De pr-praatjes van Shell zijn een stuk groener dan de investeringen
Shell wil een leider zijn in de overschakeling naar de schone energievoorziening van de toekomst. Maar het investeert bij lange na niet voldoende om geloofwaardig te zijn.
Shells hoogste baas Ben van Beurden heeft het herhaaldelijk gezegd: zijn bedrijf wil een ‘kracht voor het goede’ zijn in de wereld. Het bedrijf wil graag gezien worden als ‘geloofwaardige en cruciale’ partner en laat geen kans onbenut om te benadrukken dat het volop wil meedoen in de overschakeling naar duurzame energie.
Maar hoeveel investeert Shell nu werkelijk in duurzaamheid? En is dat in vergelijking met de bestaande olie- en gasbusiness substantieel? Ik zocht het uit.
Een disclaimer: dit stuk gaat niet over wat overheden moeten doen om de samenleving – en bedrijven zoals Shell – de goede kant op te sturen. Het gaat ook niet over Shells prijzenswaardige lobby voor CO2-beprijzing, en evenmin over de redenen waarom Shell veel of weinig in klimaatvriendelijke oplossingen investeert. Het gaat hier alleen over de dollars en of die optellen tot iets wezenlijks. Alle andere vragen komen ruimschoots aan bod binnen mijn langlopende onderzoek naar Shell.
Om tot de cijfers te komen, moet ik wat voorwerk doen. Om te beginnen een paar opmerkingen over wat Shell onder ‘duurzaam’ verstaat.
Eerst dit: wat ‘groen’ is volgens Shell
Ik heb in dit korte stukje tekst al verschillende termen door elkaar gebruikt: ‘duurzaam,’ ‘groen,’ en ‘klimaatvriendelijk.’ Het zijn bijna synoniemen, maar niet helemaal. Onder ‘duurzaam’ en ‘groen’ versta ik: hernieuwbare energiebronnen of schone brandstoffen die geen CO2 uitstoten. ‘Klimaatvriendelijk’ is iets anders: dan gaat het over technieken die de CO2-uitstoot helpen verminderen of over brandstoffen die relatief weinig CO2 uitstoten in vergelijking met andere fossiele brandstoffen.
Noem het ‘echt duurzaam’ en ‘iets minder vies.’ Punt is: Shell schaart deze twee categorieën onder een en dezelfde noemer. Noemt het ‘low-carbon,’ wat ik hier vertaal als ‘klimaatvriendelijk’. Onder dat begrip vallen volgens Shell de volgende bronnen en technieken:
Geen eenduidig lijstje dus. De concrete projecten in Shells klimaatvriendelijke portfolio zijn al even divers: denk bijvoorbeeld aan een piepkleine zuinige benzineauto, windmolenparken in Nederland en in Amerika, en de Prelude, een gigantische drijvende fabriek voor vloeibaar aardgas.
Zoals gezegd: zo’n gasfabriek levert iets minder vieze brandstof dan een kolenmijn, maar het is nog altijd fossiele energie met een enorme CO2-voetafdruk. En zonne-energie gebruiken om olie te winnen, zoals Shell in Oman doet, is dat duurzaam? Mwah.
Helaas biedt Shell geen specificaties van investeringen in onderzoek naar deze verschillende technieken, en valt er dus niet uit te splitsen. Laten we, bij gebrek aan beter, dus Shells definitie volgen en kijken hoeveel het in ‘low-carbon’ investeert.
Waarom het lastig is te achterhalen hoeveel Shell investeert in ‘klimaatvriendelijkheid’
Daar stuiten we op het volgende probleem. Shell is namelijk niet volledig transparant over de eigen investeringen in low carbon. In de jaarverslagen en in presentaties die aan investeerders worden gegeven, staan wel cijfers genoemd - daar kom ik zo op. Het probleem is dat de cijfers niet eenduidig zijn. Zoals alle beursgenoteerde bedrijven maakt Shell namelijk nooit precies bekend hoeveel het in concrete projecten stopt. Bovendien is de boekhouding vaag over klimaatvriendelijke projecten.
Een voorbeeld. In 2016 heeft Shell een nieuwe divisie opgericht voor investeringen in de groene hoek, New Energies. Shell heeft ook bekendgemaakt dat deze bedrijfstak ongeveer 200 miljoen dollar per jaar mag gaan uitgeven. Maar: ook bestaande activiteiten zijn deels ondergebracht bij New Energies. Het is dus moeilijk te bepalen of de totale uitgaven aan klimaatvriendelijke technologie met de oprichting van deze divisie zijn gestegen. Dat maakt vergelijking door de jaren heen moeilijk.
Wat weten we wel?
Tot zover de kanttekeningen en de definities. Wat weten we wel? Omdat vergelijking over jaren heen lastig is, zoom ik in op 2015, het jaar waarover de meest recente cijfers bekend zijn:
- Shell gaf in 2015 in totaal ruim 270 miljard dollar* uit. Het investeerde bijna 29 miljard dollar in nieuwe projecten.
- Het totale R&D-budget van Shell was in 2015 ruim 1 miljard dollar.*
- Hiervan ging naar schatting ruim 160 miljoen dollar naar low-carbon R&D. De rest van het R&D-budget – ongeveer 930 miljoen dollar – ging dus naar onderzoek gericht op bestaande business rond fossiele brandstoffen.
In het duurzaamheidsrapport uit 2016 kijkt het bedrijf iets verder terug: tussen 2009 en 2015 zegt Shell ongeveer 1,1 miljard dollar* in low-carbon R&D te hebben geïnvesteerd. Dat is gemiddeld 180 miljoen dollar per jaar, met uitschieters naar boven en beneden. Het geld dat Shell investeert in onderzoek naar bijvoorbeeld CCS en energie-efficiëntie, zit in dit bedrag.
De divisie New Energies die in 2016 werd opgericht, krijgt zoals gezegd jaarlijks een budget van ongeveer 200 miljoen dollar. Dat komt neer op minder dan 1 procent van de totale investeringen. Shell heeft gezegd dat dit budget na 2020 omhoog zal gaan, maar niet met hoeveel. En ondanks recente publieke aankondigingen over nieuwe investeringen in CCS en waterstof, is het onduidelijk of Shell daar substantieel méér in gaat investeren dan het nu al doet.
Kijk iets verder terug en je ziet: het budget voor low-carbon R&D en voor directe investeringen in (quasi)groene projecten schommelt al jaren rond de 1 procent van de totale investeringen. Zo investeerde Shell tussen 2001 en 2005 ook al 1 miljard dollar in duurzame energie en CCS – jaarlijks evenveel als nu naar New Energies gaat. Van 2004 tot en met 2008 investeerde Shell 1,7 miljard dollar in klimaatvriendelijke oplossingen. Dat is iets meer dan 1,5 procent van de totale investeringen uit die periode.
Waar investeert Shell in?
De volgende vraag is natuurlijk: waar gaat het geld dan wel naartoe? Om daar een goed beeld van te krijgen, is het weer handig om Shells eigen categorieën erbij te nemen. Shell verdeelt de activiteiten zelf onder in drie groepen: ‘cash engines,’ ‘growth priorities’ en ‘future opportunities.’
Shell ziet deze drie categorieën als een cascade: de ‘cash engines’ moeten geld opbrengen voor verdere investeringen in de ‘growth priorities,’ die dan weer verdere investeringen in de ‘future opportunities’ mogelijk maken. Tijdens een presentatie* voor analisten in juni 2016 liet het bedrijf zien waar het geld nu – ongeveer – naartoe gaat:
Ongeveer 90 procent van Shells uitgaven gaat dus naar de eerste twee categorieën – waarin geen spoortje duurzaamheid te bekennen is. Deze cijfers helpen om beter grip te krijgen op de orde van grootte van Shells klimaatvriendelijke activiteiten:
Alleen al aan marketing geeft Shell dus jaarlijks meer uit dan aan New Energies. Daar komen de lobby-activiteiten nog bij. Volgens de Britse organisatie Influence Map geeft Shell jaarlijks minstens 22 miljoen dollar uit aan het tegenwerken van klimaatbeleid waar het bedrijf het niet mee eens is.
Hoe doen andere olie- en gasbedrijven het?
Om Shells financiële prioriteiten beter in context te kunnen plaatsen: een korte vergelijking met twee andere olie- en gasbedrijven. Het Franse Total aan de ene kant, dat een paar ambitieuze stappen heeft gezet richting duurzaamheid. En het Amerikaanse Exxon-Mobil aan de andere kant, dat bekendstaat als het meest conservatieve bedrijf op aarde.
- Total spendeerde de afgelopen vijf jaar 2,4 miljard dollar aan een batterijenfabrikant en een zonne-energiebedrijf.* Shell heeft in dezelfde periode geen overnames van deze omvang in de groene hoek gedaan.
- ExxonMobil en Total geven net als Shell jaarlijks ruim een miljard dollar uit aan R&D.
- Bij Total is 25 procent* van het R&D-budget geoormerkt voor ‘cleantech.’ Shell bleef voor low-carbon R&D steken op 15 procent.
- ExxonMobil geeft jaarlijks minstens 27 miljoen dollar* uit aan het tegenwerken van klimaatbeleid waar het bedrijf het niet mee eens is. Shell bleef steken op 22 miljoen dollar.
Dus?
Total investeert substantieel meer dan Shell, ExxonMobil lijkt – op basis van deze snelle vergelijking – vergelijkbaar met Shell. Als je puur kijkt naar de uitgesproken ambities van Shell – een leider zijn in de energietransitie – en die vergelijkt met de investeringen, dan is het resultaat tot op heden buitengewoon teleurstellend.
Terwijl duurzame energie zich nu snel ontwikkelt - de afgelopen zes jaar is er wereldwijd zo’n 300 miljard dollar per jaar in de schone-energiesector geïnvesteerd –, bouwt Shell geen positie van belang op. Het bedrijf produceert nu 2 procent van alle olie en gas op aarde. Om mee te groeien met de groene energievoorziening, zou Shell nu dus ieder jaar ook 2 procent van de duurzame markt moeten pakken. Dat betekent: ieder jaar 6 miljard dollar investeren. Dertig keer zoveel dus als er nu naar New Energies gaat.
Wat zegt Shell zelf?
Ik heb een conceptversie van dit artikel aan Shell voorgelegd. Woordvoerder Thijs van Velzen reageerde dat mijn overzicht een vertekend beeld geeft. Dat zit hem al in de vraagstelling: Hoeveel investeert Shell nu werkelijk in duurzaamheid? Want Shell heeft niet alleen als missie om bij te dragen aan de energietransitie, maar ook om energie te leveren in een wereld die steeds meer energie vraagt. Shell vindt dat die context ontbreekt en dat dit stuk daarom geen zuiver beeld geeft van Shells strategie of rol in de wereld.
Ik begrijp deze reactie, maar leg hem naast mij neer. Als iets namelijk blijk geeft van strategische prioriteiten, dan zijn het investeringen. Shell zegt niet alleen energie te willen leveren, maar ook een substantiële bijdrage te willen leveren aan de energietransitie. Maar de investeringen in New Energies vallen in het niet bij de rest.
Het bedrijf zelf weet ook dat de investeringen nog niet substantieel zijn
Uit een eerdere uitspraak van financiële topman Simon Henry blijkt dat het bedrijf zelf ook weet dat de klimaatvriendelijke investeringen nog niet substantieel te noemen zijn. ‘We put boots on the ground, but not a lot of metalwork,’ zei hij in juni 2016 in een vraaggesprek met media over de divisie New Energies. Vrij vertaald: ‘we hebben soldaten op pad gestuurd, maar nog geen tanks.’ Het is een markante metafoor, omdat de mobilisatie die nodig is voor de energietransitie regelmatig is vergeleken met die van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Shell is daar, zo laten de investeringen zien, een klein beetje bij.
Shell is het ook met dit oordeel niet eens. Het bedrijf vindt een ‘capital-light’ benadering juist heel geschikt voor New Energies: het denkt aan te kunnen pikken in de transitie zonder zelf veel te investeren. Zo wil Shell bijvoorbeeld verdienmodellen ontwikkelen voor het managen van windmolenparken in combinatie met een of meerdere gascentrales, zodat de afnemer constante elektriciteit kan verwachten. Shell heeft dan zelf geen of weinig ‘assets,’ maar verdient aan het leveren van zekerheid. Verder steekt het bedrijf vooral geld in technieken die dicht bij de kernactiviteiten liggen, zoals het afvangen en opslaan van CO2 (Shell heeft veel kennis van gassen en de ondergrond en kan die voor ‘carbon capture and storage’ inzetten).
Zijn Shells investeringen in lijn met het Klimaatverdrag van Parijs?
In Parijs werd in 2015 afgesproken dat alle landen gezamenlijk de opwarming zullen proberen te beperken tot maximaal twee graden Celsius in 2100. Toch gaat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen nog omhoog. Iedereen moet dus iets extra’s doen om ons veilige leefklimaat te behouden. Niet alleen bedrijven zoals Shell, ook overheden, ook burgers.
Het feit dat Shell de term ‘low-carbon’ gebruikt voor projecten en technieken uit de groene hoek, duidt erop dat Shell zich bewust is van dit overkoepelende thema. Alle retoriek over innovatie en transitie die uit het bedrijf komt, duidt op hetzelfde bewustzijn. Maar alleen al het feit dat Shell de fossiele brandstof aardgas vervolgens schaart onder ‘low-carbon,’ is niet te rijmen met de koerswijziging die nodig is. Minder vies is niet schoon, en alle nieuwe fossiele projecten staan op gespannen voet met de doelen uit Parijs.
Volgens een rekensom van de Britse denktank The Carbon Tracker Initiative investeert Shell tussen 2015 en 2025 meer dan 75 miljard dollar* in projecten die overbodig zijn in een tweegradenscenario. Shell wil nog steeds blijven groeien in de fossiele business. Dit plaatje toont wat er met de uitstoot moet gebeuren om ons veilige leefklimaat te behouden:
Die knik die je rond 2020 ziet is onverbiddelijk: vanaf uiterlijk dat jaar moet de uitstoot rap naar beneden, anders kunnen we waarschijnlijk definitief afscheid nemen van het stabiele leefklimaat dat de moderne beschaving mogelijk heeft gemaakt. Maar Shell wil de investeringen in New Energies pas vanaf 2020 opvoeren. Tot die tijd blijft het investeren in fossiel. En ook daarna nog.
Het bedrijf blijft bovendien nog steeds zoeken naar nieuwe fossiele energiebronnen, terwijl de winning en het gebruik van de nu al bekende fossiele reserves het klimaat al voorgoed zal ontwrichten.
Het overgrote deel van de bekende fossiele brandstoffen moet in de grond blijven, daar kan niemand omheen. Maar de investeringen die Shell doet, weerspiegelen deze basale logica nog altijd niet. In mijn serie gesprekken met Shellmedewerkers werd duidelijk dat dit niet te wijten is aan de mensen die bij Shell werken – die willen graag.
Dat Shell niet méér investeert, heeft alles te maken met die andere missie die het bedrijf voor zichzelf ziet - energie voor ontwikkeling leveren –, met de verantwoordelijkheid die Shell zichzelf en anderen toedicht, en met de dwingende logica van het systeem waarin het bedrijf opereert. Meer daarover in de stukken hieronder – en in toekomstige verhalen.
Met dank aan iedereen die hielp bij het inventariseren van de cijfers