Bijles voor eindexamens is booming (en daarmee de onderwijsongelijkheid)
De eindexamens zijn begonnen. Daarvoor konden scholieren dit jaar volop terecht bij examentrainingen, bijlessen en extra begeleiding. Maar die luxe is niet voor iedereen weggelegd. Sterker nog: het is een van de oorzaken van de groeiende onderwijsongelijkheid.
Een middelbare school tijdens een examen. Een doodstille aula gevuld met honderd keurig opgestelde tafeltjes, honderd leerlingen gebogen over een wiskundeformule, honderd paar klamme handen en knikkende knieën van de zenuwen.
Maar wat je niet ziet, is dat talloze leerlingen zich hebben laten bijspijkeren.
Lyceo, de Nationale Examentraining, Studiekring, SSL of Erasmus Examentraining: de kans is groot dat je nog nooit van deze bedrijven hebt gehoord. Samen stoomden ze vorig jaar zo’n 36.000 leerlingen klaar voor hun examens. De Volkskrant en Onderwijsinspectie spreken dit jaar van tienduizenden leerlingen.
En die examentrainingen zijn pas het begin. Een groeiend aantal scholen - vorig jaar 19 procent - huurt bedrijven in om hun leerlingen te helpen met bijlessen en huiswerkbegeleiding. 58 procent van de scholen zet er eigen docenten voor in.*
Privéonderwijs is daarmee voor veel Nederlandse scholieren wier ouders het kunnen betalen net zo’n vast onderdeel geworden als de rijen met tafeltjes en klamme handjes tijdens de examens.
Waar komt deze razendsnelle opmars vandaan? En werkt de bijlesindustrie inderdaad de ongelijkheid in de hand, zoals de onderwijsinspectie beweert?
Wat schaduwonderwijs is
Schaduwonderwijs is de overkoepelende term voor wat de Inspectie van het Onderwijs in haar Onderwijsverslag omschrijft als ‘aanvullende onderwijsactiviteiten waarvoor ouders zelf betalen.’ Steeds als een nieuwe toets of eis opduikt, volgt – als een schaduw, vandaar de naam – een op maat gemaakte cursus of traject volgens een simpel recept: blokken, stampen, zwoegen.
Negen jaar geleden telde Nederland iets meer dan 25.000 onderwijsbedrijfjes, nu zijn dat er ruim 66.000
De uitgaven van ouders aan bijscholing, huiswerkbegeleiding en examentraining liepen bij de laatste meting van het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2013 op tot 149 miljoen euro in totaal: een vervijfvoudiging in minder dan twintig jaar tijd.
Inmiddels zijn we vier jaar verder en is de aanbodkant geëxplodeerd. Negen jaar geleden telde Nederland iets meer dan 25.000 onderwijsbedrijfjes, nu zijn dat er ruim 66.000.
Waarom schaduwonderwijs zo populair is
Voor elke toets of tekortkoming bestaat wel een product. Je hoeft het assortiment van Lyceo, met afstand de grootste aanbieder van schaduwonderwijs in Nederland, er maar op na te slaan.
Herexamentraining? Twee dagen, locatie naar keuze, direct te boeken. Rekentoets? Check. Niet genoeg aan bijles en huiswerkbegeleiding? Daarvoor is een pedagogische studiecoach beschikbaar. Dyslexie of faalangst? Ook daar zijn privétrainingen voor. En vanaf groep 3 is er al basisschoolbegeleiding, waar gewerkt wordt aan ‘het positief beïnvloeden van het zelfvertrouwen en het vergroten van de basisvaardigheden.’ Kosten: 240 euro voor vijf sessies van een uur.
Waarom zoeken zoveel scholieren hun toevlucht bij deze bedrijven? Het antwoord schuilt volgens onderwijskundige Louise Elffers niet alleen in ouders of scholen die hun prestaties willen opkrikken, maar dieper in de maatschappij. Elffers is verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam en houdt zich als een van de weinigen al langere tijd bezig met schaduwonderwijs.
Elffers: ‘De samenleving raakt steeds hoger opgeleid. Wie zijn maatschappelijke positie wil behouden, kan het zich niet permitteren een niveautje af te zakken. Dus wordt alles op alles gezet om dat hoge opleidingsniveau te behalen en behouden.’
Ondertussen is de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden steeds bepalender geworden. Een goede opleiding staat niet alleen voor een hoger salaris, maar ook voor een betere gezondheid en een langer leven. Niet gek dat ouders hun kind het liefst zo snel mogelijk aan de veilige kant van die kloof willen helpen.
Wat de nadelen van schaduwonderwijs zijn
Leerlingen en ouders zijn doorgaans tevreden over de extra lessen, maar volgens Elffers is het daadwerkelijke effect onduidelijk. Het is nog de vraag of de kwaliteit uitmaakt voor de populariteit. Zelfs als schaduwonderwijs geen meetbaar effect heeft, wil elke ouder toch het gevoel hebben alles gedaan te hebben voor zijn of haar kind.
Elffers: ‘Het lijkt erop dat de markt zijn eigen vraag creëert. Nu al hoor je van ouders dat een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, wordt doorverwezen naar een bijlesinstituut. Deze instituten gaan zo steeds meer deel uitmaken van het reguliere onderwijs. Je moet echt bedenken dat dit een verborgen privatisering van het onderwijsstelsel is.’
Natuurlijk, de school is er nog steeds voor iedereen, maar hoeveel kansen je krijgt, hangt steeds meer af van hoeveel je kunt besteden. ‘Aangezien vooral leerlingen van hoger opgeleide ouders schaduwonderwijs volgen,’ stelt de Onderwijsinspectie in het Onderwijsverslag, ‘is het aannemelijk dat dit het verschil in kansen vergroot.’
Competitie en prestatiedruk maken van het onderwijs een strijdtoneel waarin iedereen wil winnen
Het schrikbeeld, zegt Elffers, is het schaduwonderwijs in Azië. Zuid-Korea, Japan, Taiwan en Singapore zijn wereldkampioen onderwijs volgens de onderzoekers die elke drie jaar het PISA-rapport publiceren, de voornaamste meting en vergelijking van onderwijskwaliteit wereldwijd.
Juist in die landen is de macht van bijlesfabrieken, zoals de Zuid-Koreaanse hagwons, al decennia gigantisch, vertelt Elffers. ‘Zuid-Korea en Japan worden vaak bewonderd om hun efficiëntie: veel resultaat met weinig overheidsgeld en weinig lesuren. Maar waarom scoren ze zo goed? Omdat alle ouders hun kinderen na schooltijd tot middernacht laten blokken in een hagwon op eigen kosten. Die kinderen zeggen: ik zit op school te slapen, om daarna na schooltijd te studeren.’
En dat gebeurt op grote schaal. Van de Singaporese scholieren volgt 97 procent schaduwonderwijs. Taiwanese privéschooltjes bieden in elke stad hun diensten aan en vragen daarvoor gerust twee maandsalarissen. In Zuid-Korea is de competitie zo groot dat de beste bijspijkerscholen hun eigen toelatingsexamens hanteren. En om die te halen zijn weer speciale bijspijkerscholen opgericht.
Natuurlijk is Nederland geen Korea of Japan, zegt Elffers, maar de trend is dezelfde: competitie en prestatiedruk maken van het onderwijs een strijdtoneel waarin iedereen wil winnen.
Oud-LAKS-voorzitter Andrej Josic bevestigt dat. ‘De portemonnee van de ouders is steeds belangrijker geworden op school.’ Het zit hem dwars dat de school maatschappelijke verschillen vergroot, en dan ook nog eens in de vorm van externe, betaalde cursussen die niet vakkennis aanleren, maar je enkel helpen je examen te halen. ‘Het is teaching to the test. Je leert vooral de manieren om vragen te beantwoorden, de trucjes waarmee je kunt slagen. Geen hogere wiskunde dus.’
Hoe de bedrijven en scholen hier tegenaan kijken
‘Eigenlijk zouden wij niet nodig moeten zijn,’ zegt Wieger Maris van Erasmus Examentraining. Bij de Nationale Examentraining is Maurice Kimman nog stelliger: ‘Ons doel is dat wij onszelf kunnen opheffen.’ Hij juicht het toe als scholen zelf de examentrainingen gaan doen.
Los van elkaar wijzen ze op dezelfde pijnpunten: de klassen zijn te groot, leraren staan onder druk en leerlingen voelen zich niet goed voorbereid op hun examens. Genoeg ruimte voor bijscholing dus, redeneren ze.
Andere onderwijsbedrijven stappen direct op de school zelf af. Neem Lyceo. Dat bedrijf biedt scholen een fikse korting voor de leerlingen in ruil voor een paar gratis klaslokalen. Twee dagen blokken in een vakantieweekend kost voor een havist of vwo’er dan 160 euro per vak.
Ook werkt Lyceo nauw samen met universiteiten; examentrainer SSL is onderdeel van de Universiteit Leiden. De ultieme vervlechting is de komst van lentescholen en zomerscholen. Die klassen, bedoeld om zittenblijvers in de vakantie een herkansing geven, worden verzorgd door Lyceo en kosten enkele honderden euro’s per scholier. Maar de rekening van enkele miljoenen wordt betaald door het ministerie van Onderwijs uit een speciaal daarvoor opgericht subsidiepotje.
Daarbovenop heeft Lyceo een verzameling aan nevenbedrijven die elke mogelijke markt bedienen. Koploper is Inwijs, dat docenten levert, detacheert en inhuurt, nakijkwerk overneemt en extra assistenten in het klaslokaal aanstelt. Zelfs voor brugklaskampbegeleiding kun je bij de onderwijsfirma terecht.
Wat vinden de scholen daar zelf van? ‘Als wij het zelf gaan aanbieden, moeten wij daar ook personeel voor beschikbaar hebben,’ zegt rector Hans Peeters van het Tabor Werenfridus in Hoorn, dat huiswerkbegeleiding van Studiekring en examentraining en een zomerschool van Lyceo aanbiedt. ‘En dat personeel is er in de meivakantie niet.’
Een eigen huiswerkinstituut met bovenbouwscholieren opzetten lukte niet, legt conrector René Delnooz van het Canisius in Almelo uit. ‘Daarop is Lyceo de school binnengekomen.’ De examentrainingen en de lenteschool volgden snel.
‘Het is eigenlijk niet nodig, want we bieden zelf ruim voldoende examenvoorbereiding aan en dat zetten we er in vette inkt bij,’ aldus Roel Scheepens van het Sint-Janslyceum in Den Bosch. ‘Maar de vraag blijft bestaan, dus laten we Lyceo dit aanbieden.’
Dus zolang de vraag blijft bestaan kunnen trainers hun gang gaan. En daarvan maken ook de scholen zelf dankbaar gebruik. Hoe meer leerlingen het examen halen, hoe beter de school immers voor de dag komt in inspectierapporten en onderwijslijstjes. Vandaar dat sommige scholen hun leerlingen tegenwoordig zelf aanraden een bijles of toetstraining in te kopen. Josic is niet verbaasd: ‘Scholen willen hun leerlingen het liefst zo snel mogelijk door hun schoolcarrière jagen, zonder zittenblijven, zonder van de leerlijn af te wijken.’
Wat te doen?
De trend is dus gezet. Reguleren wordt daardoor steeds moeilijker, voorspelt onderwijskundige Elffers.
‘Als mensen eraan gewend zijn dat het nou eenmaal hoort bij de schoolloopbaan, dan zie je dat het heel erg lastig wordt om dat nog terug te krijgen. Zuid-Korea heeft van alles geprobeerd - tot een verbod op schaduwonderwijs en politiecontroles aan toe. Dat werkte niet. Uiteindelijk heeft de overheid ervoor gekozen dan maar zelf bijles aan te bieden. Als de duvel eenmaal uit het doosje is, krijg je ’m er niet meer in.’
Als ouders en leerlingen dit willen, gaan we dat niet verbieden
Zou het een oplossing zijn als de overheid ervoor kiest bijles voor iedereen toegankelijk te maken? Wieger Maris van Erasmus ziet dat wel zitten: ook zijn bedrijf biedt op sommige scholen al hulpdocenten aan die door de school betaald worden. ‘Als dat door de overheid bekostigd wordt, is het de beste uitkomst,’ redeneert hij.
Toch is het nog maar de vraag of Nederlandse bewindspersonen wel willen ingrijpen. Onderwijsminister Jet Bussemaker (PvdA) zegt zich zorgen te maken, maar van maatregelen komt het vooralsnog niet. Zoals staatssecretaris Sander Dekker op een Haagse onderwijsconferentie zei: ‘Het moet natuurlijk geen lapmiddel worden, maar als ouders en leerlingen dit willen, gaan we dat niet verbieden.’