘meetbaarheid’ maakt hun werk haast onmogelijk.
Judith Brouwer schreef intussen over een belangrijke wetenschappelijke doorbraak: CRISPR, dat het mogelijk maakt om direct aan de genen van organismes te sleutelen. Maar moeten we dit allemaal wel willen?
2016 was ook een jaar waarin het wantrouwen tegen de wetenschap alleen maar verder groeide. In een tijd van publicatiedrift, mislukte ‘replicaties’ en onzinnige TED Talks dringt de vraag zich op: wat weten we eigenlijk nog? Jesse Frederik en Rutger Bregman praatten er over door in hun podcast:
Onze correspondent Ontcijferen, Sanne Blauw, liet in haar TEDx Talk zien dat je ook niet meteen alle cijfers overboord hoeft te gooien. En bekijk ook vooral de spoedcursus die ze geeft over hoe je cijfers het best op waarde kunt schatten.
2: We hebben niet alleen een hoofd, maar ook een onderbuik (en dat is maar goed ook)
2016 was ook een jaar vol woede. Trump, racisme, Brexit, Oekraïne, gentech: overal, ook in de bijdragensectie van De Correspondent, ging het er dit jaar heftig aan toe. Het vaak dramatische wereldnieuws maakte meer en meer mensen boos. In Duitsland hebben ze sinds een aantal jaar zelfs een woord voor dit fenomeen: de Wutbürger.
Bij Wutbürgers denk je al gauw aan populisten. En dat is geen wonder. In de beeldvorming worden ‘rationele’ progressieven vaak al te gemakkelijk tegenover ‘emotionele’ populisten gezet. Terwijl ook populisten natuurlijk geldige argumenten kunnen hebben en ook progressieven een gevoelsleven hebben dat hun blik op de wereld beïnvloedt. Denk alleen al aan de vluchtelingencrisis, die ook bij zogenoemd ‘rationeel links’ de gemoederen hoog deed oplopen.
Woede is overal, het is maar net wat je ermee doet. We stelden daarom aan het begin van het jaar een gastcorrespondent Woede aan, die met jullie - de leden - op zoek ging naar het verschil tussen constructieve en destructieve vormen van woede.
Rikko Voorberg was niet de enige die op De Correspondenteen lans brak voor ‘minder hoofd’ en ‘meer lichaam.’ Correspondent Bregje Hofstede schreef een persoonlijk drieluik over haar eigen burn-out:
Ook onze correspondent Seks (Daan Borrel) bepleitte in verschillende stukken een terugkeer naar het lichaam. Neem deze kleine geschiedenis van de penis en de clitoris:
Deze zomer kleurde De Correspondenttenslotte roze: we vierden met talloze stukken de homo-emancipatie en verkenden de roze agenda van de toekomst.
3: De ‘stille meerderheid’ laat steeds luider van zich horen
Een belangrijk uitgangspunt van De Correspondentis dat we de regel interessanter vinden dan de uitzondering. Daarom interviewden we dit jaar bijvoorbeeld niet een, maar honderden nieuwkomers in Nederland, om op zoek te gaan naar patronen in hun eerste jaar in Nederland:
Omdat uitzonderingen en extremen de beeldvorming beheersen, zou je haast vergeten dat er tussen die uitersten in een grote groep mensen zit die zich in geen van die uitersten herkent. Hoofdredacteur Rob Wijnberg schreef na de aanslagen in Brussel over de schijndebatten tussen extremen, die al gauw ten koste gaan van wat ‘nagenoeg iedereen’ denkt en vindt:
Na de Amerikaanse verkiezingen ging Rob Wijnberg nog een stap verder: hoeveel verschillen die ‘populisten’ en die ‘rationelen’ nu echt van elkaar? De open brief leidde tot een stortvloed aan reacties.
En, die ‘verwarde man’ die je telkens weer tegenkomt in het nieuws, wie is dat eigenlijk? Zijn wij dat niet - op een bepaalde manier - allemaal?
Correspondent Arjen van Veelen ging tenslotte in een reeks artikelen op zoek naar de wortels van de Nederlandse onvrede. Hij stuitte onder meer op het ‘als-dit-zo-doorgaat gevoel’:
In 2017 zullen we, met verkiezingen in onder meer Frankrijk, Duitsland en Nederland op komst, blijven graven in wat er onder de oppervlakte aan gevoelens en argumenten leeft.
4: Terwijl de mens met zichzelf worstelt is de niet-mens in opkomst
Hoewel in het nieuws - en ook op De Correspondent- mensen doorgaans centraal staan, signaleerden verschillende correspondenten in 2016 ook iets anders: de emancipatie van de niet-mens.Zo schreven we over de rechten van bomen, grondstoffen en rivieren, en over mannen die een tijd als geit leven. En is het tijd om dingen serieus te nemen, schreef correspondent Lynn Berger dit voorjaar:Samen met Anoek Nuyens schreef Lynn een reeks vol eyeopeners over de vraag of de mens nog wel de maat der dingen is. Met dit artikel sloten ze hun serie af:Tamar Stelling nam ons dit jaar mee door de wereld van het water - want 99% van het nieuws gaat over 29% van de aarde.Journalistiek die de mens niet per definitie als de maat der dingen neemt, dat is in veel opzichten nog onontgonnen terrein. In het nieuwe jaar zal Tamar dan ook jullie correspondent niet-mens zijn:5: Terwijl angst en wantrouwen lijken te domineren, wint ook vertrouwen in elkaar terrein
It was the best of times, it was the worst of times, schreef ik hierboven al. Net zo was 2016 het jaar van prominente doden (we stonden ook op De Correspondent op onze eigen manier stil bij David Bowie, Wim Brands en Leonard Cohen), vluchtelingenstromen en aanslagen overal ter wereld, maar het was ook het jaar van het touwtje van Jan Terlouw en - veel belangrijker natuurlijk dan zo’n symbolisch voorbeeld - een heleboel kleine revoluties die van dat soort vertrouwen in elkaar getuigen.
Tal van correspondenten deden ook van deze revoluties onder de oppervlakte verslag.
- Sinan Çankaya schreef over hoe hij eliteracisme signaleerde en besloot er iets aan te doen:
- Vera Mulder beschreef hoe ze haar stadgenoten beter leerde kennen door de Pokémonhype:
- Jelmer Mommers schreef in de week nadat klimaatontkenner Donald Trump tot president van Amerika werd verkozen over de vele tekenen die er op wijzen dat de weg naar een duurzame wereld onherroepelijk is ingeslagen:
- En Rutger Bregman bracht een ode aan een van zijn helden: Jos de Blok, de baas van Buurtzorg Nederland, die met zijn bedrijf op inspirerende wijze toont wat er gebeurt als je je personeel gewoon vertrouwt:
Als er een ‘onderstroom’ is waarvan je mag hopen dat die in het nieuwe jaar verder aan de oppervlakte komt dan is het wel deze: dat de meeste mensen deugen. Ondanks het beeld dat je van mensen krijgt wanneer je je mensbeeld alleen op de media baseert.