Kijken: Zo bouw je 25.000 windmolens op de Noordzee
De makers van de animatiefilm 2050 – An Energetic Odyssey hebben een voorstel: in 2050 halen zes Noordzeelanden een derde van hun energie uit gigantische windparken op zee. Het zou een nieuwe industrie en vele tienduizenden banen opleveren. Hoe zo’n mogelijke toekomst eruitziet, kun je hier de komende twee weken exclusief bekijken.
Om de doelen uit het Klimaatverdrag van Parijs te halen, is een enorme omslag nodig in de manier waarop we onze energie winnen. De mobilisatie en de collectieve inzet zijn al vaak vergeleken met die van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook vaak gezegd: we hebben een nieuwe industriële revolutie nodig, maar dan eentje die uitmondt in een circulaire economie.
Het probleem met die grote woorden is dat ze zo moeilijk voorstelbaar zijn. Hoe gaat dat eruitzien? Cruciaal punt, want pas als we ons de toekomst kunnen voorstellen, kunnen we er naartoe werken.
Daarom liet de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam (IABR) vorig jaar uitgebreid onderzoek doen en vervolgens de film 2050 – An Energetic Odysssey maken. Het uitgangspunt van deze verkenning – een van de pronkstukken van de afgelopen Biennale in Rotterdam – is de Europese doelstelling van een energievoorziening die 80 tot 95 procent minder CO2 uitstoot in 2050. De animatie laat zien hoe samenwerking tussen zes Noordzeelanden – Groot-Brittannië, Noorwegen, Denemarken, Duitsland, België en Nederland – dat doel binnen bereik zou brengen.
Het antwoord: bouw 25.000 windmolens op zee. Dat zou een nieuwe industrie en 310.000 banen opleveren (méér dan er verloren zullen gaan in de olie- en gassector). Het megaproject heeft alleen kans van slagen als overheden, bedrijven, havens en onderwijsinstellingen samenwerken en vanaf 2020 ook samen de nodige investeringen opbrengen. De rekening van dit scenario loopt gestaag op, tot 35 miljard euro per jaar vanaf 2040.
In het scenario is overal aan gedacht. De windmolens worden niet te dicht bij de kust geplaatst, om het uitzicht niet te verpesten en omdat vogels de kustlijn gebruiken om te navigeren. En de molens worden slim: als een radarsysteem ziet dat er een zwerm vogels aankomt, vallen de turbines tijdelijk stil. ‘Regionale samenwerking stelt ons in staat om op enorme schaal groene energie te winnen en tegelijkertijd het ecosysteem daadwerkelijk te verbeteren,’ zegt de voice-over. De volledige film is hier met dank aan de IABR twee weken lang te zien.
Waarom groot denken wel móet
De 25.000 windmolens zouden 1.200 TWh per jaar kunnen opbrengen – dat is ruim 170 keer zoveel als de productie van alle windmolens die Nederland nu op land en zee heeft staan. Maar zelfs dan zou pas aan ongeveer een derde van de energievraag van de Noordzeelanden zijn voldaan.
Om het klimaatdoel te halen, zouden we bovendien ons energieverbruik met een derde moeten terugbrengen én een manier moeten vinden om de overige energie die we verbruiken – nog eens 1.400 TWh voor de Noordzeelanden – duurzaam op land te oogsten. In het scenario lukt dat niet helemaal: ook in 2050 verbruiken we nog olie en gas voor industriële processen waar vooralsnog geen alternatieven voor zijn, zoals het stoken van cokes voor het maken van staal.
Deze cijfers laten zien dat groot denken wel móet als we het menen met die overschakeling naar duurzame energie. ‘Iedereen praat altijd over small is beautiful, maar misschien is juist big wel beautiful,’ zegt Maarten Hajer, oud-directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving en in 2016 hoofdcurator van de IABR. Op de Biennale werden verschillende ontwerpen van de nieuwe economie vertoond, vanuit de overtuiging dat verbeelding en ontwerpkracht de toekomst kunnen helpen vormgeven: als we zien wat er mogelijk is, weten we ook wat we kunnen willen. De Energetic Odyssey werd in opdracht van de IABR ontworpen en ontwikkeld door landschapsarchitect Dirk Sijmons.
Met de animatie wilden de makers een gesprek op gang brengen over de enorme omvang van de uitdaging die voor ons ligt. ‘Je zou met een Chinese bouwsnelheid aan de gang moeten,’ zegt Sijmons. ‘Vijftien van die reuzeturbines per week – gas op de plank.’
Verschillende partijen werden betrokken bij het onderzoek dat voorafging aan het maken van de film: van offshore bedrijf Van Oord tot netwerkbeheerder Tennet, van olie- en gasgigant Shell en Havenbedrijf Rotterdam tot milieuorganisatie Natuur & Milieu. De organisaties droegen bij aan de financiering, en ze deelden data om een zo realistisch mogelijke voorstelling te maken.
‘We merkten tijdens het maken dat er steeds meer partijen geïnteresseerd waren om mee te doen,’ zegt Sijmons. ‘Natuur & Milieu begreep bijvoorbeeld dat je hiermee ongeveer 52.000 vierkante kilometer visserijluwe zone op de Noordzee introduceert.’ En zo zag iedere deelnemer wel een voordeel bij de samenwerking.
Ook de European Climate Foundation, energiebedrijf RWE en de havenbedrijven van Zeeland en Amsterdam dachten mee. De overheid was sowieso al enthousiast: het ministerie van Economische Zaken was een van de opdrachtgevers en besloot de verkenning in te zetten tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap. Zo geschiedde.
Waarom het cruciaal is de toekomst te verbeelden
De Energetic Odyssey werd vorig jaar vertoond op een bijeenkomst van Europese energietopambtenaren, en maakte daar zoveel tongen los dat het ministerie van Economische Zaken besloot de film ook aan alle Europese energieministers te laten zien bij een bijeenkomst in hotel The Grand in Amsterdam. Sijmons heeft er een foto van: alle ministers staan verzameld om een enorme vloerprojectie van de Odyssey. ‘Iedereen was flabbergasted,’ zegt hij trots. ‘Behalve de Poolse minister, die stond z’n mail te checken.’
Geen wonder: Polen wint het grootste deel van z’n energie uit kolen en heeft weinig interesse in duurzaamheid. ‘Maar misschien hebben we Polen ook wel niet nodig,’ zegt Sijmons. ‘Het gaat in Europa steeds meer om het creëren van een coalition of the willing.’ Regionale samenwerking dus.
Die lijkt nu langzaam van de grond te komen - mede met dank aan de Energetic Odyssey. ‘Minister Kamp heeft een verklaring getekend met alle Noordzeelanden over het inzetten op grootschalige offshore windparken,’ vertelt Sijmons. ‘Hij zei dat het hem erg geholpen had dat hij dit scenario aan z’n collega’s kon laten zien. Je moet het je kunnen voorstellen. Het is een oeroud middel, bijna net zo oud als een grotschildering maken van je toekomstige jachtbuit. Maar het werkt nog steeds.’
In dit artikel is een correctie doorgevoerd.