Voor lief en leed heeft dit dorp zijn nepgrot. Voor de rest kiest het vooral de PVV
Er komen beroemde wielrenners, biljarters en criminelen vandaan; en nergens in Nederland stemt men zo veel PVV. Wat zeggen al die mensen als ze naar de nepgrot van Sint Willebrord gaan?
In het hart van het Noord-Brabantse Sint Willebrord staat een nepgrot die meer voor de mensen betekent dan welke winkel of frietkraam dan ook. Het is een spelonk uit 1925, die gemaakt is van gewapend beton en cement: een kopie van de beroemde Lourdesgrot waar Maria, zoals het verhaal gaat, voor het eerst verscheen op 11 februari 1858.
Overal in Nederland heb je van die kopieën, van Medemblik tot Scheveningen trekken ze Maria-aanbidders. Veel daarvan zijn vervallen, ruïnes van het roomse leven, maar de grot in Sint Willebrord is nog in 2010 helemaal gerenoveerd. En er komen dagelijks mensen bidden.
Sint Willebrord, dat ongeveer 10.000 inwoners heeft, is bekend respectievelijk berucht. Er komen beroemde wielrenners, biljarters en criminelen vandaan; heel veel mannen in het dorp werken als bouwvakkers, metselaars of stratenmakers; nergens in Nederland stemt men zo veel PVV.*
Met wat voor zorgen zouden die mensen Maria benaderen, vroeg ik me af toen ik over de Dorpsstraat naar het centrum liep. Ik zag goedverzorgde huizen met rolluiken, boeddhabeeldjes en palmboompjes in de tuin. Frituur ’t Hoekske, Hermina’s haarshoppie; tatoeageshops, nagelsalons, supermarkten kwamen voorbij. Er waren weinig mensen op straat, hoewel het zaterdagmiddag was.
In het centrum vond ik de grot, naast de markante, bakstenen Sint Willebrord-kerk. In het processiepark rondom de kerk, met een slingerend pad dat de Kruisweg van Jezus verbeeldt, liet iemand de hond uit. De grot was leeg, er hingen camera’s tegen hangjongeren.
Voor de grot scharrelden kippen en hanen. Ze worden grappend de parochiehanen genoemd, begreep ik later, ze zouden nakomelingen zijn van het pluimvee van wijlen pater De Bok, een anarchistische geestelijke die veel dronk en ook veel goeds deed, hij kreeg een standbeeld aan de Dorpsweg.
In de grot zelf getuigden brandende kaarsen van menselijke activiteit. Enkele dunne 1-euro-kaarsen en ook enkele noveenkaarsen van 4 euro, die negen dagen kunnen branden. In de wand zat een brok rots uit de echte Lourdesgrot gemetseld, vettig van de aanrakingen en kussen, zo leerde ik van Wim Roelands, die op winterlaarzen kwam aangelopen.
Roelands is al 35 jaar vrijwilliger in de parochie. Ooit had hij een goedlopende drogisterij, maar de economische crisis deed hem de das om. Nu werkt hij als receptionist en volgt hij in de avonduren de zesjarige priesteropleiding. Een late roeping, maar als dorpsdrogist bediende hij vaak ook al lichaam en geest.
Ik beken dat ik weinig weet van het katholicisme, dat ik het verschil tussen kazuifel en habijt niet ken. Een lacune, want de kerken mogen misschien leger zijn, de ‘fantoomgrens’* die tussen het protestantse en katholieke deel van Nederland loopt, heeft nog altijd invloed. Ze verklaart volgens sommigen zelfs waarom in het zuiden populistische partijen bloeien.
Roelands neemt me mee de kerk in en vertelt me uitgebreid over het gebouw, de parochie en de werking van de Mariagrot. Lourdesgrotten waren niet alleen genadeoorden voor gelovigen, maar ook een inkomstenbron voor de kerk, door de verkoop van bijvoorbeeld offerkaarsen.
In Sint Willebrord kwamen na de bouw van de grot hotels, er was een rozenkransfabriekje, er werden gebedskettingen gemaakt. In de jaren vijftig waren er nog dagen dat er 10.000 gelovigen kwamen. Welkome bedrijvigheid, in het dorp dat in die tijd het armste van Nederland was, onder meer vanwege gebrek aan industrie en de grond die te schraal was voor landbouw.
Zulke massale bedevaarten bestaan er niet meer, zoals de kerk zelf ook niet meer zo vol zit. Al is er in de meimaand - Mariamaand - een bedevaart te voet vanaf Etten-Leur, zo’n vijf kilometer verderop.
De grot is wel populair in Sint Willebrord zelf. Een bedevaart als blokje-om.
Sommigen inwoners komen elke dag, vertelt Roelands. Hij ziet jonge moeders met buggy die even een kaarsje aansteken tot oma’s die bidden voor het proefwerk van kleinzoon. Tienduizenden kaarsen gaan er jaarlijks doorheen, vertelt hij. Elke maandagmorgen komt een groepje vrouwen de spelonk schoonmaken.
Zo is de grot een decor van alle stadia van het leven; van bruiloften, huwelijken en meer. Is ze een genadeoord dat soelaas biedt bij kleine en grote dingen; proefwerken, rijbewijs halen, kanker.
Ondertussen lopen de kerken nog altijd leeg, zelfs in deze relatief devote streek. Juist vorige maand zijn de kerken van vijf dorpen gefuseerd, met de parochie van Sint Willebrord als kern. De zaterdagavondviering bezoeken vijftig tot honderd mensen, zeg 1 procent van de inwoners.
‘We groeien kleiner,’ zegt Roelands optimistisch. ‘Van cultuurkatholieken naar keuze-katholieken.’ En mocht het met Vladimir Poetin en Donald Trump helemaal mislopen, zegt hij, dan loopt het hier vanzelf weer vol.
De grot is populairder dan de kerk. Toegankelijker natuurlijk, het gemak van de drive-in, blijkt ook als ik later op straat steekproefsgewijs inwoners aanschiet. Vrijwel iedereen gaat er weleens langs.
Ter hoogte van de dichtgetimmerde IJssalon heb ik bijvoorbeeld een prettig gesprek met Wil, die als baggeraar veel van de wereld heeft gezien. Hij is toevallig die middag nog in de grot geweest. Zijn moeder is in januari overleden. Zijn vrouw is van de trap gevallen en heeft haar enkel gebroken. Zijn dochter heeft kanker gehad. In de grot vindt hij verlichting.
Zo is de grot voor velen een heilige plaats in een dorp waar veel veranderd is. Van de dertig cafés in de Dorpsstraat zijn er nog maar een paar open. En wie had er veertig jaar geleden kunnen denken dat er in dit dorp, een gesloten gemeenschap, ‘buitenlanders’ zouden komen wonen?
Of neem de ouderenzorg: vroeger bouwde je een huisje in de tuin waar je ouders introkken als ze bejaard waren; nu zijn er verzorgingshuizen — ook mooi, wel een heel ander concept.
Het dorp is trouwens ook veel rijker geworden, het leven economisch gezien vele malen beter dan in de jaren vijftig. Maar er zijn zaken die zelfs - of juist - als je rijk bent ongrijpbaar blijven, zaken die lief en leed betreffen, samengevat: het lot. Daar hoor je politici zelden over, daarvoor kun je naar de grot. Maar Maria is niet verkiesbaar.