De robots komen eraan
Het zou weleens het boek van het jaar kunnen worden: The Second Machine Age van Erik Brynjolfsson and Andrew McAfee. De economen van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) baarden een paar jaar geleden al opzien met het e-book The Race Against The Machine, waarin ze betoogden dat steeds meer werknemers het zullen afleggen tegen computers. Nu roepen de twee professors echt de revolutie uit: de robots komen eraan. Ze brengen duizelingwekkende welvaart, maar zouden je ook zomaar je baan kunnen kosten. Zelfs als je hoogopgeleid bent.
Een hele reeks prominente denkers is opgetrommeld om het boek aan te prijzen. Michael Spence, Nobelprijswinnaar in de Economie, spreekt van ‘een geweldig boek,’ The Observer denkt dat het de Zeitgeist van 2014 zal bepalen en zelfs Thomas Friedman, de columnist van The New York Times die meestal verwoordt wat we tien jaar geleden al wisten, gelooft nu dat er iets ‘heel, heel groots staat te gebeuren.’
Het boek verschijnt eind deze maand. Wij moeten het nog doen met het eerste hoofdstuk, dat een samenvatting blijkt te zijn van het boek van de antropoloog Ian Morris: Why The West Rules – For Now. Eerste vraag: wat is het belangrijkste dat er ooit is gebeurd? Er zijn een paar kandidaten: de uitvinding van de landbouw bijvoorbeeld, of van het schrift. Wat dacht je van de geboorte van Boeddha, Jezus of Mohammed, of het boottochtje dat Columbus in 1492 maakte?
Allemaal leuk en aardig, zeggen Brynjolfsson en McAfee, maar laten we het in cijfers vatten. Morris heeft daarvoor een ‘Index van Menselijke Ontwikkeling’ bedacht, die bestaat uit zaken als de hoeveelheid energie die we consumeren, de grootte van onze steden en de snelheid van onze communicatie. Dan blijkt: gedurende 99 procent van de wereldgeschiedenis gebeurde er...
Zo goed als niets.
Vooruitgang bestond vrijwel niet. Het leven verliep volgens de cyclus van de seizoenen. Wereldrijken kwamen op en gingen ten onder. De overgrote meerderheid van de wereldbevolking moest zwoegen op het land om te overleven, en de rest zorgde ervoor dat dit zo bleef. Pas rond 1750 nam de geschiedenis een radicale afslag. De lijn van de menselijke ontwikkeling begon zich ineens te krommen, met een hoek van bijna 90 graden. De stoommachine was uitgevonden.
Of althans, de Engelse knutselaar James Watt had tussen 1765 en 1776 de bestaande stoommachine drie keer zo efficiënt gemaakt. En deze revolutie zette zich door. In 1800 haalden de Engelsen drie keer zoveel energie uit waterkracht als uit stoomkracht; zeventig jaar later genereerden Engelse stoommachines de spierkracht van 40 miljoen volwassen mannen. Brynjolfsson en McAfee spreken van het Eerste Tijdperk der Machines. Spierkracht werd op grote schaal vervangen door machinekracht.
En nu, anno 2014, begint volgens de onderzoekers van MIT het Tweede Tijdperk. Niet onze spierkracht, maar onze denkkracht wordt dit keer vervangen. Dat heeft - toegegeven - even geduurd. Het tijdschrift Time riep al in 1982 de computer uit tot ‘machine van het jaar.’ Maar net als de stoommachine had de computer tijd nodig om echt op stoom te komen. In de afgelopen jaren zijn er een paar bijzondere dingen gebeurd: robotauto’s gingen de weg op, pakhuizen werden volledig geautomatiseerd en algoritmes maakten niet alleen gehakt van schaakgrootmeesters maar ook van de beste deelnemers aan de Amerikaanse kennisquiz Jeopardy.
Belangrijker nog: terwijl de winsten en productiviteit stegen, bleven de lonen en werkgelegenheid achter. Volgens Brynjolfsson en McAfee zijn dit de voortekenen van een nieuwe, nog steilere kromming van de grafiek der Menselijke Ontwikkeling. Onderzoekers van de Universiteit van Oxford schatten dat maar liefst 47 procent van alle banen een groot risico loopt om te worden ingepikt door machines. Binnen twintig jaar.
De grote vraag: is dit goed nieuws?
De stoommachine zorgde in eerste instantie vooral voor ellende: ongelijkheid, luchtvervuiling en kinderarbeid. Aan het begin van de negentiende eeuw werden de Engelse fabrieksarbeiders kleiner en kleiner – een sterke indicator van een nog ellendiger leven. Brynjolfsson en McAfee maken dan ook onderscheid tussen de bounty (beloning) en de spread (verdeling) van de computerrevolutie. Met die bounty zit het wel goed: technologie is de belangrijkste motor van materiële vooruitgang. Maar met de spread? Het World Economic Forum noemde de groeiende ongelijkheid vorige week nog het grootste gevaar voor de wereldeconomie.
Toch geloven Brynjolfsson en McAfee niet dat de technologie alles bepaalt. Ze vertellen niet welke toekomst we zullen krijgen, maar stellen belangrijke vragen over welke toekomst we willen. Als het Tweede Tijdperk der Machines iets nodig heeft dan zijn het mensen die de politieke consequenties van deze revolutie doordenken. De tijd is aangebroken voor ‘radicale, out-of the-box ideeën.’ Eén daarvan, zo schrijven de hoogleraren, is het plan dat president Nixon veertig jaar geleden bijna door de Amerikaanse Senaat kreeg.
Het basisinkomen.