Deze topwetenschapper stelt dat we 130 jaar kunnen worden. Maar hoe dan?

Heiba Targhi Bakkali
Correspondent Oud worden
Illustraties: Ben van Brummelen (voor De Correspondent)

De mens die met gemak 130 jaar oud wordt, met een anti-verouderingspil. Het klinkt als een scenario uit een sciencefiction-film. Maar volgens verouderingsprofessor Andrea Maier is dit in de nabije toekomst te realiseren. Ik vraag me af hoe dat zit en ging met haar in gesprek.

‘Normaal gesproken doe ik vrijwel alles staand,’ bekent verouderingsprofessor (1978) zittend aan een tafel met een glas rode wijn voor zich. ‘Dat klinkt nu misschien raar, maar ik ben op deze mooie avond een beetje te moe om te staan.’

Zitten wordt in haar vakgebied, dat geënt is op het voorkomen van verouderingsmisère, ook wel aangeduid als ‘het nieuwe roken.’ Slecht voor de gezondheid en het verouderingsproces, dus. Een glas wijn op z’n tijd wordt daarentegen wel .

Afgelopen zomer zag ik Maier voor het eerst op tv bij het avondvullende interviewprogramma Een memorabele aflevering waarin ze onder meer de documentaire Liefde, seks, senior liet zien en een man naar de studio liet komen die liedjes speelt door op zijn vingers te fluiten: het uit zwang geraakte kunstfluiten.

In het drie uur durende programma vertelde Maier dat mensen 130 jaar kunnen worden en dat er een anti-verouderingspil op de markt komt, waar zij met haar onderzoek aan wil bijdragen.

Ik bleef achter met de vraag: hoe dan precies? En, eigenlijk ook: zou Maier vanwege haar een zo positief mogelijke toekomstschets maken van de mogelijke uitkomsten van haar onderzoek? Of is ze gewoon iemand die het glas altijd halfvol ziet?

De wetenschapper die een ster werd

Het is vrijdagavond als ik Maier ontmoet in het Amsterdamse Volkshotel, een hotel zo hip dat het doet vermoeden dat de queen bee van de hipsters zich ergens in het pand moet hebben verschanst en hier haar hofhouding uitpoept.

Naast de bar bevindt zich een ouderwetse barbiersstoel en achter glas staat naast het gebak een verzameling ouderwetse camera’s en dan is er nog de hoge, opzettelijk ongepolijste ruimte. Genoegzaam observeert Maier vanuit haar stoel de passerende mensen, veelal vrouwen met een knotje op het hoofd of een te grote bril en bebaarde mannen.

Dat Maier deze avond, aan het einde van haar werkweek, moe is, mag geen wonder heten. ‘Ik was de afgelopen dagen op Europatour.’ Als een soort popster ging ze op tournee langs universitaire congressen door heel Europa. Zo deed ze de universiteiten aan in het Duitse Ulm en het Finse Jyväskylä.

Haar publieke imago nam een vlucht sinds Maier aanschoof bij Zomergasten

Drie banen heeft ze bovendien. Ze is werkzaam bij de Vrije Universiteit in Amsterdam, de universiteit van Melbourne én ze geeft als directeur leiding in the Royal Melbourne Hospital. In Nederland geldt ze als de jongste hoogleraar interne geneeskunde.

Ze pendelt voor werk om de zoveel weken tussen Australië en Nederland. Na het komende weekend vol boekbesprekingen en signeersessies door heel Nederland moet ze maandag weer gewoon in Australië aan het werk. ‘Ik zorg altijd dat ik op maandagochtend aankom en dan ga ik gewoon meteen door naar werk, dat is de beste remedie tegen een jetlag.’

Haar publieke imago nam een vlucht sinds Maier afgelopen zomer aanschoof bij Zomergasten. Onlangs is haar eerste boek Eeuwig houdbaar uitgebracht, dat nu voor de zevende keer naar de drukker gaat. ‘Jullie, de belastingbetalers, betalen mijn onderzoek, ik schreef dit boek om weer iets terug te doen.’

Dit boek is, onder meer, een pleidooi voor dat de geneeskunde moet worden omgevormd naar preventieve geneeskunde. Voorkomen is immers beter dan genezen, heet het. In dat kader staat het boek ook vol tips om een gezonde senior te worden, van ‘blijf uit het ziekenhuis’ tot ‘heb een goed huwelijk.’

Hoe ze dat toch doet, zo’n carrière en al die dingen ernaast? ‘Zelfvertrouwen. Dat woord klinkt tegenwoordig misschien wat negatief, maar zo zie ik dat niet. Dat is hoe ik de stap heb durven zetten om in Melbourne te gaan werken en weer helemaal opnieuw te beginnen. Natuurlijk ben ik ook vaak genoeg op mijn neus gegaan, maar dat hoort erbij.’

Een anti-aging-pil voor iedereen

Volgens Maier kan de mens dus binnen afzienbare tijd op een gezonde manier minstens 130 jaar oud worden.

Opvallend, tot dusver zijn de alleroudste mensen ter wereld hooguit 110 à 120 jaar oud geworden. Volgens Maier is al duidelijk dat we steeds ouder worden. Dus dat de honderddertigers van de toekomst allang zijn geboren, ligt volgens haar in de lijn der verwachtingen.

Om deze verwachtingen een handje te helpen werkt de professor met haar team aan een manier om veroudering tegen te gaan, zoals een anti-aging-pil. Hierdoor moeten we, idealiter, rimpelvrije zestigers en vitale honderdplussers worden.

Maier wil een derde jeugd uit een potje voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar stellen. Als het aan haar ligt blijven we, zoals de modeketen suggereert, Forever 21. ‘Tussen je twintigste en vijfentwintigste ben je op z’n krachtigst, je denkt dan het snelst.’

De pil in kwestie moet het lichaam ontdoen van verouderde cellen, ook wel senescente cellen genaamd. Deze cellen zijn de boosdoener van heel wat ziektes die hand in hand gaan met veroudering, van hartproblemen tot dementie.

Bij muizen is al resultaat. Maar wat zegt dat?

Recentelijk verschenen een paar opvallende berichten over hoe wetenschappers muizen hebben weten te verjongen. Daarmee is een spannende tijd aangebroken voor de verouderingswetenschap.

Rotterdamse wetenschappers hebben bij seniore muizen hun haargroei, fitheid en nierfunctie Onderzoekers van het verjongen van cellen bij oude muizen en tenslotte wetenschappers uit Californië een deel van het brein van muizen op leeftijd.

Op deze onderzoeken borduurt Maier voort, ze wil de stap maken van muis naar mens. Kan dat wel? ‘Laten we de vraag andersom stellen. Waarom zou dat níet kunnen?’

Op een dergelijke retorische vraag heb ik, als niet-wetenschapper, geen antwoord paraat. Ik weet wel dat hier in de wetenschap bij worden gezet.

Ook in het recent gepubliceerde van gastcorrepondent en moleculair bioloog Judith Brouwer over het tegengaan van veroudering wordt in twijfel getrokken dat dit zou kunnen. Haar conclusie is dat het onbekend is wat het muizenonderzoek over mensen zegt.

Maier blijkt daar anders over te denken. Volgens haar ligt dat aan het verschil tussen wetenschappelijke disciplines. ‘Voor veel biologen die alleen met diermodellen werken, is het heel lastig om de vertaalslag te maken naar mensen. Mijn collega’s en ik kunnen die vertaalslag, van muis naar mens, wel maken, omdat we zowel kennis van biologie hebben als van mensengeneeskunde.’

Zelf vindt ze zich eerder conservatief

Wij, mensen, hebben veel meer met dieren gemeen dan we denken, schetst ze. Althans, als het aankomt op ouder worden. ‘Onze veroudering is absoluut niet uniek. Wij delen overigens de meerderheid van onze genen met andere diersoorten.’

Ze legt uit dat de proteïnen waar de muizen in een van de onderzoeken op reageerden, ook gewoon bij mensen aanwezig zijn. ‘De vraag is alleen: hoe krijgen we ze ingeschakeld?’

Wat er moet gebeuren is duidelijk, vertelt ze op een toon alsof ze het heeft over klokkijken. Het gaat volgens Maier om een suikerlaagje op de DNA dat gestript moet worden, alleen is nog niet exact bekend hoe je dat voor elkaar krijgt.

Nu de hamvraag: is het opruimen van verouderingscellen met een medicijn al op mensen getest? ‘Mijn collega in de Verenigde Staten begint binnen drie maanden met onderzoek in de ‘mens-fase,’ een zogeheten supplementatiestudie. Tevens is al twee jaar een gaande met duizenden participanten. Hierbij wordt als anti-agingmedicijn onderzocht.’

Zelf vindt ze dat ze conservatief is in vergelijking met vakgenoten. Dat merkte ze, zegt ze, ook de afgelopen dagen tijdens haar Europatour langs congressen, waar de muizenonderzoeken en de vertaalslag van muis naar mens het gesprek van de dag waren.

‘Er zijn onderzoekers die zeggen dat er binnen drie tot vijf jaar anti-agingmedicijnen beschikbaar zullen zijn voor mensen.’ Maier moest toen wel op de rem trappen, vertelt ze.

‘Je kunt helemaal niet zo snel geld krijgen, medisch-ethische commissies overtuigen, proefpersonen vinden en de data analyseren.’ Wat dan wel realistisch is? ‘Vijf tot tien jaar, als het echt meezit.’

‘Extrapolatie van kennis,’ noemt Maier haar inzichten. Als ik vraag hoe het kan dat ze anders dan sommige andere wetenschappers zo enthousiast is en gelooft in gezonde ouderdom, reageert ze cryptisch. ‘Ik geloof niet, ik weet iets. Geloof hoort niet bij een wetenschapper.’

Verouderen is als slijtage aan je fiets

Terug naar de basics. Wat is oud worden nou eigenlijk precies? Wat gebeurt er in het lijf?

‘Dat is heel eenvoudig,’ begint Maier haar mini-college. Maar eerst wil ze iets recht zetten: ‘oud worden’ kan niet, ‘ouder worden’ wel. De term ‘oud’ verschilt per cultuur en ook per vakgebied, doceert ze.

‘Biologen hebben een andere opvatting van ‘oud’ dan clinici, de opvatting van wat ‘oud’ is verschilt ook van mens tot mens. De enige vraag die je wel kunt stellen is: wat is oudér worden?’ De kern van haar vakgebied, gerontologie, in een notendop.

Ze kijkt naar buiten, naar de tientallen fietsen die dicht op elkaar in het fietsenrek voor het hotel staan gepakt. ‘Waarom ziet de ene fiets er ouder uit dan de ander? Dat ligt aan niets anders dan de materiaalschade.’

De enige vraag die je wel kunt stellen is: wat is oudér worden?

De schade treedt sneller op als de fiets wordt blootgesteld aan omstandigheden waar hij niet voor gemaakt wordt, legt ze uit. ‘Een mountainbike kan beter door de modder rijden dan een Hollandse fiets, de laatste zal op den duur meer schade oplopen.’

Of een fiets wordt onderhouden is ook bepalend voor de mate van slijtage, is haar volgende punt. ‘Als je niet van tijd tot tijd olie op de ketting doet en de banden af en toe oppompt, dan gaat je fiets op een gegeven moment stroever rijden en daardoor verder beschadigen.’

Het derde punt dat Maier maakt: sommige fietsen kunnen minder hebben dan andere omdat de kwaliteit van meet af aan slechter is. ‘Ik heb in mijn studententijd in China gewoond en een Chinese fiets meegenomen naar Duitsland, daar was ik heel trots op,’ vertelt Maier met een brede glimlach.

‘De fiets had veel emotionele waarde, dus reed ik er ook mee in Duitsland. Binnen negen maanden was de fiets op, helemaal verroest door het natte klimaat. In China zou de fiets trouwens ook geen vijftig jaar zijn meegegaan.’

Wat slijt als eerst?

Hoe deze vergelijkingen zich laten vertalen naar het menselijk lichaam laat zich wel raden. Het menselijk lichaam slijt net zoals de fietsen.

Wie pech heeft met de geërfde genen, heeft een lichaam dat sneller slijt. En als je je lijf op een verkeerde manier gebruikt, zorg je zelf dat het sneller slijt. De boosdoeners zijn onder andere: te veel eten, roken, slecht slapen, inactief zijn en te veel UV-straling.

De vergelijking van het lichaam met een voertuig is voor Maier een belangrijk principe. Zo zat ze naast een raceautobouwer in het vliegtuig, die haar inspireerde voor haar huidige onderzoek.

‘Je kunt heel veel leren van de auto-industrie, met name van hoe raceauto’s gemaakt zijn. Alle onderdelen moeten een paar dagen lang optimaal functioneren. Het heeft geen zin om enkele onderdelen zo te maken dat ze honderd jaar meegaan als andere vitale onderdelen korter meegaan.’

Dit is waarom Maier met haar onderzoeksgroep kijkt naar welke onderdelen van het lichaam het snelst verouderen. Hoe dat exact zit weet ze nog niet, dat moet nog uit het lopende onderzoek blijken.

‘We hebben natuurlijk wel globaal een idee. We weten bijvoorbeeld dat de hersencapaciteit sneller afneemt dan de niercapaciteit.’ Dit blijkt uit cijfers, zegt ze. ‘Zo’n 30 procent van de tachtigjarigen heeft dementie, maar niet 30 procent ligt aan de nierdialyse.’

Ouder dan ooit worden, moeten we dat willen?

Moeten we dat wel willen, ouder dan ooit worden? Zelf hoopt Maier op een rooskleurige oude dag.

Ze ziet zichzelf al ‘staand op de veranda, lekker naar de zonsondergang kijkend,’ zegt ze lachend. Dan serieus: ‘Ik heb geen idee hoe het zal zijn. In ieder geval wil ik actief blijven, ik hoop ook dat ik gedeeltelijk kan zeggen dat mijn leven op een positieve manier voltooid is.’

Bij het decennia ouder worden zijn al genoeg kanttekeningen te plaatsen. Om met Maiers criticus, arts Bert Keizer, te dit plan kan ertoe leiden dat de minst aantrekkelijke periode van je leven, de ouderdom, twintig of dertig jaar langer gaat duren.

Worden de risico’s op bepaalde ziektes niet groter naarmate je ouder wordt? ‘Jazeker, daarom is veroudering ook de grootste risicofactor voor ellende. En daarom proberen we ook de veroudering te vertragen, zodat wij tot aan het einde lichamelijk beter leven, zodat je veel dingen nog kunt.’

Met 70 jaar met pensioen is veel te vroeg

Wat als mensen niet tien of twintig jaar, maar in totaal zo’n vijftig jaar met pensioen gaan. Hoe moet dat? ‘Waarom vinden we in Nederland dat je met pensioen moet gaan met 65 jaar? Ik snap er niets van. Ik vind dat ónzin,’ reageert Maier. ‘We vinden het heel normaal om ouder te worden en dan houden we vast aan de pensioenleeftijd. Haal dat toch uit je brein. Wat is er mis met gewoon werken?’

In het Nederland van de toekomst komt Maiers eerder neer op een jaar of zeventig. ‘Whatever, dat is ook veel te vroeg. Wij, artsen, hebben in Australië geen pensioenleeftijd. Je mág met 65 met pensioen, maar dat gebeurt zelden, je blijft gewoon actief.’

En, of ze verwacht zelf ook 130 te worden? ‘Kijk, het gaat mij niet om 130 jaar oud te kunnen worden, het gaat mij erom zonder ziekte te genieten van het leven. Ik kom uit een extreem kort levende familie. Als ik kort leef, dan is dat ook goed.’

Ze voegt hieraan toe dat ze geen moeite heeft met extreme ouderdom. ‘Ik vind dat prima, als ik mij maar lekker blijf voelen, dan is het goed. Duizend worden, ook goed. Als je zin blijft houden in het leven, dan mag het veel langer doorgaan.’

Aanpassing op 01-05-2017: Infocard toegevoegd over ‘een glas wijn op zijn tijd’.

Meer van De Correspondent?