Middenin de drukke Utrechtse volksbuurt Zuilen staat het katholieke klooster Cenakel. Het simpele bakstenen gebouw valt nauwelijks op tussen de omliggende huizen, op de knalroze voordeur na: die verwijst naar de roze habijt van de vijf zusters die er wonen.
Dit zijn de Roze Zusters, De Dienaressen van de Heilige Geest van de Altijddurende Aanbidding. Zelden komen de nonnen buiten: een groot hek in het klooster staat tussen hen en de buitenwereld. Ze brengen hun dagen binnen de muren van het klooster door. Met huishoudelijk werk, muziek, maar vooral met bidden. Bidden voor de buitenwereld, paradoxaal genoeg.
Dat fascineert me. Wat is het effect van fysieke begrenzing op je relatie met de buitenwereld? Via internet kom ik met de Roze Zusters in contact. In een e-mail vraag ik of ik een keer langs mag komen. Al snel krijg ik een berichtje terug van hoofdzuster Maria Confidens en niet veel later bel ik aan bij de roze voordeur.
Ik word naar een klein kantoortje geleid met daarin een tafel met een roze kleed en een vaas met nepbloemen. De muren zijn versierd met religieuze objecten en portretten van de stichters van de congregatie. De ruimte wordt in tweeën gedeeld door een groot hekwerk met dikke houten tralies. Hoofdzuster Maria Confidens (net als bij de anderen een toegewezen naam) komt de andere kant binnen. Door de houten tralies heen geven we elkaar een hand. ‘Inge was het toch?’ zegt ze vrolijk. ‘We hadden contact via de mail.’
Dit is geen gevangenis
Het hek staat tijdens het hele gesprek tussen ons in. Het lijken voor buitenstaanders zoals ik misschien gevangenistralies, of een extreme bescherming tegen de buitenwereld. Maar voor zuster Maria Confidens en haar zusters is het hek vooral symbolisch, een fysieke bevestiging van hun keuze om in afzondering van de wereld te leven.
Geen gevangenis dus, benadrukt zuster Maria Confidens. ‘We kunnen eruit wanneer we willen, de sleutel zit aan onze kant. Bovendien: ik kijk er doorheen hè? Ik denk nooit: wanneer gaat dat hinderlijke hek nou weg?’ Een andere zuster, die ik later spreek: ‘Het hek vervreemdt ons niet van anderen of van de buitenwereld.’
‘Het hek vervreemdt ons niet van anderen of van de buitenwereld’
In afzondering richten de zusters zich volledig op hun relatie met God en het gebed. Daardoor kunnen ze, zeggen ze, hun hart volledig openen voor anderen, zonder afleidingen van de buitenwereld.
Zuster Maria Confidens: ‘Wij trekken ons terug uit de wereld, maar we dragen eigenlijk de hele wereld in ons hart.’
De missie van de Roze Zusters
Het lijkt misschien vreemd dat de zusters zich zo betrokken kunnen voelen met de buitenwereld, terwijl ze zelf niet de deur uit gaan om mensen te helpen. Maar hun gebed is onderdeel van een groter geheel.
De ‘contemplatieve congregatie van de Dienaressen van De Heilige Geest van de Altijddurende Aanbidding,’ zoals de organisatie voluit heet, werd in 1896 in eerste instantie opgericht om het werk van twee missiecongregaties in gebed te ondersteunen. Die twee congregaties zetten zich over de hele wereld in voor armoedehulp, onderwijs, catechese en sociaal werk.
Tegenwoordig bidden de zusters volgens zuster Maria Confidens niet alleen voor de missiezusters en -broeders, maar voor iedereen die het gebed nodig heeft. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds wordt hun dagorde bepaald door liturgische diensten in de kapel en persoonlijk gebed. Daarnaast hebben de zusters taken als koken, in de tuin werken of de boekhouding. In hun vrije tijd lezen de zusters graag, praten ze over wat er in de wereld gebeurt (wat ze meekrijgen door eens per dag naar het radionieuws te luisteren), zingen ze, of spelen ze orgel of gitaar.
Maar de grootste liefde blijft weggelegd voor het gebed, waarin zij vragen om het leed in de wereld te verzachten. Juist in deze tijden, met zoveel onzekerheid en pijn, voelen de zusters de noodzaak daartoe.
Zuster Maria Confidens vertelt geëmotioneerd: ‘Op de Filipijnen, met die aardbevingen en de nieuwe president... Mensen worden zomaar doodgeschoten op straat! Dat is toch niet Gods wil? En de paus heeft gezegd: ‘Wie huilde er, toen er duizenden mensen verdronken in de Middellandse Zee?’ Nou, ik huil wel!’, zegt ze door haar tranen heen. ‘Dit gaat ons aan het hart.’
Wat de zusters beweegt
Ik kan me als buitenstaander wel iets voorstellen bij de liefde voor God, of de behoefte om aan iets groters mee te werken, ook al ben ik zelf niet religieus opgevoed. Maar dag in dag uit vanachter een hek voor de wereld bidden - dat vergt meer voorstellingsvermogen. Wat bewoog de zusters om voor dit leven de kiezen?
Zuster Maria Confidens, nu 74, groeide op in een groot katholiek gezin van veertien kinderen in het Westland. Zelf een gezin stichten leek haar mooi, maar een bestaan onder één dak met de Heer - de zusters mogen niet trouwen - trok haar meer. ‘Ik kon geen rust vinden totdat ik in het klooster was, dat gevoel had ik.’ Op haar achttiende trad ze in bij het hoofdklooster in het Limburgse Steyl.
Het viel haar in het begin zwaar, zegt ze. ‘Van de ene op de andere dag kwam ik van het warme nest van het gezin in de stilte van het klooster terecht. Ik vond er wat ik zocht, maar die overgang, daar had ik tijd voor nodig.’
Sinds haar intreden werkte en woonde ze in kloosters in Steyl, Berlijn, Soesterberg en Utrecht. In andere kloosters had ze meer bewegingsvrijheid in de omringende natuur dan hier. Toch geniet ze nog altijd volop van haar leven: ‘Veel mensen zoeken hun plezier nu bijvoorbeeld in een computerspel. Ik zeg altijd: mijn werk is mijn spel. Ik heb plezier in dit werk, dit leven. Stel je voor dat je iets moest doen wat je eigenlijk helemaal niet ligt? Maar alles wat je doet heeft evenveel waarde, als het maar met liefde gebeurt.’
Zuster Maria Visitacion (58), van oorsprong Filipijnse, moest in het begin ook wennen. Zij trad eerst in bij een missiecongregatie in haar thuisland, waar ze tot kleuterleidster werd opgeleid. Toch voelde zij zich steeds meer aangetrokken tot de orde van de Roze Zusters. Hoewel de afzondering eerst intimideerde, intrigeerde de stilte haar.
Toen ze uiteindelijk intrad koos ze bewust voor een vestiging in haar woonplaats Cebu. Zo kon ze haar familie nog zien, al gebeurde dat vanaf dat moment door een hek. Ze zegt hierover: ‘Als jong meisje vond ik het soms moeilijk om ver van mijn familie te zijn. Maar in het klooster vond ik genade, waardoor dat gevoel geleidelijk verdween.’
Hoe de zusters dit vormgeven
Hoewel de zusters zich niet bewust afzonderen van contact met anderen, sluiten ze zich wel bewust af van de afleidingen van de buitenwereld.
Zuster Maria Confidens: ‘De wereld zit vol afleidingen, vol lawaai. Dat is niet echt bevorderlijk voor het gebed. Er zijn ook veel mooie dingen om te hebben en te krijgen. Maar begeerte en hebzucht, daar heb je alleen maar last van. Het is beter om dingen die luxe en overbodig zijn een beetje buiten de deur te houden.’
Dat klinkt mooi, maar hoe werkt dat in de praktijk? Want behalve voor algeheel menselijk leed door oorlog, honger, mishandeling en geweld, bidden de zusters ook specifiek voor ‘dat wat het meest actueel en het meest schrijnend is.’
Zuster Maria Confidens: ‘Eens per dag luisteren we naar het nieuwsbericht op de radio, tijdens het avondmaal. En ik kijk weleens op het internet. Als er bijvoorbeeld iets bijzonders is gebeurd op de Filipijnen, druk ik iets af voor de andere zusters.’
Moderne technologie wordt verder alleen gebruikt als het echt noodzakelijk is. Zuster Maria Visication: ‘Ik heb nichtjes in de Filipijnen die weleens vragen: ‘Tante, waarom installeer je geen Skype? Dan kun je ons zien’.’ Ze lacht breed. ‘Ik heb dat niet nodig, ik hoef alleen maar aan ze te denken om ze te zien. Ik heb Skype in mijn hart!’
En ja, soms dreigt technologie haar te verleiden. ‘Ik ben ontzettend geboeid door moderne elektronica,’ vertelt zuster Maria Confidens. ‘Ik vind dat zo fantastisch! Mijn zwager liet mij gisteren een tablet zien. We hadden er een hulpje voor het muziek spelen op gezet en ik dacht ‘oooooh, wat geweldig! Ik ging er helemaal in op. Toen ik dat merkte dacht ik, ‘wacht, even een beetje terug.’ Maar ik voelde dat ik mens ben.’
Wijze raad voor de buitenwereld
Ik vraag welk advies de zusters hebben voor mensen buiten het hek die eenzelfde geluk en voldoening hopen te vinden. Zuster Maria Visitacion: ‘In de buitenwereld hebben mensen veel opties om hun tijd te besteden, om tijd te verliezen. Vaak is het geluk dat we daarin vinden maar tijdelijk. Het geluk en de liefde die wij hier vinden in onze relatie met God is een onuitputtelijke bron van vreugde. Ik hoop dat we mensen inspireren dat geluk ook toe te laten in hun leven.’
Ook zuster Maria Confidens raadt mensen aan hun geluk minder in afleidingen te zoeken: ‘Neem elke dag een beetje tijd om stil te zijn. Denk aan de Heer, die alles geschapen heeft. Die de oorsprong is van al jouw vreugde. En die jou lief heeft. Geloof daarin.’
De zusters hopen ook dat mensen in de buitenwereld meer compassie voor elkaar kunnen vinden en tonen. ‘De meeste mensen leven niet als wij, achter een hek. Zij kunnen elkaar omarmen, liefhebben, steunen. Maar ondanks dat zijn ze toch vaak eenzaam.’
Dat weinig mensen hun levenswijze begrijpen of aanlokkelijk vinden klinken, begrijpen de zusters goed. Steeds minder mensen worden gelovig opgevoed. Voor wie niet gelooft in God of de kracht van het gebed, lijkt de levenswijze van de zusters wellicht weinig zinvol. En zelfs gelovigen kiezen er steeds minder vaak voor om naar de kerk te gaan, laat staan voor een kloosterleven.
Zuster Maria Confidens: ‘Mensen kunnen zeggen: je gaat toch niet je hele leven achter een hek zitten? Dat begrijp ik wel. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit mijn weg is. En God, Onze Vader, die is er. Ik weet het heel zeker, ik ervaar het elke dag.’
Dat is waar de paradox van hun begrensde leven de zusters tegen lijkt te werken. In een klooster, vanachter een hek, is het lastig om die getuigenis uit te dragen. Zuster Maria Confidens vertelt hoe ze een tijd geleden naar de dokter ging en iemand in oprechte verbazing wijzend uitriep: ‘O, nonnen! Bestaat dat nog?’
‘O ja, we bestaan nog,’ had zuster Maria Confidens geantwoord.
Lees ook:
Twee geloven die elkaar de hand schudden: dit beroemde Roermondse graf laat zien dat het kan Begraafplaatsen zijn net als Funda: locatie is alles. En elke rang, stand en religie heeft er zijn eigen wijk. Maar in Roermond trekt het beroemde ‘graf met de handjes’ een lange neus naar de gevestigde orde. Ga je met me mee kijken? De dominee die de Zuidas wil veranderen wordt gedreven door ongeloof Ruben van Zwieten is dominee én koopman. Op de Amsterdamse Zuidas is hij een centrum voor zingeving, ontmoeting en inspiratie begonnen. Vanaf die plek hoopt hij de financiële sector te veranderen.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!