De Europese deken die alles in duisternis hult (plus een klein lichtpuntje)
Feestelijk was het wel, om die mooie beelden uit het fotoboek waarbij ik een nawoord mocht schrijven, prominent in de krant te zien staan. Alleen moest ik even slikken bij het lezen van het stuk dat erbij stond.
Daarin betoogde opiniërend hoofdredacteur van De Morgen Bart Eeckhout dat linkse stemmen zich als motten laten lokken naar het licht van vurig flikkerende debatten over identitaire kwesties. Zoals het debat over straatnamen en beelden.
Het was niet dat dergelijke debatten volgens hem zinloos waren. Wel vond hij het spijtig dat intellectuelen niet net zo vurig debatteerden over sociaal-economische kwesties.
Tekenend was in Eeckhouts ogen dat een lek over de plicht het Wilhelmus te zingen op scholen zoveel commotie veroorzaakte, terwijl het eerste woord nog gezegd moet worden over de sociaal-economische keuzes van het kabinet in wording. Die zullen zonder twijfel een veel grotere impact hebben op de toekomst van de Nederlandse jeugd.
Hij had een punt. En al vind ik er nog steeds geen woord van gelogen, ik voelde toch een lichte schaamte over mijn bijdrage aan de opwinding over standbeelden.
De oplossing uit de hoge hoed: Piketty
Maar ergens snapte Eeckhout het ook wel dat lieden als ik zich tot dit soort debatten laten verleiden. Want de EU laat nauwelijks marge voor een alternatief economisch beleid, en dat ‘maakt elk debat over economische of fiscale keuzes enigzins futiel: er is maar zoveel mogelijk als de hoge heren in de Europese Unie toestaan.’
En toen kwam Eeckhout met een oplossing uit de hoge hoed: de voorstellen van de Franse econoom Thomas Piketty in zijn nieuwe pamflet Naar een democratischer Europa. Zijn plannen voor democratisering kunnen de deken die nu het sociaal-economische debat smoort er vanaf trekken.
Intussen las ik het boekje van Piketty ook. Machtig interessant en nogal overtuigend, zijn pleidooi voor een parlement voor de eurozone dat eindelijk democratisch tegenspel moet geven aan die zo machtige maar ongrijpbare eurogroep.
Alleen ben ik er niet zo zeker van dat de ideeën van de spraakmakende Franse intellectueel enige kans hebben te landen in het Europese politieke landschap.
Vooralsnog komen er in ieder geval uit de Europese Commissie weinig initiatieven om de EU te democratiseren.
En dat geldt evengoed voor plannen om de EU socialer, groener en vreedzamer te maken. Daarover schreef ik deze week een column. Het is een reactie op het door Caroline de Gruyter vertolkte en breder levende idee dat we een soort Europese renaissance meemaken.
Dat mag wellicht zo wezen: ook in dit geval richt de energie zich in mijn ogen op de verkeerde zaken.
Lichtpuntje
Voor wie denkt dat ik het allemaal wat somber zie: ik meende deze week toch een lichtpuntje te ontwaren.
Op maandag kwamen in Parijs de regeringsleiders van enkele Europese en Afrikaanse landen samen voor een migratietop. Zeker, ook dit keer lag de focus op het tegenhouden van ‘illegale migranten.’
Maar ditmaal kwam ook de andere kant aan bod: het scheppen van een legale route richting Europa voor vluchtelingen. Die moeten, vindt onder meer de Franse president Macron, de mogelijkheid krijgen asiel aan te vragen in speciaal daartoe opgerichte centra in Afrikaanse landen.
Aangezien Oost-Europese landen zich verzetten tegen dergelijke plannen, wil Macron een ‘coalition of the willing’ vormen van landen die wél bereid zijn kwetsbare vluchtelingen uit Afrika te laten overvliegen.
Lastig om in te schatten of de nieuwe Nederlandse regering zich bij die coalitie wil aansluiten, maar België liet alvast weten dat het mee wil doen. Zo komt een van de oplossingen waar Europarlementariër Kati Piri voor pleitte in een interview dat ik deze zomer met haar had een stapje dichterbij.