Kunnen we kappen met PVV-stemmers snappen?

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur
Alle foto's door Arjen van Veelen

Ik ben die invoelende benadering van PVV-stemmers strontbeu. Er ís niet weinig aandacht voor deze groep - deze verkiezingen niet, en de jaren daarvoor ook niet. En wat hebben we van al die ‘gesprekken’ geleerd?

Maandag woonde ik in Boxmeer de eeuwenoude Metworstrennen bij. Dat is een paardenrace voor ongetrouwde jongemannen uit het dorp, gehouden op carnavalsmaandag. De winnaar ontvangt een zeven ellen lange metworst, een brood, twee vaten bier en een halve varkenskop.

Ik logeerde bij een vriend die hier was opgegroeid en er alles van wist. Wat me trof was een stukje in DeBoK, het lokale sufferdje dat bij hem op tafel lag. Dat weekblad publiceert een serie interviews met bewoners van het lokale asielzoekerscentrum, ‘tevens ingezetenen van de gemeente Boxmeer.’

Deze aflevering kwam een 37-jarige man aan het woord, die met zijn vrouw en zoontje uit Iran was gevlucht. Hij vertelde hoe hij naar Nederland was gekomen, per vrachtwagencontainer: ‘We waren met z’n drieën en de enigen in de container. Na 40 uur begonnen we het erg benauwd te krijgen. We kregen minder zuurstof binnen en begonnen uit wanhoop op de wand te slaan. We waren doodsbang.’

Een asielzoeker die zijn verhaal mag doen, zonder al te veel argwaan - zulke interviews lijken in de landelijke media voorbehouden aan een ander type ingezetenen. Ik had dat weekend net verschillende interviews geconsumeerd met Nederlandse ingezetenen die helemaal mochten leeglopen, maar dan bijvoorbeeld over hoe erg ‘de buitenlanders’ wel niet waren.

In de auto op Radio 1 hoorde ik een over een flat in Nieuw-Vennep waar de meeste mensen op Geert Wilders willen stemmen. Ik viel midden in een gesprek met een man die in de schuldsanering zat omdat-ie als een god in Frankrijk had geleefd.

En in NRC Handelsblad las ik een van hersenhoogleraar Victor Lamme, die het opnam voor de ‘gewone man.’ Hij schreef: we moeten ‘evenveel begrip’ hebben voor vluchtelingen als voor de Nederlandse burgers ‘die alle zekerheden om hen heen zien verdwijnen.’

En toen was er nog de website net gelanceerd door onder andere De Correspondent. Een platform voor iedereen die ‘het vertrouwen in de traditionele politieke partijen voor een belangrijk deel of zelfs helemaal kwijt is.’

En toen knapte er iets. Ik ben die invoelende benadering van PVV-stemmers strontbeu.

Zelden kregen PVV-stemmers zoveel ruimte...

Want het gaat verder dan afgelopen weekend.

De afgelopen maanden verscheen er een stortvloed aan laten-we-naar-ze-luisteren-verhalen van Wilderssympathisanten:

  • Journalist Wierd Duk liet er in het zeventien aan het woord.
  • Collega-journalist Joost Niemöller sprak er 31 voor zijn boek
  • Socioloog Koen Damhuis interviewde er 64 voor zijn boek Wegen naar Wilders. van dat boek: ‘Er wordt vaak óver hen gesproken, maar zelden mét hen.’

Mijn indruk is precies omgekeerd. Zelden werd het luisterend oor zo gul en onvoorwaardelijk verleend aan potentiële PVV’ers als in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.

...en wat hebben we daarvan geleerd?

Na de moord op Pim Fortuyn gingen veel kranten en het NOS Journaal hun bubbel uit, al heette dat toen Destijds was dat een bitter noodzakelijke inhaalslag; vijftien jaar later lijkt het vooral een kwestie van boetedoening over de eigen bubbel.

Als het nu bij snappen was gebleven. Wie wil dat Nederland ‘weer van ons’ wordt, zoals de PVV, kan al jaren bij andere partijen terecht. Denk aan Diederik Samsom, die zes jaar geleden beweerde dat Marokkaanse jongeren op straatoverlast hebben.

En de PVV mocht zelfs een beetje meeregeren: zes jaar geleden was ‘gedoogregering’ het

Ik vraag me dan af: wat hebben we precies opgestoken van al dat snappen?

Het is goed als mensen uit hun bubbel stappen. Probleem is alleen dat ze vaak in een andere bubbel terechtkomen. Eén op de zeven stemmers koos bij de vorige verkiezingen voor de PVV. Het zou straks weer hoger kunnen uitpakken, maar dan nog hoort een gigantisch deel níet bij die bubbel.

De minderheid van PVV-sympathisanten krijgt ook steeds het privilege anoniem te mogen praten. Dat is in de journalistiek alleen weggelegd voor mensen die dingen zeggen die hun baan of leven in gevaar kunnen brengen. Bij PVV’ers gebeurt het al als ze slaapverwekkende dingen zeggen die je ook op Facebook kunt lezen, met naam en toenaam.

Het lijkt wel therapie, dat snappen. De journalist krijgt vergeving voor de zonde dat-ie in een bubbel zit, de PVV-stemmer heeft eindelijk een echt iemand om te trollen in plaats van dat zwijgende tijdlijntje.

Natuurlijk, ik snap de interesse...

Er kleeft een stigma aan PVV-stemmers, zeker. Er zijn voorbeelden van PVV-politici die stenen door de ruit kregen vanwege een PVV-poster - zoals er zoveel politici zijn.

Ik denk daarnaast ook dat veel geïnterviewden zich schamen voor hun stem. Dat velen haarfijn aanvoelen dat er iets niet klopt aan hun politiek leider.

Want dat valt op aan de drie interviews die Joris Luyendijk tot nu toe publiceerde voor het initiatief Kunnen We Praten?: de kritiek van PVV’ers op de man op wie ze willen stemmen:

Het lijkt wel alsof ze het oneens zijn met Wilders’ A4’tje.

De vraag is dan: als het niet zijn felle anti-islamstandpunt is, zou er een onbehagen zijn dat de media tot nu toe volledig is ontgaan? Sinds de Brexit en vooral sinds de verkiezing van Donald Trump zijn ze in ieder geval doodsbenauwd die vermeende sluimerende volkswil te missen.

...maar Nederland is Amerika niet

Maar Nederland is een heel ander land dan Amerika en Groot-Brittannië. Veel rijker en veel gelijker.

Ik heb twee jaar in de staat Missouri gewoond, waar een ruime meerderheid op Trump stemde. En dat begin je te snappen als je alleen al een rondje door de staat rijdt: Amerika is daar great meer.

In mijn stad woonde één derde van de inwoners onder de armoedegrens. Ik hoorde er vrijwel wekelijks schoten in mijn wijk. Over onbehagen gesproken.

Maar in Nederland? Daar gaat het verrekte goed, zelfs met de mensen met wie het slecht gaat.

Dat maakt de haat van PVV-stemmers die nu alle ruimte krijgen excuuslozer. Want ze wordt niet per se gevoed door extreme armoe. En ook niet door enorme inkomenskloven als in Amerika.

Want: je geeft de een niet de schuld van wat de ander heeft gedaan

In Nederland is misschien nog geen massale armoede, hoor je dan, maar er bestaan zorgen dat de kloof veel groter wordt, dat het in de toekomst minder zal worden, dat onze kinderen het financieel slechter krijgen.

Dat vooruitzicht klopt denk ik. Maar zelfs daadwerkelijke armoede is geen excuus om mensen met een andere huidskleur weg te sturen.

Begin vorig jaar maakte ik een verhaal over een steenkoolstadje waar de ruime meerderheid op Donald Trump stemde. Wat ik wel begrijpelijk vond, gezien

Maar wat schetst mijn verbazing toen ik vorige week las dat dit stadje in opstand komt nu de eigenaar van het Mexicaanse restaurant gedeporteerd wordt. Hebben ze gestemd op de man die precies dát als speerpunt van zijn campagne had, zijn ze boos als dat

Natuurlijk zijn er ook in Nederland genoeg dingen om pissig van te worden. En zijn er ook daadwerkelijk problemen met ‘de islam’ of ‘de buitenlanders.’ Je hoeft maar een rondje te lopen in Transvaal en je merkt dat de integratie niet jofel gaat. En ja, de voormalige knuffelpartijen hebben daar veel te traag op gereageerd.

En ja, ik was ook nogal ontstemd toen ik hoorde dat mijn vader, die op zijn vijftiende is begonnen met werken, nog moet doorwerken tot na zijn pensioengerechtigde leeftijd. Omdat pensioenfondsen verdampt zijn, door een crisis waar de daders hartelijk voor werden beloond.

Maar dat komt niet door ‘de moslims’ of ‘de buitenlanders.’ De wereld is ingewikkeld, maar er is een simpele vuistregel: je geeft de een niet de schuld van wat de ander heeft gedaan.

En: het verhaal is al 25 jaar hetzelfde

Dat snappen van PVV-stemmers is ook beledigend voor de mensen die in vergelijkbare omstandigheden níet ‘de buitenlanders’ de schuld geven.

‘Maar jij weet niet hoe het is,’ hoor je dan vaak. Ik ben opgegroeid in Rotterdam, in een wijk waar inmiddels de meerderheid PVV stemt. Ook in mijn jeugd had je al Turkse immigranten. Ook toen waren er al problemen. Die te weinig werden gezien.

Maar tig jaar verder zijn velen nog steeds niet verder dan luisteren naar de mensen die menen dat ze allemaal kunnen oppleuren.

Het is ouwe koek. Het nieuwe is dat de media nu een megafoon geven aan de kankerende klasse. Als de onbekende burger Annemiek Ottenhoff uit Breda maakt waarin ze scheldt op Marokkanen, zit ze vervolgens bij PowNews, 538, Telegraaf TV en

Dus, neem een voorbeeld aan Boxmeer

Daar zijn de PVV-stemmers zelf ook helemaal niet bij gebaat. Juist door dat eenzijdige luisteren en snappen mis je de grotere verhalen.

Want het probleem komt inderdaad uit het buitenland. Ik bedoel dan de wereld, de grote wereldwijde ontwikkelingen op het gebied van automatisering, de machtsverschuivingen, de neoliberalisering.

Een eerlijk politicus zou moeten zeggen dat het in het Westen niet beter zal worden. Dat de ‘zekerheden’ waar we recht op menen te hebben door die unieke paar decennia na de oorlog, toen het hier van een leien dakje ging - dat die niet voor eeuwig zijn.

We zullen ons eigen feestje moeten bouwen. Met minder geld dan kort geleden, maar nog steeds veel meer dan een halve eeuw terug.

Maar ik was dus bij een volksfeest in Boxmeer. Ik had een stuk in gedachten over het belang van lokale tradities. Die geven binding en identiteit.

En als identiteit het probleem is, kun je anderen de schuld geven. Of je organiseert een feest dat de boel samenbrengt. En dat doen ze hier al tijden. Het hele jaar was er door vrijwilligers gewerkt aan een evenement dat het dorp samenbindt. Op dit feest kwamen duizenden inwoners af.

Ik kan er geen kwaad woord over opschrijven. Het was carnaval, ik ontmoette louter vrolijke mensen, een verhaal van niks. Maar het is het verhaal, gok ik, van de meerderheid van de Nederlanders.

Lees ook: