Shell vindt de eisen van groene aandeelhouders te ver gaan
Dit is geen goede week voor het klimaat en de overschakeling naar duurzaamheid. Althans, niet als je de media mocht geloven. Ik deed er zelf aan mee: op basis van een artikel van Han van de Wiel trok ik straffe conclusies over het tekortschieten van het Nederlandse klimaatbeleid. Daarover zo meer.
Twee verhalen die de urgentie van slim en verantwoord klimaatbeleid benadrukken
Twee verhalen in andere media vielen me op. Nieuwsuur deed verslag van een rapport van Milieudefensie waaruit bleek dat de armste huishoudens in Nederland relatief het meeste aan het klimaatbeleid betalen: ruim vijf procent van hun inkomen. ‘De rijkste tien procent van de Nederlanders betaalt slechts 1,5 procent,’ schreef Nieuwsuur.
De reden? ‘Omdat de armste groep twaalf keer minder besteedbaar inkomen heeft dan de rijkste tien procent, zijn de armsten relatief het grootste deel van hun inkomen kwijt aan het klimaatbeleid.’
Nogal wiedes: lage inkomens betalen relatief meer voor (groenere) energie, omdat hun energierekening een groter deel uitmaakt van hun totale uitgaven. Dat lijkt mij niet zozeer een reden om dan maar met groene energie te stoppen, als wel een goede reden om voor de hand liggende maatregelen te nemen zodat de stijgende kosten van klimaatbeleid datzelfde beleid op de lange termijn niet ondermijnen. Grootverbruikers zouden bijvoorbeeld eerlijk belast moeten worden voor de energie die ze afnemen (nu krijgen ze méér korting als ze méér energie verbruiken).
Het tweede verhaal dat me opviel verscheen in HetFinancieele Dagblad. ‘Vergroening van de economie gaat ten koste van mensenrechten,’ schreef de krant. ‘Voor de productie van windmolens, zonnecellen en batterijen voor elektrische auto’s zijn metalen en mineralen nodig die nogal eens door kinderen of ten koste van het milieu worden gewonnen.’
Weer dacht ik, helaas: nogal wiedes. Natúúrlijk kost ook duurzame energie grondstoffen en natúúrlijk worden die niet altijd verantwoord gewonnen. Ik verwees vanuit deze nieuwsbrief al eens naar een serie verontrustende artikelen uit The Washington Post, over de oorsprong van de grondstoffen in onze batterijen.
Geen reden om te stoppen met de snelle vervanging van het fossiele systeem
Collega Thalia Verkade had die artikelen op De Correspondent aanbevolen, en er zelf vervolgens een interessante serie verhalen over geschreven. Hoe kunnen we de grondstoffen die we nodig hebben voor de groene economie zo verantwoord mogelijk winnen? Hoeveel hebben we er eigenlijk nodig?
Ze schreef over Tesla, over een mijnbouwbedrijf dat zich nu vooral in recycling specialiseert, en over batterijen. Een cruciale analyse van Thalia: ‘Het delven van grondstoffen in de natuur betekent bijna per definitie: (natuur)geweld. Wat daarom zo gek is, is dat we een van de allerbeste eigenschappen van batterijen altijd pas in tweede instantie benoemen: de mogelijkheid om de grondstoffen erin te hergebruiken. Iets wat met olie per definitie niet kan.’
We moeten niet weglopen voor de nadelen en de kosten van de windmolens, de zonnepanelen en de batterijen die we steeds meer gebruiken. Maar als we over die kosten en nadelen denken, dan wel, graag, in vergelijking met de nadelen en kosten van fossiele energie die klimaatontwrichting veroorzaakt. Voor boortorens en pijpleidingen zijn óók grondstoffen nodig.
Ik heb, kortom, nog geen goede redenen gehoord om te stoppen met de snelle vervanging van het systeem dat mensenrechtenschendingen en extreme ongelijkheid in z’n botten heeft: het fossiele kapitalisme van de twintigste eeuw.
De uitstoot van methaan ligt hoger dan officieel gemeld
Op De Correspondent brachten we een onthullend verhaal van klimaatjournalist Han van de Wiel dat de urgentie van verantwoorde klimaatactie nog eens onderstreept: Nederland stoot veel meer broeikasgas uit dan de overheid beweert. Ik schreef zelf een korte versie van het stuk, waarin ik ook de reacties van politici en milieuorganisaties verzamelde. Strekking: Den Haag moet in actie komen tegen de uitstoot van het gevaarlijke broeikasgas methaan.
Onder het verhaal van Han verschenen bijzonder interessante bijdragen van experts zoals Roland Kupers (oud-Shell, tegenwoordig onder meer adviseur van het Amerikaanse Environmental Defense Fund) en van Ko van Huissteden (onderzoeker aard- en klimaatwetenschappen Vrije Universiteit).
Veel media namen de onthulling over en in het mondelinge vragenuurtje in de Tweede Kamer werd erover gesproken. In deze notitie verzamelde ik de reacties, ook die van de grootste partij van het land.
Het goede nieuws: demissionair staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu) heeft toegezegd niet weg te lopen voor ‘extra maatregelen’ als de officiële uitstootcijfers van methaan naar boven worden bijgesteld.
Shell vindt de eisen van groene aandeelhouders te ver gaan
Althans, dat gok ik. Precies tegelijk met het verschijnen van deze nieuwsbrief maakt Shell de agenda van de volgende aandeelhoudersvergadering bekend. Op de agenda zal staan: de resolutie van groen aandeelhouderscollectief Follow This, dat Shell oproept om alleen nog te investeren in lijn met de doelen van het klimaatverdrag van Parijs.
Ik schreef een korte notitie over de historische kans van Shell om gehoor te geven aan de wensen van de groene aandeelhouders – en ik riep de top van het bedrijf op om de eigen klimaatfilm uit 1991 nog eens terug te kijken.
Later vandaag of morgen schrijf ik over Shells daadwerkelijke stemadvies. Ik ga jubelen als mijn inschatting – dat Shell een negatief stemadvies uitbrengt – verkeerd blijkt.
Ecuador!
Tot slot: ik vertrek maandag voor twee weken naar Ecuador. Ik werk nog aan een iets uitgebreidere aankondiging van het project dat ik daar hoop te gaan doen, over de fossiele-energierelaties tussen Latijns-Amerika en China (en de alternatieven daarvoor). De afgelopen weken interviewde ik al drie experts die goed op de hoogte zijn van de diplomatieke banden. Ik kreeg naar aanleiding van m’n vorige nieuwsbrief ook uitstekende tips voor lokale contacten. En van een vriend die niet zo enthousiast was over Quito hoorde ik dat ze er wél heel lekkere sapjes hebben. Dat belooft wat.
Tot de volgende!