De rijke geschiedenis van kranten leidt vooral af

Ernst-Jan Pfauth
Literatuur

Ezra Klein, 29 jaar oud, werkte als journalist bij The Washington Post. Hij schreef voornamelijk over politiek en de gezondheidszorg. Dat ging wel lekker, vond hij, en Klein vroeg zijn baas om een paar miljoen dollar zodat hij zijn eigen publicatie kon beginnen.

Die kreeg hij niet. Nu is Klein weg.

Logisch, zou je denken, wat moet zo’n pikkie met zo veel geld? Hij mocht blij zijn dat hij überhaupt een baan bij The Washington Post had. 

Maar Klein is een wonderkind. 

Hij begon met bloggen op zijn achttiende en bouwde een naam op met zijn scherpe berichtgeving over het zorgstelsel. In 2009 richtte Klein voor The Washington Post de Wonkblog op, waar een team van vijf schrijvers onder zijn leiding over politiek blogden. Het was de meestgelezen sectie van washingtonpost.com. Maar Klein was erop uitgekeken.

Klein is niet de enige die vertrekt

Toen ze bij online uitgever van Kleins aanstaande vertrek hoorden, boden ze hem de mogelijkheden die The Washington Post Klein niet kon geven. Bij Vox kan Klein de publicatie bouwen waar hij al jaren over filosofeert: een combinatie tussen een nieuwssite en een encyclopedie. Hij wil afscheid nemen van de klassieke artikelpagina en laten zien wat de historie en context van een nieuwsbericht is. 

Dat een veelbelovende onlinejournalist een krant verlaat, is niets nieuws. Klein is de laatste in een serie van spectaculaire vertrekken. 

Zo kondigde Glenn Greenwald − de journalist die de onthullingen van Edward Snowden met de wereld deelde − eind vorig jaar aan te stoppen met schrijven voor The Guardian. Hij sloot zich aan bij een nog niet bestaand medium dat gefinancieerd wordt door de oprichter van eBay: Gisteren deelden ze hun eerste plannen door middel van een animatie: 

Vimeo plaatst cookies bij het bekijken van deze video Vimeo
De plannen van First Look Media

En eerder in 2013 verliet data-analist − berucht omdat hij de uitslag van de laatste Amerikaanse verkiezingen eng goed voorspelde − met veel bombarie The New York Times. Silver mocht bij sportzender ESPN wél zijn eigen nieuwssite maken, die zich volledig op datajournalistiek zal richten. 

Last van een papieren historie

Terwijl Klein, Silver en de ondernemers van First Look hun sites aan het bouwen zijn, bloggen commentatoren zich suf over waarom kranten deze moderne journalisten lieten gaan. Maar dat is het verkeerde verhaal,  de beroemde mediacolumnist gisteren. Het gaat niet om wat die journalisten verlaten, het gaat om waar ze naartoe gaan.

Alle drie werken ze nu aan een volledig digitale publicatie. Een medium waarbij technologie niet een bijzaak is, maar de basis vormt. Carr schetst in zijn column hoe Klein en co gek werden van de trage content-managementsystemen en hoe hun plannen verzandden in bureaucratie. Het historische voordeel dat kranten met hun reputatie en grote publiek hebben, wordt tenietgedaan door alle afleiding en rompslomp die het originele product met zich meebrengt.

Kranten en sites maken is zo verschillend als kranten en televisiemaken, schrijft Carr. Niemand verwacht van kranten dat ze televisie maken, waarom dan wel sites?

Daar vliegt Carr een beetje uit de bocht. Volgens mij kunnen kranten uitstekend experimenteren met het vertalen van hun papieren verhalen naar  Tegelijkertijd is de transitie van papier naar online zo’n grote klus, dat er weinig ruimte is voor het uitvinden van nieuwe journalistieke benaderingen. Technologie blijft altijd bijzaak.

Afscheid van het klassieke nieuwsartikel

Het experiment van bijvoorbeeld Klein vereist een journalistieke organisatie die zich volledig op het ontwikkelen en testen van nieuwe technologieën kan richten. Ik heb hoge verwachtingen van zijn ‘encyclopediejournalistiek’, waarbij updates gecombineerd worden met de contextuele kracht van een lemma uit een encyclopedie.  

Kijk bijvoorbeeld naar de berichtgeving over de oorlog in Syrië. Elke dag weer lees je korte updates over nieuwe gruwelen, agressors en gevechtsgebieden. Maar de context van de afgelopen drie jaar waarin de oorlog woedt, ontbreekt. Er wordt wéér voorgekauwd wie Assad is en dat er jihadisten actief zijn, maar je kunt nergens opzoeken hoe de strijd zich ontwikkeld heeft. En als je even een keer wat gemist hebt, ben je meteen de draad kwijt.

Klein wil een maken die, bijvoorbeeld, updates over Syrië altijd in een context plaatst. Een klassiek nieuwsartikel is dan niet afdoende, Klein wil nieuwe vormen van verslaggeving uitvinden. Vormen die niet gebaseerd zijn op de beperkingen van het eeuwenoude papieren nieuwsartikel.

Klein en zijn medepioniers kunnen zich volledig focussen op hun experimenten, maar betreden geen makkelijke markt. Ze dreigen voornamelijk afhankelijk te worden van advertentie-inkomsten, in een markt waar de prijzen van onlineadvertenties  

Maar dat ze de mogelijkheid krijgen om hun filosofieën te testen, is van onschatbare waarde voor de journalistiek. Ik ga ze volgen, en doe er uiteraard verslag van op De Correspondent.