Hoe De Correspondent samenwerkt met buitenlandse journalisten
Vandaag publiceren we een bijzonder verhaal over het vredesproces in Colombia. De Colombiaanse Lia Valero sprak met gepardonneerde strijders van de FARC in Colombia, met in haar tas een lijst vragen van Correspondent-leden. Een goede aanleiding om meer te vertellen over buitenlandjournalistiek bij De Corrrespondent.
Journalisten uit andere landen die óns vertellen waar het gesprek op De Correspondent over moet gaan. Dat is het model waar we langzaam naartoe willen. Het werk van de Colombiaanse journalist Lia Valero, dat vandaag bij ons werd gepubliceerd, laat zien dat dat kan.
De meeste journalistiek is traditioneel nationalistisch: in dit land zijn de schrijvers Nederlands en het is fijn als verhalen een uitgesproken Nederlands haakje hebben.
Dat heeft deels met de banale praktijk te maken: het kost nou eenmaal moeite, tijd en een grote portie vertrouwen om journalisten in andere landen te vinden. Vertalingen zijn duur. Nederlanders verstaanbaarder. En waarom zou een buitenlandse journalist in hemelsnaam voor een Nederlands medium schrijven?
Ondanks deze bezwaren geloven we bij De Correspondent dat er wél een toekomst is voor journalistiek die landgrenzen niet als heilig beschouwt. Een vorm van buitenlandjournalistiek waarbij de inzichten van journalisten waar dan ook ter wereld nét zo belangrijk zijn als de journalisten hier.
Ja, dat kost dan wel wat extra moeite, maar je krijgt er wel wat voor terug.
Hoe dit verhaal tot stand kwam
Neem Lia Valero, een talentvolle Colombiaanse journaliste. Een Spaanstalige collega in het vak vertelde me dat Lia dé autoriteit is op het gebied van conflict in haar regio. Ze brengt de slachtoffers van het geweld in Colombia al jaren in kaart voor de onderzoeksjournalistieke website Rutas del Conflicto (‘Routes van het conflict’).
Maar ze is ook fervent voorvechtster van vrouwenrechten in Latijns-Amerika als bestuurslid bij Chicas Poderosas, een organisatie die vrouwen in digitale media ondersteunt. En als mede-oprichtster van de global citizen movement 100en1dia, inmiddels op vier continenten actief, laat ze zien dat ze haar mouwen graag opstroopt.
Lia schreef in augustus vorig jaar haar eerste stuk voor ons, over hoe de Colombiaanse overheid de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties als eerste land ter wereld direct implementeerde. Daarna bood ze aan te schrijven over het re-integratieproces van ex-strijders van de guerillabeweging FARC, het belangrijkste thema in Colombia nu het Vredesakkoord tussen de rebellen en de overheid is getekend.
In haar vorige stuk voor De Correspondent benadrukte Lia hoe belangrijk theater is om tot verzoening te komen tussen de strijders en de slachtoffers van het conflict.
En voor het verhaal van vandaag sprak ze met twee ex-strijders die nu een tijdje meedraaien in de maatschappij om hen te vragen hoe dat nou is. Voor die interviews werd ze gevoed met vragen van Correspondent-leden (‘Very good questions,’ aldus Lia).
Andere journalisten met wie we al op deze manier werken
Lia is niet de enige journalist met wie we de afgelopen tijd zijn gaan werken.
Als Pakistan in het nieuws is, gaat het vooral over aanslagen en terrorisme, maar Bina Shah wil daar verandering in brengen. De Pakistaanse journaliste schreef voor ons over een sociale revolutie in haar land, teweeggebracht door een vermoorde mensenrechtenactiviste. Het komende jaar hopen we nog meer mooie verhalen over structurele ontwikkelingen in Pakistan van haar te kunnen publiceren.
En kijk naar de Turkse pitbull Zeynep Şentek. Onverstoord en dapper schrijft zij kritisch over de ontwikkelingen in Turkije. Ze vindt het bijzonder dat onze leden direct met haar in contact staan en vragen aan haar stellen, want in Turkije zijn dit soort discussies ondenkbaar.
We willen journalisten als Lia, Zeynep en Bina een plek geven op De Correspondent, omdat het zonde zou zijn als hun talent verborgen blijft alleen omdat we hun landen eigenlijk niet goed kennen. In ons manifest staat nota bene dat landsgrenzen irrelevant zijn voor onze journalistiek.
Zitten hier ook nadelen aan?
Toegegeven, dit soort samenwerkingen zijn niet bepaald makkelijk. Journalisten in andere landen schrijven volgens andere tradities. Het redactieproces is trager vanwege het vertaalwerk. Terwijl ik dit om 1 uur ’s middags schrijf, ligt Lia Valero nog in bed.
Dan zijn er nog politieke overwegingen. Lia vertelde hoe ontzettend moeilijk het is over het conflict te schrijven in Colombia. Niemand wil praten. Kom je te dicht bij de ex-strijders, dan verwijten critici dat je ze teveel als een ‘mens met emoties’ beschouwt. Of je wordt door diezelfde strijders ingezet als propaganda-vehikel. Met andere woorden: je moet dit soort moeilijke onderwerpen extreem voorzichtig benaderen.
En toen de Zimbabwaanse journalist Ray Ndlovu voor ons schreef, krabden we onszelf ook even achter de oren. Als hij kritisch over president Robert Mugabe schrijft, moet hij dan vrezen voor zijn baan (of zelfs leven)?
Maar we gaan moedig voortwaarts
Internationale talenten vinden kost ook tijd. Maar wat daar tegenover staat: een enorme schat en diversiteit aan verhalen, óók uit niet-Angelsaksische of niet-Westerse culturen. In het voetbal werkt het, in de academische wereld, in het bedrijfsleven. Tijd om dat ook voor de journalistiek te doen gelden.
En als we dan uiteindelijk een groot netwerk van journalisten wereldwijd hebben opgezet, is het mijn droom om ze op dezelfde thema’s te laten samenwerken. Dan is de journalistiek pas echt grenzeloos.
Dit soort journalistiek moet niet alleen maar nuttig zijn voor ons. De internationale correspondenten moeten ook kunnen leren van onze leden en hun verhaal met hun eigen achterban kunnen delen. We experimenteren hier al mee door leden in het Engels in discussie te laten gaan met de schrijvers, en door enkele stukken te vertalen.
Een belangrijke uitdaging voor The Correspondent, de Engelstalige uitbreiding die nu op de agenda staat, denk ik.