Lars von Trier is een meesterlijke bedrieger
Lars von Triers nieuwe epos Nymph()maniac is een donker sprookje. De films geven een gitzwart mensbeeld dat hard contrasteert met de tederheid die er ook in zit.
Halverwege het tweede deel van Lars von Triers epos Nymph()maniac zoekt hoofdpersoon Joe (Charlotte Gainsbourg) heil bij een praatgroep. ‘My name is Joe, and I’m a nymphomaniac,’ zegt ze, als het haar beurt is om te delen. Meteen onderbreekt de groepsleidster haar op zalvende toon dat ze hier spreken van ‘sex addict,’ en voegt eraan toe dat iedereen hier gelijk is.
Tijdens een volgende sessie gebruikt Joe aarzelend de ‘juiste’ classificatie, maar bedenkt zich. ‘My name is Joe, and I’m a nymphomaniac,’ zegt ze met een zekere trots, en verlaat de praatgroep.
Nymfomaan, het is geen gangbaar stempel meer, mede door connotaties met de vrouwonvriendelijke context waarin het begrip ooit tot stand kwam. Achttiende-eeuwse artsen, die het verschijnsel voor het eerst uitgebreid onderzochten, schreven het toe aan een gebrek aan wilskracht en moraal. In de negentiende eeuw begon het beschouwd te worden als een ziekte, specifiek gerelateerd aan de potentieel pathologische geslachtskenmerken van de vrouw. Vandaag de dag is het geen categorie in de DSM, evenmin als ‘seksverslaving’, zoals het vaak – sekseneutraal – aangeduid wordt.
Dat Joe erop staat aan zichzelf te refereren als nymfomaan is interessant. Ze weigert zich uit te geven voor een verslaafde, beschouwt zich niet als geneeslijk en het gebruik van dat specifieke, Grieks aandoende woord lijkt te suggereren dat ze haar nymfomanie beziet als iets haast mythologisch, een existentiële gesteldheid die haar nu eenmaal is toegevallen. (Von Trier toonde zich al eerder aangetrokken tot in onbruik geraakte, vage ‘medische’ classificaties met een geschiedenis zoals Melancholia.)
Vliegvissen
Hoe Joe’s conditie tot stand komt wordt niet duidelijk; we krijgen geen ontwikkelingspsychologische verklaring. Aan het begin van de film wordt ze gehavend en bewusteloos op straat aangetroffen door de vriendelijke oude vrijgezel Seligman (Stellan Skarsgård), die haar meeneemt, in bed legt en haar wonden verzorgt. Wanneer Joe weer wat is bijgekomen begint ze haar redder in acht hoofdstukken haar buitengewone seksuele geschiedenis uit de doeken te doen.
Seligman blijkt een bescheiden intellectueel, een geestelijke bijna, zonder kennis van het vleselijke leven. Hij luistert geïntrigeerd naar Joe’s verhaal, het hier en daar aanvullend met kunsthistorische, wetenschappelijke en symbolische duiding – het enige wat hij te bieden heeft. Het eerste hoofdstuk bijvoorbeeld, waarin Joe vertelt hoe ze als tiener samen met een vriendin een trein doorloopt om zoveel mogelijk mannen te verleiden, vergelijkt Seligman braafjes maar nogal absurdistisch met vliegvissen – ook een subtiel spel van lokken en vangen.
Seligmans uitweidingen zijn houterig, bijna knullig door Joe’s broeierige flashbacks gemonteerd, (alsof het schrale pogingen zijn de donkere, erotische kracht van haar ervaringen te bevatten) maar ze zijn niet geheel willekeurig; ook Joe lijkt houvast te vinden in zijn ordeningen en theorieën. Waar hij begint over het principe van de polyfonie, waarin meerdere stemmen tegelijk een volwaardig geheel vormen, noemt zij drie totaal verschillende minnaars die in harmonie met elkaar, als een perfecte drie-eenheid, haar erotisch spectrum behelzen – kortweg een dienaar, een onderdrukker en een geliefde.
‘Lust, with jealousy added’
Die geliefde, Jerôme (Shia LaBeouf), blijft terugkeren in Joe’s verhaal, en met hem ook de tragiek. Vanaf het begin is namelijk duidelijk dat er voor haar een pijnlijke spanning bestaat tussen liefde en seks. ‘Love is just lust, with jealousy added,’ meent Joe al op jonge leeftijd, maar terwijl ze voor Jerôme wel degelijk een diepe liefde opvat, gaat die ten koste van haar vermogen om fysiek te voelen: ze verliest zelfs haar orgasme.
Tragisch is echter niet de overheersende toon in Nymp()maniac. Meer dan Von Triers laatste twee, heeft deze film ook een lichtvoetigheid, die af en toe zelfs doorslaat in meligheid. Dat past in de algehele verteltrant die wat wegheeft van een sprookje. Plaats en tijd zijn nadrukkelijk onbepaald – de acteurs komen uit alle windstreken en hebben zich ondefinieerbare accenten aangemeten, de stadsgezichten zijn onherkenbaar. Dialogen en personages neigen naar het absurde; in een grandioze scène maakt Uma Thurman haar opwachting als de vrouw van een van Joe’s minnaars, hun drie kleine kleutertjes in haar kielzog. Ze is verwilderd, spreekt in bizarre, geforceerde frasen en lijkt te fungeren als een verstorend element, het archetype bedrogen echtgenote.
Meer dan Von Triers laatste twee, heeft deze film ook een lichtvoetigheid, die af en toe zelfs doorslaat in meligheid
Even archaïsch, sprookjesachtig, is de goede vreemdeling Seligman. Zijn huis, waar haast geen licht naar binnenkomt, heeft iets van een kaal hutje in het bos, maar dan tussen de hoge muren van de stad. De manier waarop Joe haar verhaal aan hem doet: in acht hoofdstukken, alsof het om een avonturenboek gaat. Het is, net als die opvallende benaming ‘nymfomaan’, Joe’s manier om haar toestand te romantiseren, de chaos van haar belevingen overzichtelijk te maken. De handeling van het vertellen is, evenals Seligmans verzameling theorieën, een poging orde aan te brengen.
Duistere machten
Von Trier zou echter Von Trier niet zijn, als hij ons zou laten wegkomen met een hernieuwd, troostend geloof in de helende kracht van kunst, filosofie en religie, die Seligman symboliseert. Nymp()maniac zit zo vol betekenis (en lachwekkende betekenisloosheid!) dat je alleen al daardoor steeds een gevoel van onbeheersbare wanorde bekruipt. Joe mag haar verhaal dan kunnen vertellen in het kalmerende bijzijn van haar redder, maar het grootste deel van de vier uur durende film worden we meegezogen in haar allesverslindende verlangens.
De regisseur kiest er dan ook op ontluisterende wijze voor om de duistere machten, die overal onder de oppervlakte grommen, te laten zegevieren. Dat geeft een gitzwart mensbeeld, dat, juist omdat Von Trier in Nymph()maniac ook zijn fijne oog toont voor tederheid en schoonheid in allerlei vormen, een enorme impact heeft. Met zijn film bedriegt hij ons niet alleen, maar laat ook zien hoe we onszelf, op weliswaar prachtige manieren, kunnen bedriegen.