Overal op aarde lekt, schuift en slinkt het ijs. Wat betekent dat voor de mensheid?
Het is niet de eerste keer dat het klimaat verandert, maar wel de eerste keer dat 7,4 miljard mensen de gevolgen ervan zullen merken. In deze voorpublicatie: paleoantropoloog Milford H. Wolpoff en geograaf Laurence C. Smith over de toekomst van de mensheid op een warmere aarde.
Wat vind jij het interessantste recente wetenschapsnieuws? Waarom is dat belangrijk?
Dat vroeg denkersplatform Edge.org in 2016 aan lezers en bijdragers. Edge formuleert elk jaar zo’n vraag en bundelt de beste antwoorden dan in een boek. 193 ‘briljante geesten’ - onder wie Jared Diamond, Steven Pinker en Peter Gabriel - schreven dit jaar over dingen als vooruitgang, leven op Mars, of het fysiek zichtbaar maken van gedachten.
Op De Correspondent publiceren we vijf stukken uit Wetenschappelijke parels, de antwoordenoogst van 2016. Ik deel in dit artikel achtereenvolgens de bijdragen van twee auteurs:
- Paleoantropoloog Milford H. Wolpoff: doet onderzoek naar de mensheid in vroeger tijden en legt uit waarom de zoveelste opwarming van de aarde de mensheid nu wel bedreigt;
- Geograaf Laurence C. Smith: geeft een bondig overzicht van recente wetenschappelijke vondsten over lekkend, slinkend en schuivend ijs.
Waarom deze twee stukken? Omdat ze laten zien dat de klimaatverandering die we nu meemaken anders is dan alle eerdere klimaatveranderingen op aarde. Het klimaat veranderde namelijk nooit eerder zo snel en zo ingrijpend terwijl er 7,4 miljard mensen op aarde rondliepen, mensen die allemaal last kunnen krijgen van hogere temperaturen, een hogere zeespiegel, en extremer weer.
Ik hoop dat onderstaande bijdragen van Wolpoff en Smith helpen bij het formuleren van een eensgezind antwoord op de verandering die komen gaat. Geen overbodige luxe voor ons inwoners van de lage landen.
De diersoort mens heeft met succes twintig of meer afzonderlijke periodes doorstaan waarin sprake was van een opwarmende aarde, zij het in andere omstandigheden dan de onze.
Het is niet zo moeilijk om het belangrijkste nieuwsfeit van 2015 aan te wijzen. De opwarming van de aarde zal nog heel wat jaren een centraal thema blijven, want onze wereld zal in een ongekend tempo opwarmen, zonder dat daar – in elk geval voor zover we het nu kunnen overzien – een einde aan komt.
Paleoantropologie is een vergelijkende wetenschap. Wanneer ik als paleoantropoloog het gros van de voorbije periodes waarin de aarde opwarmde vergelijk met de huidige opwarming, vraag ik me af of (en zo ja, hoe) we die kunnen overleven. En ik betwijfel dat niet alleen vanwege een aspect dat hoe dan ook het nieuws haalt: de temperatuur stijgt sneller dan de mensheid ooit heeft meegemaakt.
Eerder konden complete bevolkingsgroepen hun heil elders zoeken
Gedurende het pleistoceen (min of meer de afgelopen 2 miljoen jaar) zijn er verschillende periodes geweest waarin de aarde significant opwarmde, en die werden steevast gevolgd door periodes waarin hij weer afkoelde en de hoeveelheid ijs toenam.
Tijdens het pleistoceen pasten de mensachtigen zich met succes aan hun veranderende omgeving (waaronder het klimaat) aan en reageerden ze zodanig dat ze profijt hadden van de veranderingen die zich voordeden; de bevolkingsgroepen van de Homo speelden dus in op de uitdagingen, de veranderingen waarmee ze werden geconfronteerd, en pasten zich aan aan de diverse klimatologische en ecologische omstandigheden waarmee ze werden geconfronteerd. Verbeterde communicatie en planning, het verleden uitdragen via verhalen, gedichten en liederen evenals andere blijken van cultureel gedrag deden zich onder alle mensachtigen voor.
Tijdens het pleistoceen pasten de mensachtigen zich met succes aan hun veranderende omgeving en reageerden ze zodanig dat ze profijt hadden van de veranderingen die zich voordeden
Tijdens het hele pleistoceen was de wereldbevolking vrij klein: zo’n 1 tot 2 miljoen in alle periodes, afgezien van de recentste periodes van afkoeling en opwarming. Van hen leefde minstens de helft in Afrika. Zulke kleine aantallen hadden in ecologisch opzicht weinig invloed en er waren gigantische gebieden waar geen mens woonde, dus wanneer de aarde opwarmde, reageerden complete bevolkingsgroepen daarop door gewoon hun heil elders te zoeken.
Dat had belangrijke gevolgen voor de menselijke evolutie; onze bijzondere evolutionaire ontwikkeling – dat unieke menselijke evolutionaire patroon – begon met de geografische spreiding van groepen mensachtigen, een fenomeen dat nooit meer zou stoppen. Veel zoogdiersoorten die net als de mens significant verspreid raakten, belandden in een geografisch isolement, met als gevolg dat er ondersoorten en uiteindelijk afzonderlijke soorten uit voortkwamen.
Bij de mensachtigen bleef de invloed van dergelijke processen beperkt; bevolkingsgroepen kwamen toch weer met elkaar in contact, wat zogeheten genetische drift tot gevolg had. Die contacten deden zich voor doordat bevolkingsgroepen zich verplaatsten of groeiden en elkaar zo ontmoetten.
Het unieke evolutionaire patroon van de mens kreeg de vorm van genen en gedragspatronen die zich via selectie steeds aanpasten en onder de verschillende groepen mensachtigen verspreidden. Genetische veranderingen die voor de aanpassing van de complete mensheid van belang waren vonden probleemloos hun weg, hoe uiteenlopend sommige bevolkingsgroepen ook waren, want ze bleven mogelijk dankzij de onderlinge contacten en werden bevorderd door natuurlijke selectie.
Waarom ik betwijfel of de mensheid zich zal kunnen aanpassen
Maar dit langdurige patroon raakte verstoord toen de mensen grip kregen op hun voedingsbronnen en de bevolkingscijfers versneld toenamen, met de huidige aantallen tot gevolg.
Deze ontwikkeling is recent, en wel zo recent dat de snel toenemende wereldbevolking nog niet met significante klimaatverandering is geconfronteerd. Uit de krantenkoppen van tegenwoordig blijkt duidelijk dat ons een opwarming van de aarde te wachten staat.
Het is nog maar de vraag of de succesvolle aanpassingen uit het verleden garantie bieden voor onze reacties op de toekomstige veranderingen. De wereld is nu heel anders. Aanpassingsstrategieën die ooit succesvol uitpakten voor de mens zijn wellicht niet meer zo succesvol of zelfs onmogelijk als gevolg van die aanzienlijk grotere wereldbevolking en de snelle klimaatverandering die ons te wachten staat.
Feit is dat het heden niet simpelweg een voortzetting van het verleden is. De omstandigheden zijn volslagen anders en de strategieën die tijdens het hele pleistoceen bijdroegen aan een succesvol evenwicht tussen groepen mensachtigen binnen de menselijke soort en aan succesvolle aanpassingen binnen alle bevolkingsgroepen, kunnen vandaag de dag leiden tot concurrentie tussen groepen mensen, en wel zodanig dat het bestaan van de overlevenden weleens tamelijk onaangenaam zou kunnen worden.
Natuurlijk zijn dergelijke ontwikkelingen niet onafwendbaar of zonder meer waarschijnlijk, maar de kans dat ze zich voordoen is dusdanig groot dat we er serieus rekening mee moeten houden. We moeten leren van het verleden zonder te proberen het te herhalen.
Bovenstaande tekst is geschreven door Milford H. Wolpoff.
Onlangs konden we in nieuwsbladen als The New York Times, Wall Street Journal, Los Angeles Times en andere prominente media wereldwijd een opmerkelijke hausse waarnemen in de wetenschappelijke berichtgeving over de grote ijskappen op aarde. En wat die bronnen te melden hadden, was geen goed nieuws.
Dankzij nooit eerder vertoonde beelden, metingen in het veld en de nieuwste klimaatmodellen weten we nu dat in het verre Groenland en ook op Antarctica het proces van herdefiniëren van ’s werelds kustlijnen al is begonnen. Meer dan een miljard mensen zullen in de generaties na ons moeten verkassen, en talloze nog onbekende aspecten van onze economieën, ecosystemen en culturele nalatenschappen zullen drastisch veranderen of helemaal verdwijnen.
De vijf opvallendste studies over het ijs op aarde
Vijf studies vragen bijzondere aandacht.
Een ervan toont aan dat de drijvende ijskappen rond Antarctica (die geen direct effect hebben op het zeeniveau, maar wel voorkomen dat er miljarden tonnen gletsjerijs van het vasteland in zee schuiven) aan het slinken zijn, waardoor hun bufferfunctie gevaar loopt.
Een andere studie maakt, met behulp van drones, satellieten en noest veldwerk, duidelijk dat er overal op Groenland blauwe smeltwaterrivieren over het ijsoppervlak stromen.
Een belangrijk NASA-programma met de naam Oceans Melting Glaciers, afgekort OMG, heeft aangetoond dat de opwarmende oceanen – die tot nu toe de warmte afkomstig van de toenemende uitstoot van broeikasgassen grotendeels hebben geabsorbeerd – nu bezig zijn met het van onderaf afsmelten van de grote ijsmassa’s van gletsjers die in zee uitmonden.
Een vierde studie heeft met behulp van historische luchtopnamen uit de afgelopen eeuw in kaart gebracht hoe de afkalving van het ijs rond Groenland zich in een steeds sneller tempo voltrekt.
Een vijfde onderzoek, een langetermijnstudie die geavanceerde computermodellen gebruikt, poneert dat de omvangrijke Antarctica-ijskap de komende millennia volledig zou kunnen verdwijnen als we zouden besluiten om alle nu bekende reserves aan fossiele brandstoffen erdoorheen te jagen.
Steden in de risicozone, van New York tot Rotterdam
Dat laatste scenario is nogal extreem. Maar als we ervoor kiezen om het zo ver te laten komen, zou de zeespiegel nog wel 60 meter extra kunnen stijgen. Stel je voor: voor de Verenigde Staten betekent dat dat de gehele Atlantische kustlijn, Florida en de Gulf Coast in zee zouden verdwijnen en de heuvels van Los Angeles en San Francisco eilandjes zouden worden.
De opwarming van de oceanen heeft tot nu toe niet onderkende gevolgen voor schuivende ijsmassa’s
Zelfs een zeespiegelstijging van 1,5 tot 3 meter zou een ernstige bedreiging vormen voor kustbewoners in grote steden als New York, Newark, Miami en New Orleans in de VS; Mumbai en Calcutta in India; Guangzhou, Guangdong, Shanghai, Shenzhen en Tianjin in China; Tokio, Osaka, Kobe en Nagoya in Japan; Alexandrië in Egypte; Haiphong en Ho Chi Minhstad in Vietnam; Bangkok in Thailand; Dhaka in Bangladesh; Abidjan in Ivoorkust, Lagos in Nigeria, en Amsterdam en Rotterdam in Nederland.
Niet alleen de stijgende zeespiegel vormt een risico, maar ook de grotere kwetsbaarheid voor orkanen (zoals Katrina en Sandy), zeker omdat verzekeringen steeds minder geneigd zijn schade door overstroming in overstromingsgevoelige gebieden te vergoeden.
Deze en soortgelijke studies vertellen ons vier belangrijke dingen:
- IJskappen lekken, wat betekent dat het onwaarschijnlijk lijkt dat het toegenomen volume smeltwater aan het oppervlak als gevolg van klimaatverandering kan worden gecompenseerd door het vasthouden of weer bevriezen van water in de ijsmassa zelf.
- Er is een duidelijk verband tussen het tempo waarin de zeespiegel wereldwijd stijgt (in de laatste twee decennia is de stijging al bijna verdubbeld en die bedraagt nu gemiddeld zo’n 3,2 millimeter per jaar) en het krimpende volume van de ijskappen.
- De opwarming van de oceanen heeft tot nu toe niet onderkende gevolgen voor schuivende ijsmassa’s.
- Het proces van door smeltend ijs veroorzaakte zeespiegelstijging gaat gewoon door, en zelfs in een versneld tempo. Veel glaciologen vrezen inmiddels dat eerdere schattingen voor het eind van deze eeuw (ongeveer 30 centimeter als we nu hard ingrijpen in de uitstoot van broeikasgassen, tot ongeveer een meter als we dat niet doen) te laag zullen blijken.
De stijging van de zeespiegel is een realiteit; we ontkomen er niet aan. Het enige waarover we nog zeggenschap hebben is de uiteindelijke omvang ervan.
Bovenstaande tekst is geschreven door Laurence C. Smith.