Een klein aquarium met twee vissen wordt in een groot aquarium geplaatst, de glaswanden van het kleine aquarium verwijderd. Tot verwondering van de uitvoerder van dit experiment, waar ik ooit eens over las, wagen de vissen zich niet buiten de voormalige begrenzing; abrupt keren ze om op de plaats van het glas.

In vergelijkbare, sterk geconditioneerde toestand tref ik op een zondagmiddag in Stadskanaal mevrouw Solmaz Aliyeva (65) en haar zoon Anar Aliyev (29) aan, die vijftien jaar lang in verschillende Nederlandse asielzoekerscentra bivakkeerden.

Sinds een maand woont mevrouw Aliyeva in een tweekamerappartement op de bovenste verdieping van een seniorenflat aan de Utrechtselaan. Anar heeft elders in de gemeente een benedenwoning toegewezen gekregen. Binnenkort wordt hem de sleutel overhandigd. Tot die tijd slaapt hij bij zijn moeder op de bank, of in het kamertje in asielzoekerscentrum Musselkanaal, waar nog spullen van hem staan.

Dat de twee nu een eigen woning hebben, mag een wonder heten. Zeker als je naar hun uitzonderlijke asielgeschiedenis in Nederland kijkt.

Een vlucht voor het gevaar

Drie jaar geleden met mevrouw Aliyeva en Anar, die toen dertien jaar in asielzoekerscentra verbleven; een record, voor zover mij bekend. In 2001 waren ze – toen nog met echtgenoot Rafik en Anars jongere broer Rasim – na een lange reis uit Azerbeidzjan aangekomen in Nederland. De vier meenden dat hun zaak daar ‘eerlijk en onbevooroordeeld’ zou worden bekeken.

De vier meenden dat hun zaak in Nederland ‘eerlijk en onbevooroordeeld’ zou worden bekeken

Want in Azerbeidzjan waren ze hun leven niet zeker. Mevrouw Aliyeva heeft een Armeense achtergrond, meneer Aliyev is een Opeens was meneer Aliyev een verrader. Hetzers in het parlement riepen op tot geweld; in hoofdstad Baku, waar het echtpaar woonde, vonden pogroms plaats. De twee werden neergestoken op straat, een bom verwoestte hun huis. Gemaskerde mannen ontvoerden en verkrachtten mevrouw Aliyeva, na drie à vier weken lieten ze haar gaan.

Daar kwam bij dat hun zoon Anar was gediagnosticeerd met een ernstige vorm van suikerziekte. Het land ontvluchten – mevrouw Aliyeva’s familieleden waren reeds vertrokken – was de enige optie.

Foto’s: Tryntsje Nauta

De kille Nederlandse ontvangst

In Nederland werd hun verhaal niet serieus genomen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De verkrachting, die mevrouw Aliyeva voor haar echtgenoot had verzwegen, kwam hem alsnog ter ore. ‘Mijn vader kon niet met deze informatie leven,’ vertelde Anar mij toen ik hem en zijn moeder drie jaar geleden bezocht. Hij mishandelde zijn vrouw, vervloekte haar afkomst, reisde met Rasim terug naar Azerbeidzjan en liet via een familielid weten dat ze was verstoten.

Asieladvocaat Metis Gavami overhandigde mij een duizend pagina’s tellend dossier, waaruit viel op te maken dat rechters tot tweemaal oordeelden dat uitzetting van mevrouw Aliyeva en Anar naar Azerbeidzjan, waar de IND op aanstuurde, ongeoorloofd was. Daartegen maakte de IND bezwaar, waarna de vonnissen in hoger beroep werden teruggedraaid.

Daarbij waren door IND-medewerkers twijfelachtige argumenten naar voren gebracht. Zo vond medewerker Smits het vreemd, las ik in het dossier, dat mevrouw Aliyeva verklaarde niet om hulp te hebben geroepen toen ze door de gemaskerde mannen gevangen werd gehouden op een haar onbekende plek. Ze had toch op het raam kunnen bonzen om ‘kenbaar’ te maken dat ze daar zat?

Medewerker Van As stelde dat niet kon worden bewezen dat mevrouw Aliyeva vanwege haar ‘etnisch-Armeense achtergrond’ was ontvoerd en verkracht. Het ‘incident’ betrof volgens hem een ‘probleem in de privésfeer.’

Zo rolde er in 2013 een definitieve negatieve beslissing uit de bus, waarop advocaat Gavami een brief aan toenmalig staatssecretaris Fred Teeven (Justitie, VVD) stuurde, en hem verzocht, ook gelet op Anars gezondheidssituatie, gebruik te maken van zijn

De gewenste politieke reactie blijft uit

Eind 2014 was er nog geen antwoord op die brief gekomen. Met Gavami, mevrouw Aliyeva en Anar naar Den Haag, waar een debat over medische voorzieningen voor vreemdelingen zou plaatsvinden.

Teeven moest wel gebruikmaken van zijn discretionaire bevoegdheid

Het debat bleek die ochtend te zijn uitgesteld. Het leek erop dat mevrouw Aliyeva en Anar voor niets uit Musselkanaal waren gekomen. Tot we in een koffiecorner in het Tweede Kamergebouw, waar we de kwestie met toenmalig SP-parlementariër Sharon Gersthuizen bespraken, de machtige gestalte van Teeven zagen verschijnen.

Teeven was bekend met hun zaak, binnenkort konden ze duidelijkheid verwachten, zei hij, en beende weg. Gersthuizen en Gavami zeiden zich niet te kunnen voorstellen dat het nu nog mis kon gaan. Teeven moest wel gebruikmaken van zijn discretionaire bevoegdheid.

Dat bleek dus wel te kunnen. De situatie was wat Teeven betrof niet ‘schrijnend’ genoeg, viel op te maken uit een brief, weken later bezorgd op het kantoor van Gavami, die de ongunstige boodschap met bezwaard gemoed aan zijn cliënten overbracht.

Foto: Tryntsje Nauta

De advocaat probeert het nog één keer

Tot die uitkomst had mevrouw Aliyeva de mentale problemen waarmee zij kampte, als gevolg van de ontering en de mishandeling door haar man, weten te onderdrukken. Ze verrichtte vrijwilligerswerk bij verschillende welzijnsorganisaties in Musselkanaal en omgeving, om zo veel mogelijk onder de mensen te zijn.

Nu ging dat niet meer, er was iets in haar kapot gegaan, ze leek wel tien jaar ouder toen ik haar en Anar in 2015 bij het IND-kantoor in Hoofddorp trof, waar Gavami nog eenmaal begrip voor hun situatie probeerde te kweken.

Anar, die een havo-opleiding volgde, maar als gevolg van een administratieve blunder bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers op een vmbo-school in Groningen terechtkwam, kon nergens meer aanspraak op maken.

Er kwamen brieven van de Dienst Terugkeer en Vertrek, onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie, belast met de uitzetting van vreemdelingen: ze dienden op gesprek te komen nu terugkeer onvermijdelijk leek.

En de directeur van asielzoekerscentrum Musselkanaal maakte op weinig subtiele wijze duidelijk dat hun dagen in de opvang waren geteld, onder meer door hen van de voor mevrouw Aliyeva makkelijk toegankelijke kamer op de begane grond te verhuizen naar een zolderkamer van het voormalige bejaardencomplex aan de Brink.

Dus in het voorjaar van 2016 begonnen mevrouw Aliyeva en Anar met het weggeven van hun spaarzame bezit, aan Syrische vluchtelingen die er gelukkig mee waren. Het was bij de IND bekend dat mevrouw Aliyeva en Anar niet zouden meewerken aan een terugkeer naar Azerbeidzjan. Wanneer ze op straat werden gezet, zouden ze zich in Groningen bij een opvangnetwerk voor asielzoekers in nood melden.

Hoewel ze niet in Nederland mochten blijven, werd gedwongen uitzetting naar Azerbeidzjan nu ook door de IND onverantwoord geacht. Want plotseling lag daar het plan om moeder en zoon naar Turkije te sturen.

Wie dit bedacht en wat hier de bedoeling van was, zal altijd een raadsel blijven. En het doet er ook niet meer toe, want 1 september jongstleden, toen alle hoop allang vervlogen leek, kreeg advocaat Gavami een telefoontje uit Den Haag: zijn cliënten hadden een status gekregen.

Gavami veronderstelde een wrede grap, maar het klopte echt. Catharina Woortman, die in Stadskanaal de tweedehandskledingwinkel uitbaat waar mevrouw Aliyeva onder meer binnengebrachte overhemden strijkt, had per brief de commissaris van de Koning in Groningen van de slepende kwestie op de hoogte gebracht.

Teeven was intussen afgetreden, waardoor de commissaris van de Koning het dossier aan diens opvolger Klaas Dijkhoff (VVD) kon voorleggen. En zo, vermoedt Gavami, is er alsnog schot in de zaak gekomen.

Foto: Tryntsje Nauta

Nu hoeven ze niet meer bang te zijn

Anar heeft de muren van zijn moeders woning in Stadskanaal in een zachte pastelkleur geverfd. Meubels hadden ze niet meer, daar waren de Syriërs blij mee gemaakt. Gelukkig kon voor een zacht prijsje de complete inboedel van een pas overleden dame uit het verderop gelegen verzorgingscentrum worden overgenomen. Nu is de woning van mevrouw Aliyeva gevuld met eikenhouten meubels uit grootmoeders tijd, inclusief een Sallander hangklok met koperen gewichten waar ‘elck syn sin’ op staat.

‘Ik kan niet geloven dat ik niet meer bang hoef te zijn,’ zegt mevrouw Aliyeva. Naast haar op de galerij wonen oudere, alleenstaande vrouwen. En een weduwnaar met een hoed, die vaak staat te vegen en haar heeft uitgelegd wanneer het oud papier wordt opgehaald.

‘In mijn hoofd voel ik me nog steeds gevangen, dat gevoel moet eerst weg zijn’

Ze willen allemaal graag een keer koffie bij haar drinken, net als de vaste klanten van de tweedehandskledingwinkel, die kaartjes met felicitaties hebben gestuurd. Tot nu toe heeft ze die bezoekjes afgehouden. ‘In mijn hoofd voel ik me nog steeds gevangen, dat gevoel moet eerst weg zijn.’

Anar gaat zich inschrijven voor een hbo-opleiding. Hij wil voedingsdeskundige worden, om suikerpatiënten, die hij ook op sportief gebied zou willen begeleiden, te kunnen adviseren. ‘Door mijn ziekte weet ik als geen ander hoe koolhydraten en eiwitten zich in een lichaam gedragen.’ Hoewel het fysiek beter met hem gaat, vermoedt hij dat het pas echt goed gaat als hij zijn woning heeft betrokken.

Net als zijn moeder haalt hij af en toe vol ongeloof het roze pasje tevoorschijn waar zijn foto en ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ en ‘arbeid vrij toegestaan’ op staat. Vijftien jaar hebben ze op pauze gestaan, terwijl het leven voorbijspoelde. Waarom dat zo heeft moeten zijn, zullen ze nooit begrijpen.

Lees ook:

Deze familie zit al dertien jaar in een Nederlands asielzoekerscentrum De familie Aliyeva uit Baku in Azerbeidzjan kwam in 2001 naar Nederland om het geweld in het thuisland te ontvluchten. Hier zou hun zaak eerlijk bekeken worden. Inmiddels wonen ze al bijna dertien jaar in asielzoekerscentra. Het verhaal van een familie die door iedereen vergeten lijkt. Lees mijn reportage hier terug En opeens stonden de asielzoekers en de staatssecretaris oog in oog Gisteren zou in de Tweede Kamer de zaak van de Azerbeidzjaanse familie Aliyeva, waar ik eerder op De Correspondent over schreef, besproken worden. Zij zitten al dertien jaar in een asielzoekerscentrum en wachten op een asielbesluit. Ook het debat blijkt uitgesteld. Dan opeens, bij de koffiecorner, ontmoet de familie de man die hun lot in handen heeft. Lees mijn reportage hier terug Inburgeren in Nederland: matige lessen, in te grote groepen, voor te veel geld Bijna 80.000 nieuwkomers zijn verplicht om binnen drie jaar hun inburgeringsexamen te halen. Anders dreigen boete, schulden en intrekking van hun verblijfsvergunning. Maar het inburgeringsbeleid werkt niet, laat ons onderzoek zien. Lees het verhaal van Dick Wittenberg hier terug