Wat mij opviel aan de vierde stemmer die ik interviewde
Het blijkt niet altijd even makkelijk om hier echte interactie te organiseren tussen lezers en de geïnterviewde. Mensen hebben het opeens onverwacht heel druk, terwijl zo’n wc-rol vol vragen, hartekreten en soms harde kritiek ook behoorlijk intimiderend werkt.
Scroll anders een keer door de reacties op een eerder interview en vraag je af: hoe zou het voelen als dit over mij ging?
Ik hoop echt dat de interactie ditmaal lukt, want de geïnterviewde van vandaag heeft een geweldig gevoel voor humor, is niet op zijn mondje gevallen en maakt geen geheim van zijn verwarring.
hoe zou het voelen als dit over mij ging?
Ik kan het onmogelijk bewijzen, maar mijn indruk is dat verwarring een belangrijk ingrediënt is van de giftige cocktail die we tegenwoordig aanduiden als verharding.
Een typerend citaat: ‘Weet je, ik ben een boer. Ik heb geen idee wat zo’n woord als ‘populisme’ betekent, of ‘socialisme.’ Je vraagt of ik me thuis zou voelen bij de SP. Weet ik veel! Ik heb een uitgesproken mening, maar ik heb geen verstand van dure woorden.’
Volgens de klassieke wetten van de journalistiek moet je op zo’n moment doorvragen. Dan leg je de inconsistenties (duur woord) bloot en kom je tot de kern. Maar wat als de kern juist die verwarring is?