Zo verslaan we Donald Trumps aanval op de democratie
Nieuws produceert dagelijkse verontwaardiging, maar zelden duurzaam verzet. Nu Donald Trump een regelrechte aanval op de democratie heeft ingezet, zal de journalistiek fundamenteel anders te werk moeten gaan. Laat journalisten de historici voor zijn en de geschiedenis opschrijven voordat zij zich herhaalt.
De grootste tekortkoming van onze nieuwsvoorziening wreekt zich als nooit tevoren. Lange tijd konden we het ons permitteren het nieuws te kijken, met een vleugje cynisme onze schouders op te halen en over te gaan tot de orde van de dag.
Maar inmiddels is de prijs van onze door nieuwsmedia gekweekte apathie groter dan ooit: het voortbestaan van zwaarbevochten grondrechten en vrijheden staat op het spel. Nieuws zou, als we niet oppassen, weleens de grond kunnen zijn waarin we onze democratie ten grave dragen. En op de grafsteen zal staan: ‘We hadden het kunnen weten, als de journalistiek het ons had laten zien.’
Nieuws is het weerbericht terwijl het klimaat verandert
Die grootste tekortkoming is dat nieuws, uitzonderingen daargelaten, bijna altijd gaat over momentopnames. Dit criterium noemt men ‘actualiteit’: het moet recent en op een specifiek moment in de tijd plaatsvinden. Want, nieuws moet een reden hebben om vandaag te melden - en niet morgen, of overmorgen, of volgende week. Is iets elke dag aan de gang - bijvoorbeeld: de opwarming van de aarde - dan komt het niet op een voorpagina en wordt het geen opening van het journaal. Ontwikkelingen die niet momentaan maar structureel zijn, kennen geen ‘aanleiding om het te brengen.’ Of, zoals dat in jargon heet: hebben geen ‘haakje’ om het aan op te hangen.
Omdat nieuws hoofdzakelijk uit een aaneenschakeling van losse, op zichzelf staande gebeurtenissen bestaat, laat het dieperliggende ontwikkelingen sterk onderbelicht. Klimaatverandering is een goed voorbeeld: als er geen wetenschap maar alleen journalistiek was geweest, dan was dit trage, onzichtbare, onsensationele probleem nooit een issue geworden. Nieuws gaat over het weer, niet over het klimaat.
Het voornaamste gevolg hiervan is dat grote crises bijna altijd pas op de nieuwsradar komen als het al te laat is, steevast gevolgd door enkele weken aan vertwijfelde zelfreflectie hoe het kon dat ‘de media dit niet hadden zien aankomen.’ In mijn werkzame leven als journalist heb ik inmiddels drie van zulke crises vanaf een redactievloer zien voltrekken, inclusief de eeuwig wederkerende vraag die ze aan die redacties zelf opdringen.
De eeuwig wederkerende vraag: hoe hadden we dit kunnen missen?
De eerste uitslaande brand was de faillietverklaring van de multiculturele samenleving door de opkomst van Pim Fortuyn. Opeens kwam, ogenschijnlijk uit het niets, een jarenlang broeiende onvrede met het multiculturalisme aan de oppervlakte. Terwijl Den Haag in shock toekeek hoe een kale professor uit Rotterdam de status quo op zijn grondvesten deed schudden, keek Hilversum vertwijfeld in de spiegel: hoe hadden we dit gemist? Een decennium lang ‘benoemen wat niet benoemd mocht worden’ zou volgen. Inmiddels bestaat het partijprogramma van de grootste partij in de peilingen uit het afschaffen van vijf grondrechten.
De tweede keer lag het epicentrum van de aardschok elders: ditmaal op Wall Street in New York. Met de val van Lehman Brothers openbaarde zich de grootste financiële crisis in tachtig jaar tijd - een bouwwerk van financiële bubbels, verpakte kredieten en ondoorgrondelijke risico’s donderde als een kaartenhuis in elkaar. Biljoenen waren er nodig om de wereldeconomie van haar zelfgecreëerde ondergang te redden. En weer gonsde in de media die ene vertwijfelde vraag: waarom hadden we dit niet zien aankomen? Inmiddels boeken de zakenbanken die de economie aan de rand van de afgrond brachten weer recordwinst op recordwinst.
Het meest recent kwam de orkaan uit ruraal Amerika, met in zijn oog een man genaamd Donald J. Trump. Door komieken gesmeekt zich op te geven voor de race om het presidentschap, door serieuze commentatoren al kansloos verklaard nog voor hij het deed. Tot niet minder dan twee uur voor de verkiezingsuitslag lagen de voorpagina’s al bij de drukker, met daarop de eerste vrouwelijke president van Amerika. De peilingen waren immers glashelder. De stilte viel na de storm, met wederom diezelfde vertwijfelde blik in de journalistenogen: hoe, in godsnaam, hadden we dit kunnen missen?
En steevast luidt het antwoord op die vraag: ideologische vooringenomenheid. Het failliet van de multiculturele samenleving, het bankroet van het financiële systeem, de revolte van de gewone man: de ‘linkse media’ willen het domweg niet zien. Oost-Indische blindheid voor wat niet in het bekrompen progressieve wereldbeeld past. Angsthazen die niet durven te zeggen waar het op staat. Lügenpresse.
Mijn conclusie is telkens weer een andere: de media zien het niet, omdat journalisten - op hun opleidingen en op hun werk - afgeleerd wordt zo te kijken. Wie een vierentwintiguursbril opheeft, hoeft niet links te zijn om de gevolgen van immigratie, financialisering en globalisering over het hoofd te zien. Daar zorgt die bril wel voor.
Wat Pim Fortuyn, Lehman Brothers en Donald Trump gemeen hebben, is dat ze het sensationele resultaat zijn van onsensationeel trage ontwikkelingen: groeiende etnische en culturele segregatie, de opeenstapeling van steeds iets complexere financiële risico’s, het langzaam wegkwijnen van de westerse middenklasse. Aardbevingen zonder haakje. Ondertussen vullen de krantenkolommen en talkshowtafels zich met verwaarloosbare gevaren (IS), toegeschreven aan illusoire boosdoeners (islam). Aanslagen zijn namelijk kant-en-klare nieuwsberichten. Zo zijn ze ook bedoeld.
Terwijl het nieuws naar vandaag kijkt, vergeten we iedere dag. En terwijl de media puntjes zetten, trekt niemand een rode draad. Zo voltrekken de gezichtsbepalende ontwikkelingen van onze tijd zich grotendeels buiten beeld - tot men een klap hoort en het rampzalige resultaat op ons scherm verschijnt.
Hé, een dode populist wint 24 zetels.
Hé, een 159 jaar oude bank valt om.
Hé, een kleptocraat is tot CEO van het vrije Westen verkozen.
De levensgevaarlijke ontwikkeling die nu plaatsvindt
Op dit moment is er, as we speak, weer zo’n ontwikkeling gaande. Een ontwikkeling die te fragmentarisch in beeld komt om de meeste mensen echt zorgen te baren. Maar die historici zullen omschrijven als de gestage afbraak, en uiteindelijke val, van alle democratische instituties in het Westen. De vrije pers. De onafhankelijke rechtspraak. De parlementaire democratie. De grondwet.
In het voorland van West-Europa, de Verenigde Staten, is deze afbraak inmiddels in volle hevigheid losgebarsten. Wie deze constatering ‘voorbarigheid’ of ‘vooringenomenheid’ van een progressieve, linkse grachtengordeljournalist noemt, en vindt dat we ‘eerst maar eens moeten afwachten wat Trump gaat doen,’ is stekeblind voor de zich voltrekkende transformatie van Amerika in een kleptocratische autocratie.
Alle voortekenen hebben zich inmiddels voorgedaan. En er is een duidelijk stappenplan dat eraan ten grondslag ligt.
Stap 1: Bedreig de vrije pers en zaai twijfel over wat waar is
In de campagne dreigde presidentskandidaat Donald Trump openlijk met het aanscherpen van wetten die het gemakkelijker moesten maken om kritische media te muilkorven en hield hij een zwarte lijst van geboycotte media bij. Sinds zijn inauguratie zijn deze dreigementen niet minder acuut gebleken.
Trump stelde miljardair Peter Thiel aan als naaste adviseur: een man die uit persoonlijke wraakzucht het medium Gawker failliet procedeerde. Zelf haalt de president dagelijks uit naar media die hem niet gunstig gezind zijn - inclusief satirische tv-programma’s. Hij boycot kritische journalisten tijdens zijn persconferenties, dreigt de pers volledig te weren uit het Witte Huis, en liet al doorschemeren het jaarlijkse persdiner te willen afschaffen. In de eerste week van zijn presidentschap werden al zes journalisten gearresteerd tijdens het verslaan van protesten tegen Trump.
Daarnaast stelde de president Steve Bannon aan als chief strategist, de hoogste en meest agendabepalende adviseur in het Witte Huis. Multimiljonair Bannon is mede-oprichter en voormalig baas van Breitbart News, een ultrarechts medium dat onder zijn leiding dagelijks de meest wilde complottheorieën fabuleerde en hielp verspreiden. Zijn belangrijkste doelwit is inmiddels bekend: ‘De media zijn de oppositiepartij [...] en ze moeten hun bek houden.’
Een letterlijk citaat dat als regelrechte oorlogsverklaring serieus dient te worden genomen. Want, zoals hoogleraren recht RonNell Jones en Sonja West constateren, beschermt artikel 1 van de Amerikaanse grondwet - vrijheid van meningsuiting - de pers lang niet zo goed als vaak verondersteld.
Bovendien hoeft de pers niet eens letterlijk aan banden te worden gelegd om haar irrelevant te maken. Haar geloofwaardigheid ondermijnen is al genoeg. Het vertrouwen in media is al bedroevend laag in de Verenigde Staten - en in andere westerse democratieën niet veel groter. En eerlijk is eerlijk: veel van dat wantrouwen hebben de door kliks en advertenties gedreven, sensatiezuchtige en op trivialiteiten gerichte media aan zichzelf te danken.
Maar Donald Trump heeft dat bestaande wantrouwen aangewend voor de creatie van een geheel nieuwe realiteit. Door stelselmatig van mening te veranderen, en zelfs aantoonbaar te liegen, raakt het nieuwskijkende publiek op een gegeven moment de draad kwijt. Het beoogde effect: waar controverse is, zal wel geen waarheid meer zijn. Een tactiek die in de psychologie bekendstaat als gaslighting: een vorm van manipulatie met als doel twijfel te zaaien bij individuen of groepen door consequent aantijgingen te ontkennen, jezelf tegen te spreken en te liegen, in de hoop dat men de eigen perceptie gaat wantrouwen.
Houd je dit lang genoeg vol, dan verdwijnt bij velen op een gegeven moment ieder aanknopingspunt voor wie of wat te geloven. Ter illustratie: The Washington Post vroeg onlangs aan de helft van een groep van 1.388 Amerikanen welke foto van de inauguratie van Donald Trump was: de foto met meer of minder mensen? Veertig procent van de Trumpstemmers gaf het verkeerde antwoord.
Maar belangrijker nog: bij een tweede groep werd alleen een simpele vraag gesteld: op welke foto staan meer mensen? 15 procent van de Trumpstemmers stelde dat op de linkerfoto meer mensen stonden dan op de foto rechts. Ze begrepen waarschijnlijk dat de linkerfoto van Trumps inauguratie was, en ontkenden simpelweg hun eigen perceptie, omdat vol te kunnen houden dat Trump meer bezoekers had.
Dat is precies het effect dat gaslighting beoogt: als je maar lang genoeg ‘alternatieve feiten’ blijft herhalen, zoals een hoge woordvoerder van Trump het al eens noemde, worden die ‘feiten’ meer en meer werkelijkheid. Of zoals de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche, inspirator tegen wil en dank van propagandaminister Joseph Goebbels in nazi-Duitsland, al eens zei: ‘Waarheid is een mobiel leger metaforen [...] die een volk na lang gebruik als canoniek en bindend voorkomen.’
Een betere strategie om op de lange termijn het instituut van de vrije pers te ondermijnen is nauwelijks denkbaar. Als er geen gedeelde realiteit meer is, kun je als media immers ook niet meer ‘waarheidsgetrouw’ zijn. Vergelijk het met een voetbalcompetitie waarin iedereen in een ranglijst gelooft met zijn eigen team bovenaan: dan is het spel zelf onmogelijk geworden. Precies datzelfde geldt voor het ‘spel’ genaamd politiek in een democratie.
2: Ontmantel de overheid en installeer een kleptocratie
Een samenleving waarin wantrouwen jegens ‘de media’ alomtegenwoordig is, en het geloof in een gedeelde realiteit nihil, vormt het perfecte decor waarin democratische instituties kunnen worden ontmanteld. En alles wijst er inmiddels op dat Donald Trump daarmee bezig is.
- Rick Perry, door Trump aangesteld als de baas van het ministerie van Energie, beloofde als presidentskandidaat tijdens de verkiezingen van 2012 het ministerie af te schaffen waar hij nu de leiding over heeft.
- Scott Pruitt, aangesteld als baas van de overheidsinstantie voor milieubescherming, gelooft niet in klimaatverandering en heeft een rechtszaak lopen tegen de instantie waar hij nu de scepter zwaait - met als doel milieuregels ongedaan te maken.
- Ben Carson, aangesteld als baas van de sociale woningbouw, noemde de taak waarvoor zijn instantie in het leven geroepen is ‘geen verantwoordelijkheid van de overheid.’
- Betsy DeVos, aangesteld als minister van Onderwijs, spendeerde anderhalf miljoen dollar aan een lobby voor de deregulering van het onderwijs in Michigan en is een van de grootste ideologische tegenstanders van publiek onderwijs in Amerika.
- Jeff Sessions, aangesteld als procureur-generaal en verantwoordelijk voor de bescherming van burgerrechten, noemde witte advocaten met zwarte cliënten ‘een schande voor hun ras’ en zei geen problemen te hebben met de Ku Klux Klan ‘zolang ze geen wiet roken.’
- Steve Bannon, aangesteld als hoogste adviseur in het kabinet van Trump, is zelfverklaard aanhanger van het leninisme en openlijk pleitbezorger van ‘de vernietiging van de Amerikaanse staat.’
De ontmanteling van deze overheidsinstanties heeft twee overkoepelende voordelen voor een beoogde kleptocratische autocratie, de wetenschappelijke terminologie voor een samenleving waarin de macht van de overheid wordt aangewend voor de zelfverrijking van een autoritair leider en zijn inner circle.
Het eerste voordeel is dat de beschikbaarheid van feiten waarop wetenschappers, journalisten en andere publieke functionarissen hun werk baseren, nog verder afneemt. Overheidsinstanties zijn niet alleen uitvoerders van beleid, maar ook producenten van veel van de onderzoeken waarop dat beleid gebaseerd wordt. Worden deze instanties buiten werking gesteld, dan is de weg verder vrijgemaakt om het publieke domein te overspoelen met ‘alternatieve feiten’ - een beproefd recept uit autocratische regimes elders in de wereld.
Het tweede voordeel is dat deregulering van deze publieke sectoren de overheveling van publiek geld naar private eigenaren sterk vergemakkelijkt. Inspiratie voor zo’n plundering van publieke gelden voor privaat gewin vinden we in het door Trump zo bewonderde post-Sovjet-Rusland, waar oligarchen kapitalen verdienden aan de privatisering van voormalige overheidseigendommen.
Ook voor die overheveling in de VS zijn inmiddels genoeg aanwijzingen om het geen complottheorie meer te noemen.
Donald Trump is een vastgoedmagnaat en zijn twee grootste campagnebeloftes zijn bouwprojecten: het herstellen van de Amerikaanse infrastructuur en het bouwen van een 1.600 kilometer lange grensmuur tussen de VS en Mexico. De eerste uitgelekte details van deze plannen wijzen op een financieringsstructuur via belastingkortingen waarbij grote sommen geld naar private bouwondernemers vloeien zonder toezicht op de aanwending van die gelden. De man die toezicht moet houden op potentiële belangenconflicten tussen het bedrijf van Trump en de overheid - George Sorial - is al sinds 2007 als advocaat in dienst van Trumps eigen bedrijf. De CEO van Trump Hotels heeft inmiddels grote uitbreidingen aangekondigd, preluderend op de bouw van nog eens 21 hotels in alle grote steden van de VS. Trumps bekendste viphotel, het Mar-a-Lago in Florida, verdubbelde zijn lidmaatschapsprijs tot 200.000 dollar, daags na de verkiezing van zijn eigenaar als president.
Ondertussen heeft Trump zijn zakelijke belangen niet verkocht, maar overgeheveld naar zijn meest naaste familieleden - zijn zoons. Hij weigert - in tegenstelling tot alle presidenten sinds 1970 - zijn belastingaangiften openbaar te maken, en erkende tijdens de campagne tientallen miljoenen aan belasting te hebben ontweken met de repliek: ‘That makes me smart.’ Zijn zoons hebben geprobeerd fondsen te werven voor hun eigen non-profitorganisatie, door in ruil voor donaties van 1 miljoen dollar toegang te beloven tot hun vader.
En als kers op de kleptocratische taart: Steve Mnuchin, minister van Financiën in het kabinet-Trump en in die hoedanigheid baas van de belastingdienst en bij machte geld uit te lenen uit naam van de overheid, richtte ooit zijn eigen hedgefonds op en kocht daarmee tijdens de financiële crisis voor een appel en een ei een door de overheid geredde bank, om vervolgens de investering ruimschoots terug te verdienen door tienduizenden huiseigenaren een faillissement in te dwingen. Een man, kortom, die weet wat het overhevelen van overheidsgeld naar eigen zakken behelst.
Nieuws is de wieg waarin verzet de slaap vat
Deze aanwijzingen van een kleptocratie-in-wording zijn allemaal, stuk voor stuk, in het nieuws geweest. Maar ook: bijna allemaal als losse nieuwsberichten in verschillende media. Daarom is het moeilijk de samenhang te ontwaren, en blijft het relatief eenvoudig om critici die waarschuwen voor een coup van deze repliek te dienen: ‘We moeten het nog zien.’
Ieder nieuwsbericht is op zichzelf immers zo te nuanceren of uit te leggen dat het wel meevalt, zoals de opkomst van het fascisme in Duitsland ook nooit acuut genoeg was om grootschalige onrust te baren voordat het voorbij de point of no return was.
Anders gezegd: nieuws produceert, op z’n best, seriële en kortstondige verontwaardiging - een dagelijkse dosis ‘what the fuck’ die al gauw weer wegebt tot de volgende nieuwscyclus zich aandient. Iedereen die het nieuws uit de VS een beetje volgt, zal dit gesprek bij het koffiezetapparaat inmiddels herkennen:
- ‘Heb je gehoord wat Trump nu weer heeft gedaan?’
- ‘Ja, ongelofelijk.’
- ‘Alhoewel, ik hoorde ook alweer dat het niet klopte.’
- ‘Ja, moeilijk te zeggen inderdaad.’
- ‘Hmm, nou ja, benieuwd hoe het afloopt.’
Het probleem van dit soort verontwaardiging is dat ze nooit optelt, alleen op en neer gaat. En precies dat repetitieve karakter ervan is het recept voor vermoeidheid, gewenning en uiteindelijk apathie. Zo kweekt nieuws de perfecte emotionele staat waarin fascistische, autocratische en kleptocratische bewegingen gedijen. Nieuws is de wieg waarin democratisch verzet in slaap wordt gesust.
Niet voor niets woedt in de Amerikaanse, en ook Europese, media een intens debat onder journalisten over de vraag: hoe moeten we omgaan met Donald Trump? Sommigen zoeken hun heil in meer fact-checking, anderen denken dat de oplossing ligt in minder aandacht besteden aan Trump, weer anderen zien in radicale actiejournalistiek een medicijn.
Allemaal hebben deze suggesties hun merites, maar volgens mij schieten ze ook allemaal tekort. Het probleem met de moderne nieuwsvoorziening gaat veel dieper dan op te lossen valt met iets meer feiten, selectievere aandacht en sporadische oppositie: de gestage afbraak van een democratie vraagt om meer dan dat.
Zeker nu de navolging in Europa zich zo zichtbaar aftekent. In Nederland staat een autocratisch geleide partij met maar één lid, die zijn financiën geheimhoudt en in haar partijprogramma meer dan 850.000 Nederlanders hun vrijheid van meningsuiting, vrijheid van drukpers, vrijheid van onderwijs, vrijheid van godsdienst en het recht op gelijke behandeling ontneemt, stijf bovenaan iedere peiling.
Vier suggesties om de journalistiek in dienst te stellen van de democratie
De tijd is gekomen om van een aantal fundamentele dogma’s die de traditionele nieuwsmedia decennialang hebben gekoesterd af te stappen.
Het eerste is het verdienmodel. Zolang nieuwsmedia voor een groot deel afhankelijk blijven van advertentie-inkomsten, en zodoende in essentie blijven functioneren als de verkopers van aandacht van demografisch interessante doelgroepen aan commerciële bedrijven, verandert er aan het basisproduct nooit echt iets fundamenteels. De baten van het kweken van dagelijkse verontwaardiging zonder consequenties blijven dan immers te groot. Alleen een hoofdzakelijk door abonnees gefinancierd nieuwsmedium kan hier werkelijk iets aan veranderen, omdat daarmee de aard van het product ook echt verandert: van een aandachtstrekker in een aandachtseconomie naar een maatschappelijke dienst in een burgersamenleving.
Het tweede is concurrentie. Zolang nieuwsmedia elkaar als tegenstanders in de strijd om aandacht blijven beschouwen, zullen diepgewortelde reflexen als ‘de eerste willen zijn,’ ‘scoops voor jezelf houden’ en ‘samenwerking wantrouwen’ in stand blijven. Maar ontwikkelingen van dusdanig grote omvang en met zulke verstrekkende gevolgen vereisen boven alles samenwerking op meer dan incidentele basis. Nieuwsmedia - lokaal, regionaal, nationaal en mondiaal - moeten hun krachten bundelen om in staat te zijn een puzzel van dergelijke complexiteit te kunnen leggen. Geen journalist of redactie is in staat dat alleen te doen.
Het derde is objectiviteit. Zolang nieuwsmedia vasthouden aan het idee dat ‘neutraal’ zijn en geen ‘standpunt innemen’ de heilige graal in de journalistiek is, laat je het oordeelover wat er nu werkelijk gaande is over aan historici. In plaats daarvan zou de journalistiek aan omgekeerde geschiedschrijving moeten doen: hypothesen formuleren waarvoor sterke, maar nog geen definitieve aanwijzingen bestaan en vanuit die hypothesen de puzzelstukjes genaamd nieuwsberichten tot een groter geheel proberen te smeden. Vergelijk het met Michael Burry, de man die de ineenstorting van de Amerikaanse huizenmarkt en daarmee de financiële crisis van 2008 voorspelde: dat deed hij niet door naar de dagkoersen op de beurs te kijken, maar door met onderbouwde speculatie een patroon te ontdekken in de onderliggende markt. En wat voor een economische bubbel geldt, geldt ook voor een democratische bubbel: je kunt hem pas zien knappen als je hem veronderstelt. Fascisme kondigt zichzelf nooit aan.
Het vierde is het format. Zolang nieuwsmedia in traditionele genres als het nieuwsbericht, het artikel of de reportage blijven denken, blijft de informatie die ze produceren fragmentarisch in plaats van een optelsom der delen. Wat nodig is, is een vorm die het nieuws cumulatief maakt: geen losse meldingen van op zichzelf staande gebeurtenissen, maar een documentatie waaruit op den duur een samenhang valt te destilleren. Alleen zo bouw je daadwerkelijk een argument op tegen het verwijt van vooringenomenheid en sensatiezucht, en bestaat de kans dat apathie omslaat in duurzame weerstand.
Als advertentievrij, door leden gefinancierd, expliciet subjectief platform dat zich richt op structuren in plaats van incidenten, proberen we dit te doen. Maar de anti-democratische krachten zijn inmiddels te groot om als klein Nederlands medium het verschil te maken. We laten ons graag helpen. Daarvoor is de inzet hoog genoeg.
Kent u die scène uit Back To The Future waarin Marty zijn vriend Doctor Emmett Brown van de dood redt en zijn graf op de foto daardoor als sneeuw voor de zon verdwijnt?
Het is nog niet te laat hetzelfde voor onze democratie te doen.
Correctie: In een eerdere versie van dit verhaal stond dat alle 1.388 ondervraagden uit het onderzoek van The Washington Post dezelfde vragen kregen voorgelegd. Dat klopt niet en is aangepast.
Lees verder:
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!