‘Ik heb niks met Geert Wilders. Maar het is een partij waar ik mijn ei kwijt kan’

Joris Luyendijk
Schrijver en antropoloog

Het is alsof we het verleerd zijn: zonder ruzie een gesprek voeren over onze politieke verschillen. Daarom sprak ik een ondernemer, van midden veertig uit Noord-Brabant. Hij wil PVV stemmen op 15 maart.

‘Ik ben een ondernemer en was altijd een VVD-jongen. Na de laatste verkiezingen is dat opeens gedraaid. Het moment was de formatie. Opeens was onze vriend Mark Rutte er in twee dagen uit. Had-ie alles wat-ie had beloofd weggegeven.’

‘Waar stem ik dan voor? Je ziet dit iedere keer. Ze staan niet achter wat ze beloven. Nee, ik weet niet meer precies welke beloftes de VVD bij de formatie met de PvdA heeft weggegeven, dat is alweer vier jaar geleden. Maar het was allemaal wel heel snel beklonken.’

‘De PVV staat wel voor haar standpunten. Kamerleden durven tegen dingen aan te schoppen. En ze zeggen veel dingen waar ik me in kan vinden. Ik heb niks met Geert Wilders, nogal makkelijk wat-ie allemaal roept, maar het is een partij waar ik mijn ei kwijt kan.’

De EU heeft geen meerwaarde

‘Waar ik me vooral in kan vinden, is de twijfel over de EU. Is dat nou een meerwaarde, om al die landen erbij te houden?’

‘In mijn bedrijf heb ik net acht jongens de straat op geschopt. Een Nederlander moet ik zeventien euro per uur betalen, een Pools bedrijf betaalt hier vijf. Tsja, ik ben geen sociale instelling.’

‘Die jongens snapten er natuurlijk niks van. Het is drukker dan ooit en toch moeten ze weg. Gelukkig hebben ze allemaal snel nieuw werk gevonden. In de bouw trekt het heel erg aan, niemand heeft langer dan twee weken thuisgezeten.’

‘Maar morgen kan hier een Pools bedrijf beginnen. Die mogen verlonen volgens de CAO in Polen. Ik vraag me af of dit ons op de langere termijn ten goede komt. Een Bulgaars schilderbedrijf komt hier en doet ’t voor een fractie van wat wij mensen moeten betalen. Hartstikke leuk voor iedereen, maar we snijden onszelf ermee in de vingers.’

We halen een land bij de EU en subsidiëren dan het overplaatsen van productie naar die landen

‘Ik kan het weten. Ik heb een aantal bedrijven opgezet in Oost-Europa, en steeds werd 50 procent door de EU gesubsidieerd. Dan kreeg je drie jaar lang iemand langs die alles kwam controleren, daarna mocht je met dat geld doen wat je wilde. Dat snap ik dus niet. We halen een land bij de EU en subsidiëren dan het overplaatsen van productie naar die landen.’

‘Dit geldt ook voor de overheid. Iedere opdracht van meer dan 100.000 euro - en daar zit je zo aan - moet Europees worden aanbesteed. Ieder fietspaadje. Dan kan dus iedereen meebieden. Ik snap die logica niet. We spreken in Nederland een minimumloon af, en we spreken ook af dat bedrijven uit landen met een veel lager minimumloon in Nederland met ons mogen concurreren.’

‘Inderdaad heeft minister Lodewijk Asscher nu aangekondigd dat-ie iets wil doen aan die oneerlijke concurrentie. Ja, dat is mooi, zo’n belofte net voor de verkiezingen. Maar willen ze dat echt? Als het eenmaal zo is afgesproken in de EU krijg je dat niet meer veranderd. Dan zou je in heel Europa Asschers moeten hebben. Maar de Poolse en de Bulgaarse minister gaat hier in Brussel echt niet mee akkoord.’

Er zijn geen andere partijen om op te stemmen

‘In de zakelijke sfeer ben ik heel erg voorzichtig om te zeggen dat ik het met veel dingen eens ben die de PVV stelt. Ik kan daarop afgerekend worden. Dan word ik meteen gezien als een racist. Dat wil ik niet zijn. Ik schaam me dan, alsof ik een hekel zou hebben aan alles wat zwart is.’

‘Onze Geert is zo radicaal. Dat is echt heel erg jammer. Hij staat er zo vierkant in. Pim Fortuyn bracht het allemaal net even op een andere manier. Als Geert dat ook deed, was hij honderd keer gevaarlijker voor de bestaande partijen.’

‘Maar waar kan ik anders op stemmen? De SP deelt misschien mijn ideeën over de EU, maar ik ben een ondernemer. Ik denk niet dat je alles moet nivelleren. Mensen moeten zich kunnen onderscheiden.’

‘Weet je, vroeger stemde je als ondernemer CDA of VVD, het kwam toch wel in het midden uit. Ik heb me daar nooit zorgen over gemaakt. Het kwam wel goed. Mensen staan nu zo lijnrecht tegenover elkaar, en zo ver van elkaar af. Vroeger kon de meest linkse partij met de meest rechtse partij. Nu is het rechtsaf of linksaf.’

‘Een oplossing? Dat blijft een van mijn angsten: ik zie gewoon geen oplossing. De ene zegt ‘Europa uit,’ de ander ‘Europa in.’ Er is geen tussenweg. Ik zie wel veel in een Noordelijke Alliantie, Nederland met Duitsland en België en de Scandinavische landen. Dat we op die manier een andere vuist kunnen maken. Maar wat ik tot zover zie, is chaos.’

En er zijn geen redenen voor hoop

‘Mijn kinderen gaan het niet beter krijgen, nee. Ik ben van de eerste generatie die zonder oorlog is opgegroeid. Ik heb me altijd heel veilig gewaand. Maar ik moet nog zien of dat zo blijft. Zijn er straks nog wel banen? Er gaat een veel groter verschil tussen arm en rijk ontstaan. Nivelleren dan maar? Ook een lastige klus.’

Ze blijven achter, voelen zich achtergesteld - ik snap echt waarom ze dat voelen. Maar integreer dan gewoon!

‘Ik houd me niet bezig met wat mensen moeten geloven. Maar integratie, ja dat is gewoon volledig mislukt. Integreren is samen opgaan in de maatschappij. Maar dan zie ik Marokkanen en Turken die een vrouw in hun eigen land gaan halen. Dan blijf je je afscheiden.’

‘Ze blijven achter, voelen zich achtergesteld - ik snap echt waarom ze dat voelen. Maar integreer dan gewoon! Wat is er mis met een Nederlander als man? ‘Nee, ik wil een moslim.’ Ja, dan komen we nooit bij elkaar.’

‘En hun kinderen, die groeien op met het idee dat ze worden gediscrimineerd. Als je dat eenmaal gelooft, is dat bijna niet meer uit iemand te krijgen. Hun pijn zie ik echt wel. Wij doen met integratie een hoop dingen niet goed. Maar zij doen ook een hoop dingen niet goed.’

‘Sorry, je vraagt naar redenen voor hoop, maar ik zie het gewoon vrij zwart. Het is al veel eerder fout gegaan en nu is alles enorm verhard. Hoe komt het dat we zo ver uit elkaar staan? We leven in een fantastisch land. Je hoort vaak genoeg over immigranten: ‘Als het je niet bevalt, dan ga je toch lekker terug?’ Maar niemand gaat terug. Tuurlijk niet.’

‘We moeten niet te pessimistisch zijn. Ook voor onze kinderen. Het gaat in ieder geval anders worden, dat weet ik zeker.’

Om privacyredenen wil de geïnterviewde niet met zijn naam in de media komen. Die is bekend bij de redactie.

Reageren? Dat kan onder deze column:

Meer weten?