Welkom in de geestelijke gaarkeuken (of de troost van een handgeschreven briefje)

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur
Alle foto's: Arjen van Veelen

Als dit Nederland is, dan leven er opvallend veel mensen in hun eentje. En dat is ook zo: 40 procent van de huishoudens bestaat uit één persoon. Maar in dit restaurant van de Hema is iedereen even samen alleen.

De ruimte is wit met handgeschreven teksten over liefde en ambachtelijkheid. Er staan plantjes op tafel in tinnen potjes. Voor me ligt een wit dienblad met koffie, croissant, broodje ei, jus d’orange en aardbeienjam.

Een paar tafels verderop zit Yolande achter eenzelfde dienblad. Ze werkt in een antiekzaak en komt hier al ruim vijf jaar. Toen haar man overleed, ongeveer zes jaar geleden, had de Hema net het ontbijt geïntroduceerd. Thuis ontbijten vond ze maar allenig, dus komt ze hier. Niet dat ze veel mensen spreekt, maar het voelt anders. Een beetje zoals ze thuis soms de tv aanzet, ook als ze niet kijkt.

Weer iets verder, onder een foto van een hutspotmaaltijd, zit Akira. Een Japanner die een halfjaar geleden voor werk naar Den Haag verhuisde. Hij vindt dit een fijne plek om te zijn, net als de openbare bibliotheek, maar die is op dit uur nog dicht.

Dit is een restaurant waar velen in hun eentje komen, verenigd door hetzelfde ontbijt.

Ik kom hier ook regelmatig in mijn eentje, al was ik niet eerder bij het ontbijt. Ik zit vaak in de openbare bibliotheek om de hoek, waar ik aan een roman werk. Om de dag te breken, ga ik soms hier lunchen.

Een stamppotmaaltijd kost hier 3,50 euro, daar kun je bij de Starbucks aan de overkant nauwelijks een koffie voor kopen. Het witte interieur van de Hema voelt als lichttherapie. En je kunt hier vertoeven zonder de druk te voelen nog iets te bestellen.

In je eentje zijn is prettiger als je met velen in je eentje bent

Het is meer dan dat. In je eentje zijn is prettiger als je met velen in je eentje bent.

In een hoek bij het raam zit Lize de Metro te lezen. Ze werkt als suppoost in een museum en is herstellende van een herseninfarct. Ze kijkt nu uit op het pand waar eerst de V&D zat. Lize heeft het er moeilijk mee dat die moest sluiten, ze kwam er graag.

Net zoals ze het erg vindt dat dood is, de beroemde Haagse straatmuzikant die vaak naast de ingang van de Hema speelde. Daar ligt nu een berg bloemen. Je hoorde zijn stem al bij de Marks & Spencer. ‘Knockin’ on Heaven’s Door’ van Bob Dylan, of ‘Wish You Were Here’ van Pink Floyd.

Er komen hier ook gezelschappen, natuurlijk. Jonge ouders in de kinderhoek. Stelletjes die hier afspreken. Studenten.

En ook: vriendinnengroepen die na het winkelen bijkletsen met tompoucen. Poolse bouwvakkers die komen schaften. De zeg maar. Maar als dit Nederland is, dan leven er opvallend veel mensen in hun eentje.

En dat is ook zo. Bijna 40 procent van de huishoudens is een eenpersoonshuishouden. In 2060 zal dit 43 procent vooral omdat er veel meer alleenstaande ouderen zullen komen.

Sommigen zie je hier een boek of krant lezen, een puzzelboekje invullen, berichtjes versturen. Je ziet relatief weinig laptops, er zijn hier ook geen stopcontacten. En zzp’ers hebben zo hun eigen zaakjes.

Toen ik vanochtend om vijf voor negen aankwam, stond er al een groepje te wachten.

Sommigen komen hier in de hoop op aanspraak. Of om er even uit te zijn. Lize, de suppoost, werd bijvoorbeeld eens aangesproken door een oudere vrouw, in de zeventig, die aan haar zag dat het niet zo goed ging. Zelf was ze ook herstellende van een ziekte. Ze maakten een praatje.

Kennelijk werd het Hema-ontbijt, vijf jaar na introductie, al gezien als een onmisbaar goed

Anderhalf jaar geleden verhoogde de Hema de prijs van het ontbijt van 1 naar 2 euro. (Waarbij gezegd moet worden dat je er voortaan ook een verse jus bij krijgt en ook ‘luxe’ koffie zoals cappuccino mag kiezen.) Voor wie hier bijvoorbeeld drie keer per week ontbijt, betekent de prijsverhoging gauw 150 euro per jaar.

Een brievenschrijver in De Telegraaf vond destijds dat de Hema het besluit moest terugdraaien. Het haalt mensen uit hun isolement. Er ontstaan mooie contacten.’

Kennelijk werd het Hema-ontbijt, vijf jaar na introductie, al gezien als een onmisbaar goed. Het klonk bijna alsof er op de zorg bezuinigd was.

Maar de Hema biedt dit ontbijt niet aan uit liefdadigheid. Het is geen Leger des Heils. En ook andere winkelketens, zoals de Ikea en de Intratuin, die met een goedkoop ontbijt kwamen, zijn dat niet. Het is een manier om toeloop te genereren op uren dat het anders rustig is. En het is een manier van klantenbinding. Dat loopt lekker, gezien de flipover in de personeelskantine:

En de filiaalmanager vertelde me dat na de prijsverdubbeling de mensen gewoon bleven komen. Waaruit je zou kunnen afleiden dat ze niet puur voor die bodemprijzen kwamen.

Omdat het betaalbaar is, maar ook omdat het gezellig en warm is, denk Roswitha, die fruitshakes klaarzet. En dat komt mede door het personeel. Dat is een verademing vergeleken met veel Nederlandse horeca. Zelfs in topdrukte blijft men glimlachen ondanks korte pauzes en honderden hongerige klanten.

Zoals Elisa, ze werkt bij de broodafdeling. Op de drukste dagen maakt ze wel driehonderd ontbijten. Ze kent veel vaste klanten van gezicht. Het is een zelfbedieningsrestaurant, maar dankzij de open keuken heeft ze ook contact met die stamgasten.

Over het Hema-restaurant kun je makkelijk smalend doen. Bijvoorbeeld over die handgeschreven teksten op de muren. Ik dacht zelf altijd dat ze authentieke huiselijkheid moeten uitstralen en moeten suggereren dat ieder massagerecht hier ‘met liefde bereid wordt.’

Maar dat is ook echt zo, vertelt althans Lucia, gekleed in een koksbuis. Ze gaat zo de stamppot en de nasi voor de lunch klaarmaken. Van sommige vaste klanten weet ze al wat ze willen, die zet ze dan al klaar. Sommigen krijgen desgevraagd een extra schepje jus of satésaus — maar niet te veel, je moet wel op de derving letten.

In Amerika is het vaak de McDonald’s die de rol van plaatsvervangend buurthuis vervult. De rondreizende fotograaf-schrijver Chris Arnade schrijft daar goed over. Hij ook dat overal in het land groepjes mensen samenkomen in de McDonald’s.

Mensen, schrijft hij, uit vooral de lagere inkomensklassen, die zich geïsoleerd voelen ‘door de drukkende eenvormigheid van de dingen, door de leegheid van veel banen, door de media.’ En die in virtuele tijden hunkeren naar fysieke, sociale netwerken.

Ook bij ons hebben zich al jaren zulke ontbijtgroepjes gevormd, in de Ikea en de Hema. Naast mij, op een bank onder een grote foto van een tompouce, zitten bijvoorbeeld vader en zoon Leo en Roland. Ze komen hier dagelijks om bij te praten, behoudens zondag, want dan is er geen ontbijt. Ze zitten hier normaal met een grotere groep mensen die ze hebben leren kennen via het ontbijt.

Er komen ook weleens politici lunchen in de Hema. De Tweede Kamer is om de hoek. Ik denk dat ze veel kunnen opsteken van dit restaurant. Want je hoort uitentreuren dat burgers boos zijn over dingen, bijvoorbeeld de economie of de komst van immigranten. In de Hema, waar de hele samenleving komt, zou je ook kunnen concluderen dat veel Nederlanders gewoon hunkeren naar contact. Dit is een geestelijke gaarkeuken.

De volle ontbijtzaal hier wijst ook op een leegte thuis. Schrijnend dat de warmte voor velen kennelijk van een winkel moet komen. Wat als het probleem van deze tijd is?

Dat valt niet zomaar op te lossen. Niet met een twee-euro-ontbijtje. Want per saldo is dit natuurlijk geen huiskamer, je zit letterlijk in een winkel te eten, een winkel die omzet maken moet.

In de hal bij de toiletten ligt een echt krabbeltje, met plakbandjes vastgeplakt:

‘Lieve klanten, Als ik er niet ben, mag u de 50 cent in het blauwe kistje doen’

Het briefje is geschreven door de toiletjuffrouw die de ruimte pacht. Op een eerder briefje, een paar maanden terug, stond zelfs ‘lieve mensjes’ als aanhef. Een persoonlijk briefje, er spreekt ook vertrouwen uit.

Het mag niet meer van het management, er moet officiële ‘signing’ komen, conform de huisstijl. Het nieuwe bordje is reeds in bestelling. De toiletjuffrouw is er niet ‘happy’ mee, ze wil er liever niet over praten.

Het is maar een kleine tragedie, het geeft uiteindelijk niks. Maar het leek me wel symbolisch: in een wereld die onpersoonlijker wordt, verlangen de mensen naar een bakkie troost. En die troost vinden ze in een winkel met warme teksten op de muren, maar waar de echte handgeschreven huiselijkheid uiteindelijk op grenzen stuit.

Lees ook: