Wie wil weten hoe Amerika is geworden tot wat het nu is: lees dit boek
Barack Obama en Oprah Winfrey zijn fan en hij won de National Book Award 2016. Colson Whiteheads slavenroman The underground railroad lijkt nu al uit te groeien tot een moderne klassieker. ‘Ons slavernijverleden werkt altijd nog door. Fictie is een ideaal middel om dat te laten zien.’
‘Het verhaal van The underground railroad zit al bijna twintig jaar in mijn hoofd,’ zegt Colson Whitehead. ‘Na elk afgerond boek kwam het weer bij me op, en tot een paar jaar geleden stelde ik het ook steeds weer uit.’
‘Het begon met een simpel idee: ik wilde de ondergrondse spoorweg - die verzamelnaam voor alle instanties en personen die begin negentiende eeuw betrokken waren bij het bevrijden van slaven - met fictie tot een werkelijke, ondergrondse spoorweg transformeren die heimelijk allerlei staten met elkaar zou verbinden. En ik wilde een ontsnapte slaaf die door die spoorweg allerlei verschillende staten zou zien - en zo kennis zou maken met een onderling zeer verschillend Amerika.’
‘Dat basisgegeven had ik allang in mijn hoofd en ik was ervan overtuigd dat het iets goeds kon worden, alleen ik twijfelde of ik het wel recht kon doen met mijn proza. Daarom bleef ik het uitstellen. Het was een technische uitdaging, met ook veel onderzoek. Het leek me zwaar om dat te doen zonder gedeprimeerd te raken.’
Lachend: ‘Dat bleek het ook te zijn toen ik in 2011 en 2012 langdurig onderzoek deed. Over hoe ons land gevormd is door slaven, over het leven op de katoenplantages, over de taal die toen gebruikt werd, over de beweegredenen van slavenjagers - ik wilde die verschillende stemmen en perspectieven in mijn roman verwerken.’
Mede door die veelzijdigheid is The undergound railroad zo’n overtuigende roman geworden. Een boek van het zeldzame soort waarbij ik tijdens het lezen al wist: dit verhaal zal ik nooit vergeten. Zeker nu niet, nu de spanningen tussen zwart en wit enkel lijken op te lopen met de verkiezing van Donald Trump tot president.
Een boek dat een snaar raakt
Onlangs verscheen de Nederlandse vertaling (De ondergrondse spoorweg), en tijdens zijn auteursbezoek in Den Haag en Amsterdam spreekt Whitehead (1969, New York) in rap tempo met talloze nationale media.
Gedurende ons gesprek in de lobby van het Ambassadehotel, tegen het einde van zijn verblijf, kost het hem zichtbaar moeite zijn aandacht erbij te houden. Hij praat soepel en lacht regelmatig, maar meerdere keren zegt hij naar een dutje op zijn hotelkamer te verlangen.
Een week voor ons gesprek zat hij nog tegenover Barack Obama
Dat valt te begrijpen: niet alleen door zijn volle agenda in Nederland, maar ook door de permanente aandacht voor The underground railroad in Amerika. Een week voor ons gesprek zat hij nog tegenover Barack Obama, die Whitehead en enkele andere schrijvers in zijn laatste week bij hem in het Witte Huis uitnodigde.
‘Ik merkte al vrij snel dat dit boek een snaar raakte die mijn eerdere werk niet raakte,’ zegt Whitehead. ‘Mijn eerste lezers waren mijn agent, mijn redacteur en mijn vrouw. Die zijn altijd ondersteunend en enthousiast, maar nu hoorde ik in hun stemmen al dat het iets anders was. Ze vonden het niet alleen goed, maar ook belangrijk, ze vonden dat dit verhaal moest verschijnen.’
De spoorweg waarmee Whitehead zijn punt maakt
Eerder schreef Whitehead zeven andere boeken (vijf fictie, twee non-fictie) over de meest uiteenlopende onderwerpen: zombies, pokeren, racisme, opgroeiende kinderen. Nooit kreeg een werk van hem zulke massale bijval als het ernstige The underground railroad. Behalve de National Bookaward en de omarmingen van Obama en Winfrey, waren er ook internationaal lyrische recensies.
Het verhaal speelt in de negentiende eeuw en draait om de tiener Cora. Whitehead had eerst een man in zijn hoofd die op zoek gaat naar zijn vrouw, vervolgens een man die op zoek gaat naar zijn kind, ten slotte werd het de moedige Cora, die werkt op een katoenplantage in het zuidelijke Georgia en weg wil van haar gevangenschap, van het toekomstbeeld dat haar kinderen ook slaven zouden worden, van de permanente fysieke ontberingen.
Cora’s moeder is jaren geleden weggelopen, niemand weet waarheen. Op een dag besluit Cora hetzelfde te doen. Ze vlucht richting het vrije Noorden, met behulp van de ondergrondse spoorweg - en die vlucht is de voornaamste handeling van het boek.
Wat het boek zo actueel maakt
De lof voor The underground railroad heeft ongetwijfeld te maken met de gaafheid van de roman, die op fraaie wijze een magisch element (de letterlijke ondergrondse spoorweg) verwerkt in een inktzwart, realistisch en opsmukloos verteld verhaal, vol goed doordachte tempowisselingen en suggestieve kracht.
Wanneer Cora aan het begin van de roman wordt afgeranseld - iets wat steeds opduikt in de roman, halverwege het gesprek merkt Whitehead ook op: ‘Het is eigenlijk een wonder dat iemand de slavernij overleefde, als je er goed over nadenkt.’ - begint Whitehead niet over bloed en leed. Hij schrijft alleen: ‘Als er al iemand iets van zag of hoorde, kwam die niet tussenbeide. De vrouwen van de Keet hechtten haar met naald en draad.’
Wat beslist ook heeft bijgedragen aan het succes: de timing. Hoewel er in de roman met geen woord over het hedendaagse Amerika wordt gerept, denk je daar tijdens het lezen onwillekeurig steeds aan. De roman dient als een extra bewustwording van het verleden, van de eeuwen geleden opgekomen en nooit verdwenen spanningen tussen zwart en wit.
Juist aan zo’n verhaal is nu behoefte, in tijden waarin racistische spanningen alleen maar lijken toe te nemen
En juist aan zo’n verhaal is nu behoefte, in dit prille begin van het Trumptijdperk, in tijden waarin tegen zwarten gericht politiegeweld en racistische spanningen alleen maar lijken toe te nemen. ‘Toen mijn boek net uit was, zeiden een paar mensen: weer een boek over slavernij, is dit nou wel nodig? Eén iemand zei: Hebben we dat met 12 Years a Slave niet al gehad? Zulke reacties zijn zeer, zeer onwetend. Ik bedoel, als je denkt dat zwart en wit nu gelijk zijn, dat het verhaal van ons verleden nu wel verteld is, dan let je volgens mij echt niet goed op.’
‘In Amerika moet je als zwarte op je hoede zijn. Altijd. Als je over straat loopt, als je in de auto zit - je kan altijd worden aangehouden door de politie en dan kan het heel snel verkeerd gaan. Veel zwarte tieners zijn neergeschoten terwijl ze hun identiteitsbewijs tevoorschijn haalden.’
‘En het probleem is veel groter: ons strafsysteem zorgt ervoor dat een zwarte drie keer zo snel een veel hogere straf krijgt dan een witte voor dezelfde misdaad, dat is een heel simpel feit, alle onderzoeken tonen dat aan.’
‘Iedere Afro-Amerikaan die in Amerika opgroeit weet dat. Toen ik als kind een groeispurt had, nam mijn vader me apart en zei: je bent vanaf nu een doelwit. Dat noemen ze the talk, en eigenlijk houden alle zwarte ouders die met hun kinderen. Het is een soort handleiding hoe je niet neergeschoten moet worden wanneer ze je aanhouden. Echt.’
‘Weet je, vroeger moest je je papieren meteen laten zien wanneer je als zwarte een slavenjager of patrouille tegenkwam. Je moest bewijzen dat je vrij was. Diezelfde taal die in slavenverhalen voorkomt en die patrouilles toen gebruikten, die hanteren veel agenten nu - de slavenpatrouille was ook een voorloper van de officiële politie.’
‘Ja, die taal is nauwelijks veranderd. Ook het misbruik en de vernedering zijn hetzelfde, ook al ben ik zogenaamd vrij. Ieder moment kan ik, veel eerder dan een witte medeburger, aangehouden worden om mijn papieren te laten zien. Donald Trump die eist* dat Barack Obama zijn papieren laat zien: dat is hier een soort groteske versie van.’
Er is nog veel om voor te vechten
Hoewel de 21ste eeuw in directe zin geen rol speelt in The underground railroad duikt de tegenwoordige tijd steeds op in Whiteheads woorden. Alsof hij wil benadrukken dat zijn verhaal, het soort verhaal dat hij vertelt, nog altijd doorwerkt en steeds opnieuw verteld moet worden.
‘Dat vind ik ook,’ zegt hij meteen. ‘Ik ben niet het soort schrijver dat zich in interviews of bij optredens vaak politiek uit, ik vind dat mijn werk voor zich moet spreken, maar er komen nu duistere tijden aan in Amerika, daar moeten we ons zo goed mogelijk tegen verzetten.’
‘Natuurlijk is er, als ik me tot de rassenstrijd beperk, ook veel verbetering. Mijn grootvader had het zwaarder dan mijn vader, mijn vader zwaarder dan ik. En als ik kijk naar onderwijs: in mijn jeugd werd er op school ongeveer tien minuten over slavernij gesproken. Niets over de civil rights movement of Martin Luther King, wel hele lessen over Abraham Lincoln. Bij mijn kinderen is dat gelukkig veel beter in balans. En dat we een zwarte president hebben gehad vind ik nog steeds onvoorstelbaar.’
‘Maar er is nog steeds een deel van Amerika dat moedwillig een racistische, seksistische, islamofobische president heeft gekozen - misschien zijn veel Trumpkiezers dat zelf niet, maar ze hebben er geen groot probleem mee dat zo iemand de macht krijgt.’
Er zijn nog steeds heel wat plekken in Amerika, zeker in het zuiden, waar ik nauwelijks durf te komen
‘Dat dat zorgwekkend is, behoeft geen uitleg. Er zijn nog steeds heel wat plekken in Amerika, zeker in het zuiden, waar ik nauwelijks durf te komen. Voor het onderzoek van deze roman deed ik twee toeristische ‘plantagetours’ in de buurt van New Orleans. Ik was beide keren de enige zwarte in de groep, voor de rest waren er alleen maar witte mensen van tussen de veertig en zestig.’
‘Bij de eerste tour leidde de gids ons rond met zinnen als: ‘Slavernij was niet alleen maar op de bank zitten, je moest ook de accounts bijhouden, bijhouden hoe veel werk er werd gedaan, enzovoorts’ - de tour was geheel verteld vanuit het perspectief van de slavenmeester, op vergoelijkende toon.’
‘De tweede tour was nog toeristischer dan de eerste, je kon op die plek een pre civil war-bruiloft boeken, met obers gekleed als slaven. Tsja, het was een bizarre reis, een soort slavernijtoerisme. De witte mensen om me heen keken me steeds bezorgd of verontwaardigd aan. Gelukkig kon ik de rest van het onderzoek achter mijn bureau doen.’
Kan literatuur een betere toekomst vormgeven?
Er valt een zeldzame stilte. ‘Of ik die mensen die op zulke momenten wegkijken kan veranderen met mijn schrijven? Ik betwijfel het. Ik heb ook geen concrete oplossingen. Het is sowieso heel lastig hoe je met zo’n verleden moet omgaan: ik hield laatst een lezing in Liverpool, in een museum dat is gewijd aan slavenhandel. Bijna alle grote en chique gebouwen in Liverpool zijn gebouwd met slavengeld of slavenhandel, en de meeste straten zijn naar slavenhandelaren genoemd.’
‘Er zijn tegenwoordig veel discussies of die namen dan veranderd moeten worden, en of bepaalde standbeelden neergehaald moeten worden. Dat vind ikzelf overdreven, maar ik vind wel dat mensen zich er bewuster van moeten zijn. Dat is niet per se mijn taak, ik ben geen didacticus, mensen moeten uit mijn boeken halen wat ze willen halen. En ik ben ook geen historicus, ik wilde juist de vrijheid van fictie benutten voor mijn verhaal.’
‘Daarvoor moest de context natuurlijk kloppen, vandaar mijn onderzoek, maar uiteindelijk hield ik me niet aan de feiten, alleen aan de waarheid, en daar kon ik ook makkelijk een niet-bestaand element aan toevoegen zoals de letterlijke ondergrondse spoorweg. Ik probeer Amerika te begrijpen. Dat probeer ik eigenlijk al mijn hele leven. Dit boek is daar mijn meest eerlijke en pijnlijke verslag van. En het lukt me nog steeds niet helemaal.’