Natuurlijke rijkdom is: duizend kleuren groen en een kolibrie met witte slofjes
Zoals je in mijn vorige nieuwsbrief kon lezen, ben ik momenteel in Ecuador als onderdeel van een uitwisseling met lokale journalisten. Ik werk vanuit Quito aan verschillende verhalen over het fossiele kapitalisme en het verzet daartegen.
Ik heb deze week weer veel nieuwe indrukken opgedaan, die ik hier in woord en beeld met jullie wil delen. Zie het als aantekeningen uit Ecuador, geen afgeronde gedachtes.
De weelde van het regenwoud in Ecuador
Ik begin met de mooiste ervaring. Met onze international editor Maaike Goslinga en de Ecuadoraanse journalist Fermín Vaca, onze uitwisselingspartner en gids, maakte ik vorige week een wandeling door het regenwoud. Dankzij een goede tip van een man in een hangmat kwamen we na de wandeling terecht in een hemelse tuin waar kolibries rondzweefden. Vanaf een veranda konden we ze bekijken.
De tuin was van Heike Brieschke, een Duitse ornitholoog (vogelkenner) met kort grijs haar. Zij had op haar 11 hectare land maar liefst 220 vogelsoorten geteld, inclusief 28 soorten kolibries, hummingbirds dus, die inderdaad hummen en zoemen als ze voor een bloem zweven om de nectar te drinken. Alle kolibries hadden lange puntige snavels, maar hun kleuren en vormen waren heel verschillend. Een exemplaar had witte veertjes rond zijn voeten, alsof hij slofjes droeg.
Heike serveerde kruidenthee van cedrón (citroenverbena) en vertelde over het trainingscentrum op haar erf, van waaruit ze het milieubewustzijn van de lokale jeugd probeerde te prikkelen. De overheid deed daar maar weinig aan, zei ze met een bezorgde frons. Onder het bewind van de socialistische president Rafael Correa waren zelfs de prachtigste plekjes van Ecuador fair game geworden voor mijnbouw en oliewinning, zei Heike.
Te midden van al die kleuren groen drong pas echt tot me door hoe zonde dat is. En wat de mensen bedoelen als ze praten over ‘natuurlijke rijkdom.’ Natuurlijke rijkdom is: meer kleuren groen dan je kunt tellen en een kolibrie met witte slofjes aan.
De vele andere rijkdommen van Ecuador
Het regenwoud was niet de enige kennismaking met Ecuadors rijkdom. In het historische centrum van Quito liepen we toevallig een optocht van inheemse volken tegen het lijf. Vanuit het hele land waren ze gekomen om te pronken. Het was onmogelijk om niet onder de indruk te zijn van hun maskers, kledij en dansen.
Ze leken buiten de tijd te staan, al kon de dans van een donkere vrouw in witte jurk prima met Beyoncé concurreren. Dat wil zeggen, ze was betoverend.
Ik zal heus niet alleen de natuurlijke en inheemse rijkdommen verheerlijken. Waar je ook kijkt; het is duidelijk dat dit land zich ontwikkelt. Overal wordt gebouwd. Correa heeft moderne snelwegen aan laten leggen, ziekenhuizen en scholen laten bouwen, en op de juiste plekken aangeharkte toeristische centra ingericht.
Quito is nog steeds een rauwe, smerige stad - de lucht hier is op slechte dagen echt niet te doen –, maar er wordt al veel gerecycled en op zondag worden grote wegen afgezet voor fietsers, die dan ineens overal opduiken.
Hoe journalisten hier worden gepest
Maar de modernisering van Ecuador heeft een duistere keerzijde. Ik schreef in m’n vorige nieuwsbrief al over de manieren waarop journalisten worden tegengewerkt. Afgelopen week luisterden Maaike en ik naar de schokkende verhalen van voormalig oppositiepoliticus Marta Roldós en Mauricio Alarcón, de directeur van een ngo die vecht voor persvrijheid.
Van hen leerden we dat Correa een heel eigen manier heeft ontwikkeld om de pers en zijn politieke tegenstanders te pesten. Elke zaterdag spreekt hij ongeveer drie uur lang het volk toe - media zijn verplicht deze toespraken uit te zenden - en beklaagt hij met naam en toenaam zijn critici, de ‘tegenstanders van de vooruitgang.’
Zijn ministerie voor communicatie bedacht een nieuwe manier om ongewenste publicaties tegen te houden: op de stem, de toespraken en alle beelden van Correa en zijn ministers ligt copyright. Wie een uiting van de overheid in kritische context gebruikt, krijgt een copyrightclaim aan z’n broek.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft deze truc inmiddels overgenomen, zei Roldós. Maaike schreef ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Persvrijheid een notitie over de Ecuadoraanse journalisten die tot vijand van de staat zijn gebombardeerd.
Ecuador is een verdeeld land
Op 24 mei treedt een nieuwe president aan, Lenín Moreno. Maar de meeste mensen die ik hier heb gesproken vrezen dat het met deze opvolging van Correa niet veel beter wordt - Moreno is een partijgenoot. Het is een kosmetische machtswisseling, zeggen critici, zoals eerder die van Vladimir Poetin en Dmitri Medvedev in Rusland.
Moreno won een nipte meerderheid, maar veel Ecuadoranen geloven dat hij de verkiezing stal. Afgelopen maandag, tijdens de Dag van de Arbeid, liep er een grote mars door het centrum van de stad om tegen het beleid van het duo Correa-Moreno te protesteren.
Vakbondsleden en studenten schreeuwden om het breken van de ketenen en de emancipatie van ‘el proletario’ - ouderwets communistische leuzen die je in Nederland niet zo gauw meer zult horen. Het feit dat de studenten voor de tekst van de marsliederen op verfrommelde A4’tjes moesten spieken, veraadde dat ook zij dit niet vaak deden.
Er was een idiote hoeveelheid politie op de been om te voorkomen dat de mars het Plaza de la Independencia zou bereiken. Want daar staat het presidentieel paleis, en zo’n scanderend defilé is niet zulke goede pr.
Wat hier op het spel staat
In het hotel waar ik verblijf werken drie jonge Venezolanen; ze zijn hun land ontvlucht omdat het daar zo slecht gaat. Als Ecuador niet wakker wordt en een ander pad kiest, zei een van hen tegen me, dan gaat het de falende petrostaat Venezuela achterna.
Dat is precies waarover een van mijn verhalen zal gaan; de macro-economische route die Ecuador heeft gekozen, en de mogelijke gevolgen daarvan. Een tweede verhaal gaat over het lokale verzet tegen de op olie gebaseerde groei van Correa en Moreno.
In het tweede stuk spelen de aanvaringen tussen inheemse gemeenschappen en de overheid een rol. Ik ga zeker aandacht besteden aan Agustín Wachapá, een inheemse leider die vorig jaar werd gearresteerd omdat hij op Facebook had gezegd dat zijn volk – de Shuar – zich moest verzetten tegen een nieuwe kopermijn. Zijn post was voldoende aanleiding om hem te arresteren; hij zou hebben opgeroepen tot geweld. Vorige week werd hij op borgtocht vrijgelaten.
Dinsdag bezocht ik de persconferentie van inheemse leiders in Quito, die aandacht vroegen voor de criminalisering van hun verzet tegen de mijnbouw. Verder vul ik mijn dagen met interviews en bezoeken aan lokale activisten. Later vandaag heb ik bijvoorbeeld nog een interview met de jonge advocaat en activist Juan Auz. Daarna tikkie tikkie in m’n hotelkamer.
Tot de volgende!
Jelmer