Mag ik toch nog even, over die peilingen?
‘Hoe konden de peilingen er zo naast zitten?’ Dat is een vraag die we vandaag gelukkig niet horen. De peilers lijken het prima te hebben gedaan. Maar wat zou het nieuws geweest zijn als niet de VVD, maar de PVV uitgelopen was?
Nooit lagen ze zo onder het vergrootglas als nu. Zouden de peilingen er in Nederland ook zo naast gaan zitten als in het buitenland? Wordt de PVV toch de grootste? Rijst DENK de pan uit? Wint de PvdA op links?
En het antwoord is: nee. Nee, nee, nee. Ze zaten er niet naast. Afgezien van een paar partijen - VVD, GroenLinks en PvdA - zaten de laatste peilingen dicht bij de uitslag.
Je hoort er vandaag dan ook maar weinig over. Maar wat waren de krantenkoppen geweest als niet de VVD, maar de PVV op het laatste moment was uitgelopen?
Afwijkingen voor VVD, GroenLinks en PvdA
Eerst even een duik in de cijfers. Vooropgesteld: een peiling is geen voorspelling. Er kan tussen de laatste peiling en de uitslag nog heel wat gebeuren. Zwevers zweven ineens één kant op, mensen besluiten toch te gaan stemmen, en anderen bedenken op het laatste moment dat ze thuis blijven. Er kan dus altijd iets onverwachts gebeuren, en dat is niet per se een fout van de zetelpeilers.
Dit jaar zien we drie verrassingen. Als we de foutmarges van de Peilingwijzer erbij nemen, zien we dat VVD, GroenLinks en PvdA daarbuiten liggen. Met andere woorden: hun resultaten waren anders dan je - statistisch gezien - zou verwachten. De twee linkse partijen vielen lager uit, de VVD juist hoger.
Dat zou je kunnen verklaren door te kijken naar de trends. Door te zeggen dat de VVD al aan het stijgen was, en de PvdA juist aan het dalen. (Al gaat die vlieger voor GroenLinks niet op.) En zo kun je nog wel wat verklaringen bedenken.
Maar het kan ook aan de methodes van de zetelpeilers liggen. Dat GroenLinksers bijvoorbeeld oververtegenwoordigd zijn. Of dat de vraagstelling bepaalde antwoorden uitlokte.
De verklaring weten we pas als we iets anders weten: het stemgedrag van de mensen die aan de peilingen hebben meegedaan. Dit wordt ook wel een ‘napeiling’ genoemd. Lijkt die erg op de uitslag? Dan is er waarschijnlijk op de laatste dag nog van alles gebeurd. Lijkt die er niet op? Dan moet een zetelpeiler zijn methode weer eens onder de loep nemen.
Het jammere is dat we die napeiling waarschijnlijk niet te zien krijgen. Niemand van de zetelpeilers kon me voor de verkiezingen garanderen dat ze de cijfers publiceren, behalve het LISS-panel.
En de individuele peilers?
De Peilingwijzer neemt alle peilingen samen. Wat als je kijkt naar de afzonderlijke peilers? Dan zie je dat de laatste Politieke Barometer van Ipsos het dichtst bij de uitslag zat - 16 zetels waren anders ingeschat.
Het LISS-panel en EenVandaag zaten met 30 zetels het verst van de uitslag. Voor de VVD was dit het extreemst: LISS zat 8 zetels te laag, EenVandaag 9.
Tom Louwerse, de man achter de Peilingwijzer, benadrukt: ‘Bij LISS en Eenvandaag moet men aantekenen dat dit beide peilingen waren die niet (exclusief) tijdens de laatste twee campagnedagen werden gehouden.’ Die peilingen namen lastminuteverschuivingen dus minder mee.
Of dat de doorslag gaf? Dat weten we, wederom, niet totdat de napeiling wordt gepubliceerd. En gelukkig heeft LISS dus beloofd dat te gaan doen.
Geen nieuws is goed nieuws
‘Hoe konden de peilingen er zó naast zitten?’ was een vraag die over redacties galmde na de overwinning van Trump en het ‘ja’ voor de Brexit. Al zaten de peilingen er niet eens zó naast, toch werden de peilingen en masse aangevallen.
Vandaag, de dag na de verkiezingen, hoor je nauwelijks iets over peilingen. En dat is goed nieuws. Maar toch: de VVD was een flinke uitschieter. Stel je eens voor dat niet de VVD, maar de PVV veel hoger was uitgevallen. Wat waren dan de krantenkoppen geweest? ‘Peilingen zagen Wilders over het hoofd’? ‘Peilingen slaan weer de plank mis’?
Hoe dan ook, de peilers lijken het prima te hebben gedaan. Al zullen we dat nooit precies weten zolang die napeiling niet wordt gepubliceerd.