Ga hier met Tamara in gesprek over haar PVV-stem

Joris Luyendijk
Schrijver en antropoloog

Omdat Tamara Wulffelé het geen probleem vindt onder haar eigen naam hier het gesprek te zoeken, pakken we het even anders aan. Geen apart maar deze introductie, als aanloop voor het gesprek waar Tamara minstens zoveel zin in heeft als jullie.

Ik ontmoette Tamara afgelopen zaterdag in de studio van WNL, waar ik met twee andere PVV-stemmers of -sympathisanten te gast was. Tamara bleek verbaal uitzonderlijk sterk en ik dacht meteen: wie weet wil ze wel hier met jullie in gesprek.

Tamara werkte in 2006 en 2007 voor de PVV en wil met jullie in gesprek

Tamara is al jaren actief voor de PVV. In 2006 en 2007 werkte ze voor Geert Wilders en hielp ze onder meer met de campagne en het opzetten van een landelijk vrijwilligersnetwerk. WNL tekende

is, zo mailde ze me, ‘misschien iets te ‘stijlloos’ voor jouw gangbare publiek, maar je krijgt zo wel een beetje de indruk van de inhoud, denk ik. Alles wat ik daar schrijf kan ik staven met feiten en bewijzen. Dát is namelijk het Nederland buiten jouw bubbel.’

Ze zal de oorlog nooit bagatelliseren

Na lezing mailde ik haar dat ik het stuk best hard vond, misschien omdat ik als Midden-Oostencorrespondent ooit ellende als nu in Syrië van erg dichtbij heb gezien. Hierop mailde ze terug:

‘Wat betreft de oorlog: je zult mij die nooit ergens zien of horen bagatelliseren. Het is alleen ons Nederlandse beleid (of gebrek daaraan) wat mij zo tegenstaat. De aanzuigende werking, de grote groepen economische migranten die zich zielig voordoen, terwijl velen rijker zijn dan vele minima in Nederland. En de vele onschuldige kindjes die verdrinken omdat hun ouwelui voor wat financieel gewin in gammele bootjes stappen door de aanzuigende werking.’

‘Échte vluchtelingen moeten we helpen, absoluut! Bij voorkeur door hier de grenzen dicht te gooien, zodat we het kaf (economische migranten) van het koren (de echte vluchtelingen) kunnen scheiden en laatstgenoemde groep in de regio op kunnen vangen, ondersteunen bij het terugkrijgen van hun land en het weer opbouwen van de rest.’

Ik ben geen monster, ik ben niet tegen mensen

In de studio bij WNL legde ze uit wat ze hiermee bedoelde. ‘Ik ben geen monster, ik ben niet tegen mensen. Ik hou van mensen. Ik wil ze alleen niet allemaal hier en zeker niet ten koste van alles. Maar ik kan dat wel netjes aan jouw publiek uitleggen, hoor. Of ze het willen horen is een tweede.’

Daar gaan we vandaag achterkomen! Het idee achter deze serie gesprekken is dat je van tevoren al iets weet over de levenssituatie van de geïnterviewde, zodat we voorbij de clichés komen. Alles komt samen in deze ene zin, die ze mailde toen ik vroeg wanneer ik haar kon bellen: ‘Als ik met iemand mee kan rijden (je bent een bijstandssloeber of niet), dan ga ik misschien woensdagmiddag mee met Geert en de zijnen flyeren in Breda, maar dat weet ik dus nog niet.’

Alleenstaande moeder, een verwaarloosd huis

Tamara stond acht jaar ingeschreven voor een sociale huurwoning, als alleenstaande moeder. ‘Na lang wachten kon ik eindelijk terecht in Hooglanderveen; het bleek een verwaarloosde woning. Niemand wilde haar hebben vanwege de staat waarin zij verkeerde en daarom was ik eerder aan de beurt dan op basis van mijn inschrijfduur. Ik had geen keuze, ik moest de woning wel nemen. Er moest nog ongelooflijk veel gebeuren.’

‘Met pijn en moeite kreeg ik 3.000 euro geleend bij de gemeente om m’n huis op te knappen en bewoonbaar te maken, dat is natuurlijk in deze tijd helemaal niet zoveel. Als je dan een paar maanden later hoort dat asielzoekers gewoon zomaar 10.000 euro per huis cadeau krijgen, dan denk ik: waarom moet ik het laten gebeuren dat wij Nederlanders op de tweede plaats terechtkomen, en dat asielzoekers alles krijgen wat ze willen, meteen en ongelimiteerd?’

Waarom komen wij Nederlanders op de tweede plaats?

‘Nog zo’n voorbeeld: ik heb keihard moeten vechten voor mijn zoontje van acht jaar. Hij heeft sinds kort een vorm van epilepsie, zijn zicht is in korte tijd zwaar achteruit gegaan. De epilepsieaanvallen worden onder meer uitgelokt door vermoeidheid. Alles bij elkaar is hij drie maanden niet naar school geweest, heel zielig.’

‘De dokter was duidelijk: hij had een bril nodig, dan zouden de problemen een stuk verminderen. Maar mijn zorgverzekering vergoedt dit niet en door mijn bijstandsuitkering kan ik onmogelijk een bril van 180 euro betalen. Als ik dan zie dat de eerste de beste asielzoeker met gehoorschade binnen de eerste tien dagen crisisopvang al een duur gehoorapparaat van honderden euro’s aangemeten krijgt - dat is oneerlijk.’

Meer weten?