Er komen nieuwe verhalen over Shell aan. Dit leerde ik tot nu toe

Jelmer Mommers
Correspondent Democratie & Klimaat
Foto: Anna Klevan (voor De Correspondent)

Mijn langlopende onderzoek naar Shell krijgt de komende maanden een spannend vervolg.

In 1936 trad Henri Deterding af als directeur van de Koninklijke Shell. Hij was sinds 1900 de hoogste baas geweest en had Shell weten te positioneren als de grote concurrent van Standard Oil, het imperium van John D. Rockefeller. Deterding had van Shell een wereldmacht gemaakt.

Hij was een nijvere man. Tijdens zijn afscheidsrede, op zijn zeventigste verjaardag, zei hij: ‘Er is maar een geluk in de wereld, en dat is het geluk van arbeid.’ Er was slechts één groter geluk, zei hij, en dat was ‘in de positie te zijn arbeid te geven.’

Dat genoegen is Ben van Beurden, de huidige CEO van Shell, niet gegund. In de afgelopen twee jaar heeft hij afscheid moeten nemen van 12.500 Shellmensen. In Nederland verdwenen banen. Wereldwijd werken er nu nog ruim 90.000 mensen bij Shell.

De reden? Het gaat slecht in de olie- en gasindustrie. Een langdurig lage olieprijs, concurrentie van nieuwe energiebronnen en groeiende druk van overheden die klimaatverandering serieus nemen, drukt bedrijven zoals Shell in de hoek. ‘Het is binnen Shell alle hens aan dek,’ liet een medewerker mij in september weten. Er is flink in de kosten gesneden en er is geld geleend om aandeelhouders dividend uit te kunnen betalen.

Wie iets verder uitzoomt, ziet: de olie- en gasindustrie zoals we die nu kennen is ten dode opgeschreven. Oliebedrijven kunnen na het Verdrag van Parijs drie dingen doen, schreef de Financial Times vorig jaar in een ze kunnen de CO2-uitstoot van hun producten proberen weg te nemen, overschakelen naar duurzame energie, of failliet gaan. Shell koerst zoals het er nu uitziet op de derde

Waarom ik ben gaan geloven dat Shell harder aangepakt moet worden

Dat is een van de conclusies uit mijn grote onderzoek naar Shell. Vorig jaar begon ik eraan. Ik deed een oproep aan Shellmedewerkers om met mij in gesprek te gaan. De transcripten van die gesprekken publiceerde ik integraal op De Correspondent. Ik analyseerde ieder gesprek en deelde de lessen die ik onderweg opdeed. Gaandeweg werd steeds duidelijker hoe het is om bij de olie- en gasgigant te werken en wat het bedrijf kan doen tegen klimaatverandering.

Een tweede conclusie die ik gaandeweg heb getrokken is deze: bedrijven zoals Shell moeten harder worden aangepakt als we een snelle transitie naar duurzaamheid willen. Uit zichzelf kan het bedrijf simpelweg niet voldoende veranderen - dat werd duidelijk in alle gesprekken en in alle analyses. De olie- en gasgigant wil graag groener worden, maar zit vast in het fossiele systeem. ‘Het bedrijf is zo groot en zo door processen gevormd, dat ik geloof dat je een radertje bent,’ zei een ‘De CEO is een heel groot radertje,’ maar ook hij kan de koers niet wezenlijk verleggen.

Shell zit vast in het fossiele systeem

De reden? Shell moet doen wat het meest winstgevend is. Shell kan alleen in duurzame energie stappen als de business case goed genoeg is, en wat dat betreft blijven zon en wind achter bij olie en gas. ‘Projecten moeten in elk geval altijd voldoende opleveren zodat we dividend kunnen blijven uitbetalen,’ zei een

Shell kan dus alleen radicaal veranderen als de spelregels veranderen. Het bedrijf moet met harde hand naar groene vaarwateren worden gestuurd, of worden geholpen zichzelf op te heffen. Niet van vandaag op morgen, maar in een redelijk tempo – in lijn met het hoge tempo waarmee we de uitstoot naar nul moeten brengen en een nieuw energiesysteem uit de grond moeten stampen.

In stukken die ik de afgelopen tijd op De Correspondent publiceerde, klonken deze conclusies door. ‘Alle sectoren die nauwe banden hebben met de fossiele energievoorziening, moeten op termijn drastisch veranderen of verdwijnen,’ schreef ik Mijn toon over Shell is harder geworden, omdat ik ben gaan geloven dat we het klimaatprobleem niet aanpakken zolang we de fossiele industrie ontzien en die als ‘normaal’ behandelen.

Maar dat betekent niet dat mijn nieuwsgierigheid naar Shell is verdwenen. Want na het trekken van deze conclusie wordt de grote vraag: hoe dan? Welke structuren, praktijken en prikkels bepalen de koers van Shell, en hoe zijn die te veranderen zodat Shells bedrijvigheid samen komt te vallen met het publieke belang van een stabiel leefklimaat?

Hoe het er nu voor staat met mijn onderzoek naar Shell

Bovenstaande vragen wil ik de komende tijd beantwoorden. Mijn onderzoek naar Shell heeft enige tijd Dat bleef niet onopgemerkt. ‘Op dit moment lijkt het dossier een nog wat onaf karakter te hebben,’ mailde een oplettende lezer me vorige maand met gepast gevoel voor

Een belangrijke reden dat de publicatiestroom over Shell stilviel, is dat ik een aantal onderzoeksjournalistieke vragen heb gesteld die om diepgravend onderzoek vroegen. Ik heb op de achtergrond onderzoek gedaan naar Shells opstelling in het klimaatdebat, naar de pogingen van mensen binnen Shell om een andere richting in te slaan, en naar Carbon Capture and Storage (CCS), de techniek om kooldioxide uit centrales en fabrieken af te vangen en ondergronds op te slaan - volgens Shell een cruciale techniek in de strijd tegen verdere klimaatontwrichting.

De komende maanden hoop ik de vruchten van mijn onderzoek aan jullie te kunnen presenteren. Ook volgen nog enkele dialogen met medewerkers. En daarna zijn er ongetwijfeld weer nieuwe vragen. Want in feite is dit onderzoek naar Shell een onderzoek naar het fossiele energiesysteem. Onderzoek het bedrijf, zie het systeem – en hoe het kan en zal veranderen. Stay tuned!

Wil je betrokken blijven?