Een van de vele redenen om S-Town te luisteren: de klimaatdepressie van de hoofdpersoon
Klimaatontwrichting voedt de depressie van de hoofdpersoon van de indrukwekkende podcast S-Town. Zijn zwartgalligheid is een uitvergroting van een wanhoop die velen onderhuids voelen.
S-Town is een aangrijpende en duizelingwekkende podcast over John B. McLemore, antieke klokkenrestaurateur, genie, inwoner van Woodstock, Alabama, een gehucht dat hij zelf Shittown noemt. Een van de dingen waar hij veel over praat: het opraken van fossiele brandstof en de gevaren van klimaatverandering.
Persoonlijk geloof ik niet in dit ‘piekolie’-scenario van John, want naarmate conventionele brandstoffen schaarser en duurder worden, boren we telkens nieuwe (onconventionele dan wel duurzame) bronnen aan. Ik zie de toekomst ook niet zo duister in als hij.
Toch werd ik erg geraakt door de dingen die John zegt over klimaatontwrichting. Hij kan niet verkroppen dat we het laten gebeuren, beklaagt het gebrek aan verontwaardiging. ‘The amount of outrage versus the amount of shitty things in the world is totally out of whack,’ zegt hij in gesprek met de podcastmaker Brian Reed.
John verdiept zich continu in de ‘shitty things in the world.’ In een van de afleveringen passeert een lijstje dat John op een apocalyptische website was tegengekomen, over het uitsterven van diersoorten en het opraken van vruchtbare landbouwgrond. Het deed me denken aan een recent lijstje van de ‘13 onmogelijke crises’ die de mensheid nu confronteren, opgetekend door de gerenommeerde journalist George Monbiot in The Guardian. ‘I write this not to depress you,’ schreef Monbiot er nog bij, ‘but to concentrate our minds on the scale of the task.’
Toch is het precies dit soort informatie die de depressie van John voedt.
Veel te pessimistisch, maar niet onzinnig
In zijn ‘manifest,’ dat in de vierde aflevering wordt aangehaald (‘Kritische kwesties voor de toekomst’) schrijft John dat we, naarmate betaalbare fossiele brandstoffen opraken, en naarmate klimaatverandering de wereld minder bewoonbaar maakt, geen grote samenkomst (‘a great coming together’) moeten verwachten.
In plaats daarvan voorspelt hij het uiteenvallen van de Verenigde Staten in min of meer autonome regio’s, een nieuw tijdperk van theocratisch feodalisme, meer geweld, strijd om voedsel en water, en een einde aan de rechten van minderheden, omdat burgerrechten nu eenmaal geen zorg zijn voor de ondervoeden.
John vertolkt in rauwe bewoordingen wat veel mensen onderhuids vrezen
Dit is het toekomstvisioen van iemand die te veel teleurstellingen heeft meegemaakt, die zeker weet dat het niet meer beter wordt, en die die zekerheid – zijn depressie – op de wereld projecteert. Het doet denken aan post-apocalyptische romans zoals The Road en Gold Fame Citrus - boeken over werelden waar de beschaving is verdwenen en gekte of barbarij de overhand heeft gekregen. Het toekomstvisioen van John is veel te pessimistisch, zou ik zeggen, maar dat maakt het overdenken ervan nog niet onzinnig.
Want John erkent het feit dat democratische verworvenheden en schijnbaar in beton gebeitelde vooruitgang kunnen verkruimelen. Hij vertolkt in rauwe bewoordingen wat volgens mij veel mensen onderhuids vrezen. Dat maakt zijn persoonlijke worsteling met dit thema maatschappelijk relevant (wat misschien niet van alle onderwerpen in de podcast gezegd kan worden). John laat zien dat niet alleen ijsberen, poolkappen en ecosystemen, maar ook de collectieve psyche gediend is bij doortastende klimaatactie. Het verlangen naar een toekomst is groot en wijdverbreid. Formateurs, lezen jullie mee?
Over het fenomeen klimaatdepressie zijn inmiddels de nodige stukken geschreven. Voor wie geraakt wordt door Johns zwartgalligheid: vergeet niet dat zekerheid over de toekomst prematuur en misplaatst is, omdat uiteindelijk bijna alles nog kan gebeuren en omdat menselijke vindingrijkheid zelfs hopeloze scenario’s kan keren. Zelfs in Shittown, waar een fanatieke restaurateur soms urenlang over een antieke klok gebogen zat om een oplossing te vinden die niemand anders had kunnen verzinnen.